De twee vorige pogingen zijn mislukt, maar vandaag moet het lukken: ik wil walvissen zien. Zes jaar geleden zijn we naar Ijsland getrokken en toen reeds hoopten we op een tochtje op zee om walvissen te spotten. Helaas, de zee was te ruw, er was regen, wind en mist, kortom de boten vaarden niet uit. We hebben toen onze pap moeten koelen met een walvisskelet in het lokale zeevaartmuseum. Voor twee jaar bezochten we de westkust van Amerika, en ook daar stond een walvisexcursie op het programma, mits er voldoende kandidaten waren in de groep. Die waren er dus niet, en ik had de indruk dat het op het programma stond als lokkertje van de Blauwe Vogel, niet echt gemeend want in feite ontbrak de tijd.
Maar deze keer moest het lukken, de zee was kalm, de boten vaarden uit, alleen de walvissen ontbraken nog. We waren tijdig in de haven en vol verwachting vertrokken we op walvisjacht, met camera en fototoestel in plaats van harpoenen van de heroïsche walvisvaarders.
Hermanus is een mooi zonnig stadje gelegen aan een kleine baai, zodat het water er rustiger is dan in volle oceaan. De walvissen komen er graag broeden en hun baby's opkweken vooraleer ze verder trekken. En we hebben ze gezien. Eerst één walvis, dan een tweede erbij, en uiteindelijk kwam de baby-walvis ook te voorschijn. Het werd een aangename en leuke boottocht onder een stralend voorjaarszonnetje.
Na onze zeetrip rijden we richting Stellenbosch. We nemen niet de kortste weg door het binnenland, maar we volgen zolang mogelijk de prachtige kustroute. Onderweg stoppen we even voor een eerste kennismaking met de "African Penguin" (zwartvoetpinguïn of brilpinguïn of brilpikkewyn in het africaans, of meer geleerd de Spheniscus demersus). De pinguïns leven in kolonies, wat dichter bij Kaapstad leeft nog een grotere kolonie, maar de eerste kennismaking met deze koddige dieren mocht er zijn. De naam brilpinguïn komt door het roze vlekje dat ze hebben rond de ogen. Het zijn brave beestjes, mannetje en vrouwtje blijven elkaar levenslang trouw.
Zo rijden we gezapig verder naar Stellenbosch, met nu en dan een stopke o.a. om fotootjes te nemen o.a. van de prachtige speldenkussenprotea.
Bij het binnenrijden van Stellenbosch worden we opgeschrikt door een plotse bons. Tot nog toe was alles vlekkeloos verlopen, maar nu toch een klein accidentje. Een onverlaat had het gewaagd om onze car langs achter te zoenen. Gelukkig viel de schade al bij al goed mee. De aanrijder was een bruine, met een uniform van een security maatschappij en een revolver in zijn holster, die heel nors, tegen zijn zin, en met een minimum aan woorden de nodige papieren gaf. Een excuus kon er niet van af. Had hij de mogelijkheid gehad, hij was zeker weggereden zonder boe of ba. De bumper was wat ingedeukt, maar gelukkig geen bezwaar om verder te rijden, het wordt een verzekeringskwestie.
Zo maakten we kennis met het mooie en levendige Stellenbosch. Opvallend zijn de vele witte woningen in Kaaps-Hollandse stijl, en ook de vele drankgelegenheden en restaurantjes. Stellenbosch is niet voor niets een aangenaam universiteitsstadje. En 's avonds eten we ook met meer stijl en gastronomie dan we gewend waren, want hier woont al meer een rijkere elite met andere normen.
Geschreven door Frans.annemie