De nacht van vrijdag op zaterdag 28 januari - naast het Shell benzinestation - slapen we goed, ondanks het feit dat het lijkt of het verkeer door het middenpad van onze camper raast. Voor Lidy, met oordoppen in, is dat niet zo gek, maar voor mij - zonder - is het een wonder. Schijnbaar raak je gewend aan herrie als zwerver. In de ochtend laten we Cartagena achter ons en rijden in het zonnetje via Murcia noordwaarts naar het stadje Novelda, onze eerste stop vandaag. Onderweg is het aanvankelijk heuvelachtig met veel sinaasappel- en citroengaarden, waarna dit noordelijker overgenomen wordt door olijf- en amandelgaarden. Bij Novelda aangekomen zien we al van ver liggen waar we voor komen: de modernistische kerk van Santa Maria Magdalena. We zijn hier niet zozeer vanwege dat het een kerk is, maar vooral omdat het gebouw zo’n bijzondere architectuur heeft. De invloeden van Gaudi zijn overal zichtbaar. We vinden het schitterend, zeker met de heerlijke zon er bij.
Weer onderweg wordt het alsmaar bergachtiger. We komen rond de stad Sax in bekend gebied en kijken naar de toppen waar we ooit op gestaan hebben. Terwijl we mooie herinneringen ophalen rijden we verder naar de spectaculair gelegen stad Alcoy: leunend tegen beide wanden van een kloof, met op de achtergrond ruige rotspartijen. Vanuit Alcoy is het nog maar 10 minuten landinwaarts naar onze camping met Nederlandse eigenaar. In onze app “Campercontact” staat, dat de route best ingewikkeld is en dat je beter even kan bellen. In één van de reviews wordt zelfs gemeld, dat ze uren hebben rondgereden, maar het nooit hebben gevonden. In de volgende review staat de weg volgens mij duidelijk uitgelegd. Lidy’s opmerking “Hans, je kan toch beter even bellen dus?!” sla ik dan ook in de wind. Het gaat allemaal goed, tot wij een scherpe bocht links moeten naar een weggetje dat net zo breed is als onze camper. Na een kilometer snap ik het niet meer en aangezien ik absoluut nergens om kan keren, ga ik toch maar bellen. Nerveus dat er zo misschien een tegenligger aankomt, wordt mij door campingeigenaar Huub gevraagd mijn locatie via de app door te geven, waarna hij ophangt. “Shit, hoe doe je dat ook alweer!” Ik wordt nog nerveuzer en blokkeer nog steeds de weg, terwijl Lidy lachend zegt “Ik zei toch dat je beter ……….” “Ja, ja, weet ik, maar..” “Eigenwijs!” hoor ik haar denken. Na enige tijd weet ik het weer en wordt vlot teruggebeld. We moeten nog drie kilometer verder, dan een stukje steil naar beneden en bij een elektriciteitspaal met het bordje “La Masia” rechts een onverhard smal (“Ja, nog smaller!”) weggetje op. Oké, doen we. "Tot zo!". Alles klopt en terwijl we het onverharde weggetje opdraaien (wat nog steiler wordt, alleen dan nu omhoog!) hoor ik Lidy schaterlachend naast me zeggen “Leuke camping uitgezocht Hans!”. Na een paar billeknijpende minuten komen we op de camping aan: terrassen met olijfbomen waar we een plek uit kunnen zoeken, waar we maar willen. Er is namelijk verder niemand. Heerlijk, wat een oase van rust hier! Ik kijk Lidy aan en zeg: “Goeie camping uitgezocht hè Lidy.”. We genieten nog even van de zon, de stilte en de natuur om ons heen. Wat een tegenstelling met het Shell station afgelopen nacht! ’s Avonds prijken er boven ons ontelbaar veel sterren en een heldere maan.
Helaas is het de volgende ochtend bewolkt en miezert het bij tijd en wijle. Mooi tijd om het blog bij te werken, te lezen, te haken en breien (Lidy dan) en ons plan voor de aankomende dagen door te spreken. We besluiten in ieder geval tot woensdag op deze geweldige plek te blijven. ’s Middags is het zo goed als droog en wandelen we een uurtje bij de camping tussen de olijfgaarden door. De rest van de dag is niet veel anders dan de ochtend.
In de ochtend van zondag 30 januari laten de ijskristallen op de ramen en de sneeuw op de bergtoppen ons weten, dat het erg koud is geweest vannacht. Wij hadden gelukkig de kachel aan op een laag pitje, dus hebben hiervan niks gemerkt. De ramen zijn snel ontdooid, want - ondanks de in de verte optrekkende mist – is het helder en zonnig. Om tien uur zitten we dan ook buiten: nog frisjes, maar met de zon er bij is het al heerlijk. Tegen half twaalf rukken we ons los uit ons boek en pakken de fiets. We rijden via hobbelige, steile en slingerende weggetjes naar het nabijgelegen stadje Concentaina en halen bij de Mercadona koffiebroodjes (vooral de pecanbroodjes zijn ongeëvenaard lekker!) die we in het zonnetje soldaat maken. Na een rondje slenteren door het weinig bijzondere plaatsje, fietsen we naar het startpunt van één van de Via Verdes in Spanje (fietsroutes op oude spoorlijnen). We worden blij verrast door de mooie uitzichten op de omliggende ruige bergen en de oude, lange spoorbruggen. Minder blij zijn we met de ijskoude tunnels waar we doorheen moeten. Honderd meter is niet erg, maar na een paar van een kilometer hebben we er wel genoeg van. We keren terug op onze schreden en gaan weer via dezelfde weg terug naar de camping. Het laatste stuk is, zoals gezegd erg steil en hobbelig: een onverharde weg met gaten en geulen. Ik zie Lidy niet meer, want zij rijdt een stuk voor me uit en is net een topje over. Als ik vervolgens het topje over kom, zie ik haar net opkrabbelen na een val: in zo’n geul in de weg terecht gekomen en toen de macht over het stuur verloren. Op m’n vraag hoe het gaat antwoord ze “Goed hoor, niks aan de hand.” Later blijkt dat natuurlijk niet zo te zijn: dikke plek op haar bovenbeen en schaafwonden in het gezicht (gelukkig hadden we helmen op). Aangezien er niks levensbedreigends aan de hand is, genieten we nog anderhalf uur voor de camper van de zon. Als ie weg is gaan we gauw naar binnen, want zonder de zon is het direct weer koud.
De dag erna blijkt Lidy haar been pijnlijker te zijn dan aanvankelijk gedacht. Dus zij gaat in ieder geval geen lichamelijk zware arbeid verrichten vandaag. Niet heel vervelend als het zonnetje schijnt en het in die zon al snel aanvoelt als 20 graden. Zij vermaakt zich dan ook prima met lezen, haken, breien en diamant painting. Ik ben in de ochtend ook te vinden in de zon, maar ik kan niet stilzitten (kan ik helaas zelden). Dacht ik vanmorgen nog “Ik blijf een dagje rustig van de zon genieten.”, tegen de middag houd ik het niet meer en ga in m’n eentje wandelen. Een route om de kloof achter ons heen op aanwijzingen van Huub, de campingbaas: “Hier het weggetje af, dan naar links en dan bij de vuilcontainer op de asfaltweg weer links het trekkers pad op.” “Nee, het is niet bewegwijzerd.” en vervolgd hij dan geruststellend “Ik heb ‘m nog nooit zelf gelopen, maar iedereen is altijd weer teruggekomen, haha.” Oké, ik ben niet helemaal gerustgesteld, dus zet een (?) route uit op de MAPS.ME app en vertrek: “Tot straks Lidy!”, “Dag Hans, niks geks doen hè?”, “Nee, natuurlijk niet!”. Na anderhalf uur moet ik terugdenken aan deze laatste zinnen, want ik heb me aardig in de nesten gewerkt door toch gek te gaan doen. Ik heb nooit een vuilcontainer gezien en afgaand op m’n app kan ik een weggetje door de olijfgaarden volgen die dan bijna aansluit op een ander weggetje die dan weer op de route uitkomt. Zo gezegd, zo gedaan. Maar dat “bijna” blijkt dan wel te betekenen dat ik in de steile kloof af moet dalen. Het lukt een heel eind dwars door stekelbosjes en moerassige geulen. Wat is het hier stil (alleen dan het kraken en breken van takken door mijn geworstel) en wat fluiten de vogels mooi (tot ik langsgekomen ben) zo ver weg van de bewoonde wereld! Uiteindelijk moet ik het – hijgend, met kloppend hoofd en geschramde handen en - opgeven. De kloof is prachtig, maar te gevaarlijk om zonder pad te doorkruisen. Balen, want het weggetje aan de andere kant is binnen handbereik. Ik klauter - soms op handen en knieën - weer omhoog en kom - nog meer geschaafd, overal doornen in m’n kleren en het zweet op m’n rug - terug op de vertrouwde terrassen met olijfbomen. Dat rondje gaat het niet meer worden, dus ik zoek m’n weg naar de camping terug aan de hand van m’n GPS. Na oneindig veel olijfgaarden te hebben doorkruist ben ik weer bij Lidy, die heerlijk van de zon geniet en zich nog eens insmeert met zonnebrandcrème. “Nou, ik heb dus weer eens niks geks gedaan!” besluit ik lachend mijn verhaal aan de hoofdschuddende Lidy. Ondanks het hachelijke avontuur heb ik geen spijt van mijn uitstapje.
’s Woensdags de eerste februari laten we de camping van Huub hobbelend over het onverharde, steile weggetje achter ons. Terwijl de zon ons opwarmt (het vroor wederom vannacht) rijden we door een prachtig landschap: de ruige bergen met roodbruine rotspieken zijn de ene keer ver weg, terwijl ze even later hoog boven ons uit torenen. Na anderhalf uur stoppen we bij het stadje Navarrès en wandelen de vrij makkelijke “Chorradores” route. Lidy gaat het ook dapper proberen, want haar been gaat al wat beter vandaag. De route volgt de loop van een wilde beek door een nauwe kloof en is werkelijk prachtig. In ons T-shirt (het is warm!) passeren we watervallen, rustige poeltjes en kabbelende stroompjes. Mensen zien we niet, maar vogels (waaronder weer een ijsvogel!) en schildpadden des te meer. Na deze mooie wandeling gaan we verder richting Valencia (deze mooie stad hebben we al twee keer bezocht), dus die laten we voor wat het is. Onderweg roept een vrouwenstem uit mijn smartphone vanaf m’n dashboard plots: “Sorry, maar ik weet niet waar je het over hebt.” Nou hoor ik Lidy en collega’s dit wel vaker zeggen, maar dat m’n Samsung dit nu ook opmerkt verbeterd niet m’n zelfbeeld. Maar goed, na veel haarspeldbochten en twee wegspringende herten, dalen we af naar het vlakkere land rond Valencia. Dachten we al veel sinaasappelgaarden gezien te hebben, hier zijn hele dalen gevuld met de prachtig groene sinaasappelbomen. Mooi gezicht! Zo nu en dan zien we dat er wat geoogst wordt, maar veel van de oranje vruchten hangen nog aan de bomen. Ondertussen is de Middellandse Zee weer zichtbaar en gaan we - zo’n 50 km boven Valencia - op zoek naar een plek om te overnachten. Bij het badplaatsje Moncofa volgen we de bordjes “Area de Autocaracanas” en staan vervolgens samen met nog een stuk of 15 campers van de laatste zonnestralen te genieten. De zon gaat dan ook schitterend onder. Dat beloofd veel goeds voor morgen.
Twee februari is inderdaad een prachtige dag. Als we de camperplaats af rijden tikt de kilometerteller net de 5000ste km van deze reis weg. En dat is niet de laatste, want vandaag rijden we weer zo’n 150 km naar het noorden door. We willen naar de Ebro Delta: één van de grootste wetlands van Spanje en dus een prachtig vogelgebied. Als we afdalen vanuit de bergachtige kust komen we in een soort Noordoostpolder. In de zomer is het hier felgroen van de rijstvelden, maar nu is het kaal en zompig met overal kanalen en lagunes. Nadat we onze camper hebben geparkeerd op de camperplaats bij één van de vele lagunes, fietsen we van hieruit naar een aantal vogelspots. Heel snel komen we niet vooruit, want we kijken onze ogen uit: honderden flamingo’s, witte reigers, kluten, ibissen, natuurlijk weer een ijsvogel en nog veel meer. Voldaan keren we terug en genieten van de zon tot deze bloedrood ondergaat. Weer een mooie dag om op terug te kijken.
Ik probeer het kort te houden vandaag. Niet omdat het op vrijdag drie februari geen mooie, zonnige dag is, maar vanwege tijdgebrek. Ik schrijf dit verslagje daarom ook op zaterdag vroeg in de ochtend. Gisteren naar Bart en Jopie - mijn zwager (broer van Lidy) en schoonzus - gereden in El Perreló, een half uurtje rijden vanaf de Ebro Delta. De altijd gezellige Bart en Jopie hebben daar een prachtig huisje met een enorme lap grond met olijf- en fruitbomen. We begroeten elkaar hartelijk in het dorp en genieten van een Menú del Dia in een lokaal, gemoedelijk restaurant. Daarna naar hun huisje, waar het met wat keien, kunst en vliegwerk lukt om onze camper redelijk recht neer te zetten. Dan is het bijkletsen en nog eens bijkletsen. We klauteren over de terrassen op hun enorme grondgebied en bewonderen het werk dat Bart en Jopie hebben verricht in de laatste jaren. Als de zon verdwijnt achter de bergen praten we voor de houtkachel verder bij, tot we ’s avonds laat in ons toch nog wel scheef staande camper in bed kruipen. We blijven hier het weekend, dus dat wordt zeker gezellig!
Volgende week alweer het laatste verslag. Tot dan!
Geschreven door DeTrip