Zaterdag 21 april zijn we nog in het badplaatsje L’Amettla de Mar en het is heerlijk weer. We doen rustig aan in de ochtend. Ik zorg dat het verslag van deze week op Pindat komt en Lidy werkt aan haar boerderijdieren-haakopdracht voor collega Liesbeth. ‘s Middags verkennen we het stadje, waarbij Lidy nog meer wol koopt. Onze camper is zo langzamerhand een rijdende naaimand geworden. Uit alle gaten en hoeken van de camper puilt wol en katoen. En de hoeveelheid verschillende haak- en breinaalden is niet meer te tellen. En wat maakt het uit. Als Lidy maar lol heeft! Als we weer thuis zijn, doe ik mijn helm op en trek de gisteren gekochte knie-, ellenboog- en polsbeschermers aan. Helemaal ingepakt ga ik oefenen met m’n splinternieuwe longboard op het asfaltweggetje achter onze camper. Tot mijn verbazing krijg ik het aardig snel onder de knie en na anderhalf uur board ik - lekker bochten draaiend en drijfnat van het zweet - het hele weggetje af. Echt super leuk!
Het is zomers warm op zondag de 22ste april. Vanmiddag willen we op de camping zijn, want dan komen Bart en Jopie aan. Daarom gaan we vanochtend een wandeling maken langs de kust. We lopen boven het helderblauwe water over de rode kliffen en slingeren van baai naar baai. De ene baai is nog mooier en stiller dan de andere en we verbazen ons over de paradijselijke ligging van sommige huizen. Tijdens het wandelen raap ik zwerfafval op, vooral plastic. Mijn broer Harm raapt tijdens iedere wandeling een paar zakken vol zwerfafval op. Echt supergoed, want zwerfafval - en vooral plastic - is een groot probleem. Tot nu toe ik durfde ik dat niet zo te doen, maar nu wel dus. Zeker omdat het vandaag de internationaal Dag van de Aarde is. Twee zakken afval verder en een schoner pad rijker komen we terug bij onze camper. Niet lang daarna arriveren Bart, Jopie en hun hond Zazoe. En zo begint de tweede bijklets-week op rij. Erg gezellig! Maar het wordt nog gezelliger als Ellen (nicht van Lidy en Bart) en haar Spaanse man Joan ook nog komen buurten. Zij wonen hier namelijk vlakbij. Echt bijzonder leuk, want wij hebben elkaar al jaren niet meer gezien. Zo vliegt de middag om, terwijl we aan de smaakvolle en stevige eigengemaakte wijn van Ellen en Joan nippen. Na een hartelijk afscheid van hen gaat de BBQ aan en laten we ons de hamburgers en groente-spiesen goed smaken. Daarna zitten we na lange tijd weer eens de hele avond buiten en praten honderduit.
Maandag 23 april maken we er nog een keer een luie dag van. Het blijft dan ook echt prachtig vakantieweer. Het lijkt of we even toe zijn aan rust en hebben geen zin in al te veel actie. Wel doen we een wasje en ook wat boodschappen in het nabijgelegen stadje. Ondertussen zijn Bart en Jopie met de makelaar op pad, want zij hebben hier vlakbij een huisje met een stuk grond gekocht en de officiële overdracht is deze week. Spannend voor hen! Wel jammer voor mij, want nu kan ik Bart niet pesten en hij mij niet. Altijd een leuke bezigheid als het wederzijds is. ’s Middags doe ik alle bescherming weer aan en ga oefenen op m’n longboard. Het gaat echt lekker en ik krijg er steeds meer lol in, al zweet ik als een otter. Tot ik tijdens één run op het lekkere gladde asfalt op een paar te grote steentjes stuit, gelanceerd wordt en op het asfalt smak. De schade valt mee: schaafwonden op m’n hand, enkel en ellenboog. Het had erger gekund en maar goed dat ik een helm en de rest van de bescherming aan heb. Na nog één keer stop ik er mee. Het is even genoeg geweest voor vandaag. Ik verruil m’n kleding voor een zwembroek en duik samen met Lidy het heerlijk verkoelende en totaal verlaten zwembad in. Bart en Jopie zijn ondertussen weer teruggekomen en de rest van de middag en avond brengen we samen door: bijkletsen, Bart pesten, hij mij, barbecueën en afwassen. Nadat we ’s avonds nog een afzakkertje hebben gehaald op het gezellige centrale pleintje in L’Ametlla de Mar lopen we terug naar de camping en gaan slapen. Nu blijkt toch ook dat mijn heup beurs is van de val van vanmiddag, want op mijn rechter zij liggen gaat niet. Gelukkig heb ik ook nog een linker zij, want op m’n rug of buik in slaap vallen kan ik echt niet.
‘s Nachts lig ik, zoals wel vaker, een paar uur wakker. Piekeren doe ik eigenlijk nooit, maar er komt wel van alles voorbij in mijn gedachten: het einde van onze reis die dichterbij komt, het weer gaan werken vanaf juli en ideeën voor de toekomst die de laatste tijd zijn ontstaan. Ook bedenk ik me dat het vrij onhandig van me is om - met nog twee maanden reizen voor de boeg - de kans op gebroken botten enorm te verhogen door nu telkens op dat longboard te stappen. Ik besluit het longboard even aan de wilgen te hangen en val daarna in slaap. Als ik dinsdag 24 april rond negen uur wakker wordt, begint de warmte al in de camper door te dringen. Lidy is het bed al uit en ik sta op. Na het ontbijt gaan we samen met Bart en Jopie een mooie kustwandeling doen. Eerst langs de vissershaven en de nu nog stille visafslag van L’Ametlla de Mar en dan de rotsen op. We lopen tussen dennen en palmbomen over de kliffen en hebben voortdurend zicht op de rustige Middellandse Zee. Op de terugweg gaan we door het stadje, waar Bart een speciale simkaart koopt om de “hotspot” op zijn iPhone te activeren. Helemaal blij stapt hij de winkel uit, want het is gelukt en nog goedkoop ook! We checken buiten nog maar eens extra of zijn “hotspot” te zien is op andere mobiele telefoons en aangezien dat het geval is, gaan we terug naar de camping. Een paar uur later is de blijdschap van Bart omgeslagen in ontiegelijke ergernis. Na een uur van wachtwoorden invullen, instellingen checken, Wi-Fi aan/uit zetten en ga zo maar door, lukt het gewoon niet - door zowel Jopie als mij - om met de “hotspot” van de iPhone van Bart contact te leggen. Op zich niet zo verwonderlijk, want het is sowieso al moeilijk om met Bart contact te leggen, dus laat staan met de iPhone van Bart (geintje natuurlijk). Hij is ondertussen geneigd zijn iPhone met een paar stevige krachttermen ver de Middellandse Zee in te smijten of hem te verbrijzelen met een hamer! Een zeer herkenbaar gevoel trouwens. Hem pesten is er even niet bij, want Barts stemming is er nu niet naar en dan moet je oppassen. Om af te koelen van de irritatie duikt Bart samen met ons het zwembad in en genieten we met z’n vieren van het verkwikkende water en de zon. ’s Avonds kijk ik in de spiegel en lijkt mijn buik op die van een zebrapad: ik ben wat “dikker” - of beter gezegd wat minder mager - geworden en de “zitplooien” van m’n “lieve buikje”, zoals Lidy hem noemt, zijn niet mee gebruind. Jammer hoor!
Op de woensdagochtend van de 25ste april zijn Bart en Jopie behoorlijk nerveus. Niet zo verwonderlijk, want zij vertrekken al vroeg naar de notaris om de koop van hun te huis ondertekenen, waar nicht Ellen en haar man Joan ook bij aanwezig zijn Als de notaris achter de rug is, komen ze onze kant op en feliciteren we de uitgelaten nieuwe huiseigenaren. En dan willen zij natuurlijk naar hun Casa toe. En wij ook: we willen het maar al te graag zien. Nadat Johan zijn auto gelukkig nèt niet in een paal boort, stappen wij bij hem in en komen 15 minuten later via een slingerend weggetje aan bij het nieuwe vakantiehuis van Bart en Jopie. Een erg leuke huisje gelegen in een oude - op terrassen gelegen - verwilderde olijfgaard vlakbij het dorp El Perello. Als wij over een aantal jaren misschien ook een huisje willen in Spanje, zouden we deze zo kopen. Voor de deur wordt geopend, gaat de champagnefles open en toasten wij op deze Casa en wensen we Bart en Jopie veel genot hiervan! Natuurlijk bekijken we ook de binnenkant van het huis en de lap grond er omheen. Al lopend tussen de olijfbomen komen de kruidengeuren je tegemoet. Na nog een glaasje champagne laten we het huis achter ons en gaan met z’n zessen lunchen in een authentiek Spaans restaurantje in El Perello. Het smaakt ons allemaal heerlijk, waarna Lidy en ik door Ellen en Joan terug worden gebracht naar de camping. Daar genieten we nog van het lekkere weer en trekken een paar baantjes in het zwembad. Als ’s avonds Bart en Jopie zich voor de laatste avond bij ons voegen, praten we na over deze voor hun zo gedenkwaardige dag.
Gisteren was eigenlijk een saaie dag om over te schrijven. Alles was leuk en mooi en iedereen was vrolijk en blij. Geen smeuïge verhalen, irritaties of ongelukken. Hoe anders loopt donderdag de 26ste april. Kon ik alleen nog maar slapen op m’n linker zij (je weet wel, omdat m’n rechter heup is gekneusd), nu heb ik ook pijn onder in m’n ribbenkast rechts. Het voelt gekneusd of verrekt. Geen idee hoe dit komt, maar het gevolg is dat ik nauwelijks op een zij kan liggen. Mijn steunen en kreunen vannacht tijdens het omdraaien naar een ander zijde doet voorbijgangers waarschijnlijk vermoeden dat er óf een 75 plusser in de camper ligt óf er sprake is van een goeie vrijpartij óf een combinatie van die twee. Gelukkig zullen zij het nooit weten. Ik helaas wel: het doet verrekte zeer. Maar eenmaal uit bed valt het eigenlijk best mee en zoals we gisteren al tegen elkaar hadden gezegd: we gaan het rustig aan doen vandaag. Dus na een relaxed ontbijtje zwaaien we Bart en Jopie uit, die in hun Casa gaan bivakkeren. We gaan zeker nog bij hen langs. Maar eerst ga ik lekker vliegeren in de zon. Er staat namelijk best wel een straf windje en ik heb het kleine rode vliegertje - je weet wel, zo eentje die Alex van tweeënhalf ook heeft - nog nooit uitgeprobeerd. En hij doet het super goed. Echt grappig! Als ik het rode vliegertje weer heb binnengehaald, pakken we de zwemspullen. We gaan zonnen! Na zo’n 20 minuten lopen komen we aan bij een paradijselijk baaitje: een strandje tussen de met agaven en dennen begroeide rotspartijen, terwijl kalme golven vanuit een turquoise Middellandse Zee ruisend het zand oprollen. We zijn de enigen en installeren ons. Het heldere zeewater is nog net iets te koud voor ons om helemaal kopje onder te gaan, dus gaan we lekker zonnen! Lidy gaat - zoals ze zelf zegt - de wentelteef uithangen. Ik niet. Gezien het zebrapad op mijn buik ga ik op mijn rug liggen en probeer zo m’n buik toch een egale kleur bruin te laten krijgen. Voor diegene die het nog niet wist: ik ben best een beetje ijdel. Na een halfuurtje op m’n rug, kan ik niet langer stilliggen: ik ga weer vliegeren, maar nu met mijn grotere vlieger in de vorm van een vlinder. Het gaat prima. Mijn vlinder dartelt in de blauwe lucht en mijn buik staat of hangt (of iets daar tussenin) weer pal in de zon. Twee vliegen in één klap! Ondertussen laat Lidy zich toch heel dapper in zee zakker en vlieger ik nog een tijdje door. Ondertussen zijn er een paar uur verstreken en we pakken de boel op. Met ontbloot bovenlichaam teruglopend schijnt de zon weer uitbundig op m’n buik en dat is later ook het geval als we nog even zonnen na een verfrissende duik in het zwembad. Terwijl ik nog helemaal niets in de gaten heb, voel jij ‘m natuurlijk al wel aankomen. Tot ik onder de douche stap en merk dat mijn zebrapad-buik helemaal verdwenen is en plaats heeft gemaakt voor een knalrode tomatensoep-buik. En zo te voelen wordt deze soep nu eens wel zo heet gegeten als ie is opgediend. Het brand als de hel en lijkt met de minuut erger te worden. ’s Avonds zit ik aan tafel met m’n overhemd open, omdat ik het te warm heb en niets op mijn knalrode huid kan verdragen. Behalve after-sun natuurlijk, wat ik rijkelijk aan het smeren ben. Naast dat zo’n door zon verbrand lichaam ook best nostalgische gevoelens oproept van mooie zwoele en zomerse herinneringen, zie ik al op tegen de nacht. Er blijft nu eigenlijk nog maar één kant over waarop ik ongestoord kan liggen: mijn rug. En die is het minst favoriet. We zullen eens zien hoe het gaat met wat paracetamol en codeïne.
Die pillen werken aardig goed en na een redelijke nachtrust, een ontbijt en een after-sun smeersessie starten we vrijdag 27 april de camper en rijden - de Ebro rivier volgend - het binnenland in. We gaan een fietstocht maken over weer een Via Verde (zo’n fietspad over een oud treintraject). Met korte broek en korte mouwen starten we bij het oude stationnetje van het dorpje Benifallet en fietsen zo’n 20 kilometer bergopwaarts. We gaan door veel tunnels en over hoge bruggen. Het is echt schitterend onderweg. We volgen de loop van een riviertje, die het meest van de tijd door een diepe kloof slingert. Hier vindt het spectaculaire fietspad zo halverwege de rotswand zijn weg. Deze treinreis moet vroeger echt geweldig zijn geweest! Op de fiets schieten wij eigenlijk geen meter op, want we stoppen vaak om te genieten van het uitzicht en om foto’s te maken. Na ongeveer 10 kilometer ligt diep onder ons een idyllisch plekje aan de snelstromende beek in de kloof. We dalen stijl af, fietsen door de beek, wandelen het laatste stukje door de nauwe kloof en zo zitten we even later op de rotsen met onze voeten in het heldere water onze lunch te eten. Wat weer een paradijselijke plek! Bikkel Lidy laat zich weer in het koude water zakken, waarna we terugkeren naar het fietspad. Na een laatste tunnel verwijdt het dal zich en zien we ruige bergen oprijzen achter de vele olijfgaarden. Nadat we een tijdje de vlucht van - naar later blijkt - een prachtig gekleurde bijeneter (een vogel dus) hebben gevolgd keren we om en fietsen - nu bergafwaarts - vrij vlot terug naar ons startpunt. Als we op de camping terugkomen, is het een stuk drukker. Eén mei is een feestdag hier, dus de Spanjaarden hebben een lang weekend. ’s Avonds begint het iets te regenen en horen we in de verte op zee het donderen van onweer. Hopelijk blijft het daar.
Zoals het er nu uitziet, is het noordelijker van ons slechter weer dan hier. Dus wie weet blijven we de aankomende week wel gewoon hangen hier.
Tot volgende week zaterdag weer
Geschreven door DeTrip