Het eerste waar ik aan denk als ik ’s ochtends opsta met het geluid van vogeltjes en de haan op de achtergrond? Een fris doucheke buiten in de eerste zonnestralen! De zonnestralen kwamen net niet tot op ons terras, maar het was het gedacht dat telt: buiten douchen, zalig!
Terwijl de drie andere meisjes nog lagen te snoezen, zette ik een stoel buiten en werkte de tekening van gisteren verder af. Dan volgde een ontbijtje met ei, brood en thee om daarna terug buiten te zitten, ieder met z’n eigen bezigheid. Gewoon omdat we tijd over hadden, want de taxi die we geregeld hadden kwam pas om half 10. En stipt om half 10 stond er aan het begin van het Hand-in-handdomein een mini-taxi, waar we perfect met ons vieren in pasten. Een heel pak gemakkelijker dan een trotro of de yellow yellow én een vriendelijke chauffeur die ons van de ene naar de andere plaats wou vervoeren tegen een schappelijk prijsje.
Het volgende half uur reden we langs mooie plaatsen met een prachtig contrast tussen het groene van de bomen en het oranje van de zandwegen. Gedurende de rit veranderde het landschap steeds meer in een tropische omgeving. Een herkenbare en rustgevende omgeving. Ik voelde me even terug thuiskomen in de jungle van Suriname, maar dan in een ander continent.
De eerste tussenstop van vandaag: Baobeng-Fiema Monkey Sanctuary, de apen. Een vrouw kwam al snel aangewandeld met een grote kom op haar hoofd vol met zakjes pindanootjes om de apen eten te geven (en eigenlijk ook om hen te lokken). We kochten er enkele en dan kon de tocht starten. Er zaten 2 soorten apen in de omgeving: de black and white colobus (die hoog in de bomen leefden) en de mona, de aapjes die meteen naar je toe kwamen. Elke soort had een eigen territorium.
De kleine dieren kwamen al snel aangelopen om de zakjes met nootjes uit onze handen te plukken. Maar zo hoorde het niet: één voor één kregen ze een nootje, dat ze zorgvuldig pelden en opaten. Af en toe was er wel eentje ongeduldig en zat er plots een aapje op je been of in je nek. Ik voelde me even Pipi Langkous met Meneer Nilsson op mijn schouder!
Na het wandelen door de bush, klimmen in de hoge (holle) bomen en het voeren van de apen reden we terug op dezelfde oranje zandweg tot aan de verharde weg. Hier gingen we nu de andere kant op: richting de Kintampo Waterfalls. Drie watervallen van verschillende grootte, elk met zijn eigen karakteristieke kenmerken.
1) Een waterval waar je achter kon kruipen. Klimmen en springen op takken en rotsen om de waterval eens langs de ‘andere’ kant te zien. Het deed me denken aan het stripalbum van Suske en Wiske 'Lili Natal', alleen stond er hier geen wonderbaarlijke bloem achter het watergordijn.
2) Een kleine waterval die ook in de bossen van de Ardennen zou kunnen voorkomen.
3) Een reuzegrote waterval waarvan je meteen nat werd als je er bij stond. Hier namen we even een voetbadje. Tot er plots een drukke groep met luide trommels de trappen afdaalde. Gedaan met de rust en het genieten van de natuur! Met een beetje tegenzin trokken we terug naar boven om de taxichauffeur te zoeken die ons naar het busstation van Kintampo kon brengen.
De trotro was snel gevuld (misschien omdat het een kleiner formaat was of omdat er veel meer mensen naar de stad Tamale moesten). Hoe meer mensen er meegaan, hoe meer bagage er ook mee moet. Gevolg was dat de koffer niet dicht geraakte, waardoor wij (die op de achterbank zaten) de wind van achter en van voor hadden. Tegen een uur of 6 waren we thuis, maar er was geen eten voorzien bij mijn gastgezin. Ze hadden niet gedacht dat ik zo snel terug thuis zou zijn. We wisten op voorhand eigenlijk ook niet om hoe laat we gingen aankomen… (en ik was vergeten een berichtje te sturen naar de gastmoeder). Dus heeft Zelia, na een ruzie met de mama (denk ik, want ze spraken in het Dagbanli), speciaal voor mij nog noodles moeten maken. Ik voelde me toch wat schuldig dat het meisje speciaal voor mij moest koken. Had ik het zelf mogen doen, ik had het met plezier van haar overgenomen.
Geschreven door Avontureninbeeld