Op zaterdag de 14de mei schijnt de zon tussen de wolken door als we wakker worden. Na het ontbijt pakken we de boel op en keren vanuit Shieldaig zo’n 30 minuten terug op onze route over het één auto brede weggetje met veel passeerplaatsen èn gaten. Gelukkig kan het plan om te gaan wandelen doorgaan. En dat gaan we doen in het Beinn Eighe Natuurpark: ik de bergwandeling naar Loch Alt An Dariac en Lidy de wat kortere boswandeling. We beginnen samen door het imposante bos, dat één van de oudste dennen- en berkenbossen blijkt te zijn van het Britse schiereiland. Als onze wegen scheiden, klauter ik over de rotsen naar zo’n 600 meter hoogte. Naast hei en gras op de rotsen zie ik nu ook regelmatig wilde primula en vrouwenmantel. Maar het meest opvallende hier is voor mij toch wel het water: sijpelend, ruisend, vallend, kabbelend, denderend, druppelend en spetterend. Overal loopt water naar beneden (door de inspanning ondertussen ook van m’n rug) en het geluid van water is hier altijd dichtbij. Na op het hoogste punt te hebben genoten van vergezichten over de kleine meertjes tussen de rotsen, daal ik via steile rotspaadjes af naar het dal en begroet Lidy weer, die heerlijk zit te lezen in het zonnetje. Ondertussen is het twee uur als we de camper starten en koers zetten naar Isle of Skye. Via het inmiddels bekende weidse landschap met z’n vele meren, passeren we het beroemde (en inderdaad erg indrukwekkende) Eilean Donan Castle, waarna we de boogbrug naar Isle of Skye overrijden. Bij het dorpje Sligachan vinden we (na wat zoeken) aan het eind van de middag een plek voor de nacht op een parkeerplaats. We staan samen met nog vier “wild” kampeerders en een hoop schapen, dus dat voelt wel goed voor de nacht.
Zaterdag op zondagnacht slaapt Lidy heerlijk. Ik niet. Het verschil zit ‘m in de oordoppen die ik niet in heb en Lidy wel. De weg waar we langs staan, is namelijk tegen de verwachting in druk: veel autogeraas dus en regelmatig grapjassen die midden in de nacht ook nog even toeteren. Tijdens het ontbijt bespreken we ons plan van vandaag en besluiten naar de Fairy Pools te gaan: “One of the spots to see on Skye!”. En we zijn niet de enigen, zo blijkt als we op de enorme parkeerplaats aankomen. We wandelen nog net niet in de rij, maar het is er wel druk met toeristen (net als wij trouwens). Altijd leuk om te observeren. Zo is er altijd wel een “zomerjurkje” met witte sneakers en Gucci handtas, die al rokend en voortdurend selfies makend erachter komt, dat vijf kilometer heen en terug over rotsen en een zompig pad best ver is. Of de ijdeltuit die tot drie keer toe niet tevreden is over de foto’s die van haar zijn gemaakt bij de mooiste waterval en - onder het toeziend oog van nog een tiental zuchtende wachtenden die ook een selfie willen maken - toch nog een keertje terug gaat voor de ultieme foto. Niet alleen hierom is de wandeling zeker de moeite waard. De wilde beek die we volgen, heeft tientallen watervallen en poelen, waarvan sommige inderdaad sprookjesachtig mooi. Zeker met op de achtergrond de grillig gevormde bergen, is het totale plaatje wonderschoon.
Na de lunch rijden we naar Talisker Bay, een naar zeggen wonderschone baai. Al gauw wordt duidelijk dat de weg ernaar toe allesbehalve wonderschoon is: supersmal (zeker voor onze brede camper) en met regelmatig enorme gaten. De teleurstelling is na deze lijdensweg enorm als blijkt dat de beloofde parkeerplaats er niet meer is. Wij gaan zeker niet in de blubber naast de weg parkeren, dus zit er niets anders op dan al hotsend en stotend dezelfde weg weer terug te nemen. Helaas, geen Talisker Bay voor ons.
Dan maar op zoek naar een plek voor de nacht. Na een aantal afgekeurde plekken, belanden we tussen de heideheuvels op een parkeerplek bij een oude stenen brug in het noordoosten van Skye. We staan nog niet of er stopt ook een busje waar vier Amerikaanse dames uit komen en één bebaarde heer in vol Schots ornaat. Wat blijkt: deze Schot, Ian genaamd, heeft gefigureerd in de Schotse serie “Outlander” en doet nu tours door Schotland met fans van deze populaire serie. En laat Lidy nu ook een enorme fan zijn en net bezig met het lezen van alle boeken! Ian verteld ons dat de brug waar we staan de “Fairy Bridge” is en zijdelings in Outlander voorkomt. Ik zal jullie niet vermoeien met het sprookje, maar uiteindelijk wordt er getrouwd op deze brug. Als dat niet goed slapen wordt voor ons?
Maandag 16 mei vertrekken we op tijd en gaan één van de absolute top bezienswaardigheden op Isle of Skye bekijken: de Old Man of Storr. Van verre zien we de op een berghelling staande grillig gevormde rotspilaren al. Wij verwachten ook hier weer veel toeristen, maar dat valt eigenlijk wel mee. Het weer is dan ook wat miezerig, dus dat is nu dan misschien in ons voordeel. We wandelen het eerste deel samen naar boven, waarna ik afscheid neem van Lidy. Het stijgen en dalen wordt helaas te heftig voor haar om met een brace te doen. Ik klim via een puinhelling naar boven en sta na een half uur tussen de indrukwekkende, bizar gevormde rotsen. Mijn god, wat ben ik nietig! Een enorme aardverschuiving over de hele lengte van dit deel van het eiland, heeft dit maffe landschap veroorzaakt. Iets verder omhoog sta ik van de zijkant te staren naar dit onaardse schouwspel. Geweldig! Ik daal af terwijl het steeds harder gaat regenen. Na een lunch toeren we het hele Trotternish schiereiland rond via de bekende smalle, slechte weggetjes. Het berglandschap blijft prachtig en grillig hier. We stoppen op een mooi gelegen camping aan de baai bij het gehuchtje “Uig”, waar ze heerlijke douches hebben. Daar waren we zeker weer aan toe! In het enige restaurant “The Pier” (hoe kan het ook anders) besluiten we - onder het genot van weer eens smakelijke Fish ’n Chips - dat we morgen hier nog een dag blijven staan. Eventjes pauze.
Niet dat we de volgende dag niets doen. De dag begint namelijk zonnig. We pakken de fiets en rijden via een mooie waterval naar een klein natuurgebiedje genaamd “The Fairy Glen”. Onderweg harde wind en weer smalle weggetjes, waar ik de berm in mieter als ik wil stoppen om te wachten op een tegemoetkomende auto. Gelukkig is de berm zacht en heb ik (voor het eerst deze reis) een helm op. Zowel m’n fiets als ikzelf mankeren gelukkig niets. The Fairy Glen is ook door een aardverschuiving ontstaan, alleen dan op veel kleinere schaal dan die waar we gisteren waren. Het heeft een lieflijk, mystiek landschap geschapen met afgeronde heuvels en (als het iets hoger wordt) rotsige toppen. Heel apart om hier doorheen te wandelen. We fietsen terug, bezoeken een oude begraafplaats, doen een cappuccino met gebak in de plaatselijke vintage tearoom en bekijken de baai van Uig vanaf het hoog gelegen uitkijkpunt op de kliffen. Vrij vroeg in de middag gaan we terug naar de camping, want het begint wat te miezeren en volgens Weather.com wordt dat alleen maar erger. Helaas moet je ook Weather.com niet klakkeloos geloven, maar gewoon in de lucht blijven kijken. Het blijft dus de hele middag droog. “No problem!”, we hebben genoeg te doen in en om ons rijdende huis. ’s Avonds krijgt Weather.com toch gelijk: het komt met bakken uit de hemel. Zo erg zelfs dat we de camper iets verzetten, want het water komt via het rechter-voor zijraampje naar binnen zetten.
We slapen allebei goed met oordoppen in tegen het geratel van de regen. Geen idee dus wanneer het is opgehouden, maar als we wakker worden op woensdag 18 mei is het droog en schijnt de zon. Opgewekt starten we de camper en rijden eerst naar Portree, de hoofdstad van Isle of Skye. We bekijken dit stadje met z’n gekleurde huizen aan de haven en slaan levensmiddelen in voor de aankomende dagen. Dan vervolgen we onze reis en verlaten het mooie, afwisselende Skye eiland. We zetten koers naar het oosten en gaan door de bekende weidse Schotse decors met z’n vele Lochs richting het plaatsje Invergarry. Vlak voor onze eindbestemming komen we nog een verdwaalde - vermoedelijk door de plaatselijke VVV ingehuurde - doedelzakspeler tegen op een uitkijkpunt over het meer. Even verderop slaan we links een klein bosweggetje in en arriveren op onze wild kampeer-plek voor vannacht. Prachtig uitzicht en we hebben direct buren: een jong Brits stel (Simon & Nicole) dat langdurig met de camper rondreist. Dat schept een band!
De volgende ochtend zetten we onze fietsen op slot bij de parkeerplaats aan de voet van de Ben Nevis, de hoogste berg van het Bitse eiland. De camper mocht - met z’n 3.5 ton - het laatste deel van het weggetje niet op, maar niet getreurd: fietsen er af en trappen maar. Nog veel mooier ook. Wij gaan vanaf de parkeerplaats zeker niet naar de top van de Ben Nevis wandelen. Nee, we gaan naar één van de hoogste watervallen van Schotland. We lopen voortdurend omhoog langs een beek, die heel toepasselijk Water of Nevis heet. Deze beek stroomt dan weer rustig kabbelend om vervolgens wild een kloof in te denderen. Wij klauteren mee met alle grilligheden van de loop van de bedding: over natuurlijke trappen, rotsen en beekjes. Plots verwijdt het dal zich en zien we ‘m liggen : de Steall Waterfall. Prachtig om te zien hoe het water hier van 105 meter hoogte naar beneden valt. Ik heb het natuurlijk al meerdere malen gezegd, maar de wilde natuur is hier nauwelijks te beschrijven. In dit decor èn met het geluid van de in Schotland altijd aanwezige Koekoek pauzeren we en genieten van al dat moois. Dat doen we nog een keertje dunnetjes over als we na anderhalf uur weer bij onze camper terug zijn. Onze volgende stop is de vlakbij gelegen stad Fort William, begin en eindpunt van veel wandelroutes. We struinen wat door de straten van dit praktische stadje en bezoeken het Highland museum, dat verteld over het harde en vaak bloederige verleden van Schotland. Wat verder naar het zuiden rijdend, stoppen we voor de nacht net voorbij het dorpje Glencoe. Helemaal ingesloten door de bergen, vinden we een plek voor de nacht op een grote parkeerplaats. En we zijn zeker niet de enige met het idee om hier te overnachten.
Op 20 mei bezoeken we eerst het wat zuidelijker gelegen havenstadje Oban. Niet één keer, maar drie keer trekken we er doorheen. Maar daarover later meer. Uit Oban vertrekken nogal wat veerboten naar diverse Schotse eilanden. Het is er daarom een drukte van belang met toeristen, souvenirshops, outdoor winkels, restaurants en cafés. Ondanks de regen verkennen we het stadje te voet, drinken koffie aan de haven en bewonderen natuurlijk de stad van bovenaf, vanuit de op een arena lijkende McCraig’s Tower. Voor we hier vertrekken, wil ik eerst onze tank weer volgooien met diesel. Nou, “willen” is een groot woord als je bedenkt dat één liter diesel hier 2,15 euro kost. Maar goed, het moet wel gebeuren. Op Google Maps zet ik de route uit naar de “goedkope” benzinepomp bij de supermarkt vlakbij. Even niet in de gaten dat ie per ongeluk op “met de fiets” staat. Resultaat: doodlopende straatjes, weer achteruit de drukke weg op proberen te komen zonder zicht en mijn stemming die nogal zakt. Verderop blijkt dat ik er zo niet kom, maar even omkeren is onmogelijk. We moeten de hele stad door, want alles is éénrichtingsverkeer. Het doet me denken aan het verkeer in Hilversum. Langzaam rijdend en stilstaand zijn we een kwartier later weer daar waar we begonnen. Nu weten we waar we moeten wezen voor de diesel. Maar “Fuck!”, missen we door de onoverzichtelijke situatie en een geïrriteerde Hansie de opgang ernaar toe. Mijn stemming daalt nu echt onder het nulpunt. “Krijg het heen en weer maar met die paar centen, ik rij nu door!” Lidy houdt wijselijk haar mond. Tien kilometer later (en inmiddels ergens anders getankt) komen we er achter dat we helemaal niet de goede kant op gaan. Als dan blijkt dat we terug moeten en dus voor de derde maal Oban door moeten, kun je toch alleen maar lachen! Lidy tenminste wel! Dan gaan we oostelijk, richting het “Loch Lomond & The Trossachs National Park”. Nu we de Highlands achter ons laten, wordt het landschap langzaam wat vriendelijker (ik ook gelukkig weer ondertussen): wat vaker huizen langs de weg en meer bos op de hellingen. Bij het gehucht Lochearnhead stoppen we op een parkeerplaats (met toilet!) voor de nacht. Later krijgen we gezelschap van nog twee camperaars. Wel zo’n veilig gevoel.
Nog één reisverslag te gaan, want volgende week is het alweer de laatste week van deze reis. Tot dan!
Geschreven door DeTrip