Vandaag een eerste poging om een verslagje te schrijven. Ik ben al tot het het besef gekomen dat het niet makkelijk zal zijn, want ik wil ook niet asociaal zijn in ons groepje en evenmin de quotes van Catherine missen. Zo wil Annemie een umbrella kopen tegen dat het regent, want het is wat aan het smukken, en dus stopten we speciaal voor Annemie aan een shopke om er een te kopen, wat niet gelukt is omdat ze geen paraplus verkochten. En zo moeten we elders op zoek gaan. Ja, zegt dan onze marathonniene, "als het in haar hoofd zit, dan wil ze het ook in haar zak". Als brave echtgenoot die de plu overbodig vindt, ben je dan uitgepraat; tegen de verenigde vrouwen kan ook ik niet op. N.b.: na drie weken reizen zal ons Annemie nog steeds geen plu hebben, het heeft wel wat gedreigd, maar echt geregend heeft het niet meer.
Maar laat ik terugkeren naar de start.
Zuid-Afrika ligt niet bij de deur en om in Johannesburg te geraken moesten we in Addis Abebe overstappen, met als gevolg dat we geen lange doorslaapnacht hadden en allesbehalve fris waren bij aankomst. Omstreeks 1 uur in de namiddag zijn we uiteindelijk geland, onze gids Jacques stond ons op te wachten voor een autotripje van 5 uur. (of zoals Catherine zegt: "ge moet niet op reis gaan voor uw plezier").
Onderweg maakten we meer uitgebreid kennis met onze gids voor de volgende 9 dagen. Hij spreekt Afrikaans, maar zijn Engels begrijpen we toch beter. Men zegt soms dat Afrikaans lijkt op Westvlaams, maar in mijn ogen is het toch meer Hollands of ABN, met hier en daar een vleugje Westvlaams. Onderweg krijgen we een eerste kennismaking met de zwart-wit verhoudingen in Zuid-Afrika en een beetje geschiedenisles.
Dicht bij het vliegveld zagen we de eerste " informele nederzettingen" of "informal settlements"., zoals Jacques de sloppenwijken met hun huisjes in metalen golfplaten, voor, opzij, achter en boven, noemde. Gelukkig hebben we er niet zoveel gezien. Deze getto's worden nu geleidelijk vervangen door lowcost getto's: die zijn gemetseld, maar ook nog piepklein, althans naar onze normen.
Het was zondag en dus mis-dag. Op meerdere plaatsen zagen we groepen zwarte gelovigen in openluchtvieringen, hoofdzakelijk protestants volgens Jacques. Spijtig genoeg hadden we geen tijd om te stoppen en de eerste contacten te leggen. En zo reden we oostwaarts naar Hazyview, onze eerste bestemming.
Het was pikkedonker toen we onze bestemming bereikten, na een lange autorit zonder veel verfrissingen (Cath: "echte reizigers stinken"). Diezelfde avond, zonder veel om te kleden, maakten we voor het eerst kennis met de voluptueuze Zuidafrikaanse keuken (Cath: " ge moe geen prente zijn om met ons te gaan eten"). Zelf proef ik een overheerlijke malse struisvogelsteak.
De volgende morgen zouden we zien dat we in een soort aards paradijs beland zijn.
Geschreven door Frans.annemie