Ons ontbijt in het Castle Hotel verliep zeer vlot. We waren dan ook de enige ontbijters in de ruime zaal, en zoals steeds was er een overschot aan personeel.
Vandaag zou ons busje ons naar Bikaner brengen, maar vooraleer in Bikaner aan te komen, stond de Rattentempel van Deshnok op ons programma. Ons origineel programma van Namaste geeft een enigszins andere indeling aan, maar onze chauffeur Deve dringt aan en maakt ons wijs dat het beter en logischer is. En dus volgen we zijn (wijze?) raad. Bij aankomst in Deshnok, op 30 km van Bikaner, zien we een mooie roze tempel met errond heel veel boetiekskes met allerlei souvenirs en prullaria. Het is duidelijk dat men hier soms een massa volk verwacht. Maar nu in het post- corona tijdperk zijn er nog geen bussen met westerse of lokale toeristen te bespeuren. Ook in deze tempel moeten onze schoentjes af. We hebben ze toch een beetje veilig geplaatst want een heilige koe was aan het snuffelen en proeven aan de sloefen van de lokalen. Eenmaal binnen was het van dat: overal ratjes die vrij rondliepen. Indische pelgrims hadden maïs en ander ratteneten gekocht en strooiden die met gulle hand overal rond. Eten kregen de ratjes zeker voldoende, sommige waren slekkevet, andere daarentegen zagen er ziekjes uit en hier en daar lag er ook een dooie rat. De ratjes zijn wel kleiner dan onze doorsnee ratten, maar heel lieve troeteldiertjes zijn het niet. Het geeft toch een nare indruk als er vlak voor je voeten een ratje wegspoetert, Bieke was zeker niet enthousiast als er eentje over haar voeten liep. In onze gids lazen we de story achter de rattenverering, het gaat om leden van de Charan-kaste die reïncarneren als ratten tot ze later weer tot als menselijke wezens zullen terugkeren; het verhaal speelt zich af in de 15e eeuw. Hindoeïsme is een rare godsdienst! We hebben goed gezocht naar een witte rat die geluk brengt, maar hebben die niet gevonden.
Na de ratten zou de chauffeur ons al direct naar ons hotel brengen, en de volgende dag zouden we hem niet meer zien, want het was een dagje zonder busje. Maar op ons programma stond voor de volgende dag een bezoek aan een kamelenfokkerij, en zo mogelijk moesten we proberen de kamelen te zien als ze terug kwamen van de velden. We hadden het gevoel dat Deve veel nerveuzer was dan de eerste dagen, en er met zijn hoofd niet goed bij was. Maar kom, hij bracht ons die dag nog naar de "Camel Farm" . Naast onderzoekscentrum voor kamelen, gebruikt men er ook de kamelenmelk voor allerlei doeleinden, en het centrum is ook opengesteld voor bezoekers. Van buitenuit ziet alles er prachtig uit, met uitgestippelde wandelingen door het domein enz.. Eenmaal binnen valt het ferm tegen, de wandelpijlen zijn hoogst onduidelijk en lopen dood. Behalve een omheinde verzamelplek voor een massa kamelen is er zeer weinig te zien, weinig uitleg en voor eenmaal ook weinig behulpzame ambtenaren. Veel zou veranderd zijn na de corona-lockdown, maar nu is het o.i. alleen een legale oplichterij. Geen mooie uitzichten, geen binnenkomende kamelen, maar wel nog een speciale inkomprijs voor foreigners, kortom een flop.
In een slakkengangetje ging het dan naar Bikaner, het was ons al een tijdje opgevallen dat hij zo op zijn gemak reed net alsof hij de tijd moest rekken om de dag gevuld te krijgen. Maar dat was niet de echte reden.
's Avonds doen we nog een toertje met een tuktuk in Old Bikaner. Het is leuk om meegezogen te worden in de smalle straatjes vol tuktuks, moto's, steekkarren en passanten en soms zelfs eens een auto die zich moeizaam een weg zocht in al dat gewriemel. In het restaurant waar we op aanraden van onze chauffeur naar toe trokken, viel het eten goed mee, maar gelukkig hadden we een flesje wijn mee, want er stonden geen alcoholische dranken op het menu. Alcohol is in India niet zo alledaags als bij ons. Meestal kan je er een Kingfisher krijgen, een Indische pils, maar iets fletser dan onze Stella of Jupiler. eerder een Sas pils. Ook hebben we meermaals meegemaakt dat er meerdere wijnsoorten op de drankenkaart stonden, maar dat we tevreden mochten zijn als er één soort aanwezig was, en dat was dan een lokale Indische wijn, of een Australische Jacob's Creek.
Dan terug naar ons hotel, weeral een heel mooi en sfeervol hotel; eigenlijk zonde dat we er slechts een nacht verblijven. We hadden geopteerd voor "middenklasse (plus) hotels", maar tot nog toe waren het allemaal heel sfeervolle en mooie hotels, steeds met een apart verhaal. Het zou zo blijven voor de rest van de reis, we kunnen Namaste (het reisagentschap) een dikke proficiat wensen met hun hotelkeuze.
Geschreven door Frans.annemie