Op zaterdag 25 november bewonderen we samen met Mirre en Harry de oostkust van het zuidelijkste puntje van Puglia. We beginnen met de spectaculaire kalksteenkliffen bij Sant’Andrea: geelwit, grillig met grotten en torens van krijtrots als schaakstukken in een turquoise zee. Erg mooi om te zien! Daarna gaan we verder naar het natuurlijke zwembad van “Grotta della Poesia”. Supervet! Het zonnetje schijnt, dus Harry en ik wagen een duik in dit - met de zee verbonden - prachtige gat in de rotsen. Het water is koud, maar heerlijk verfrissend! De aanwezige Italianen met winterjassen aan en sjaals om kijken verwonderd, maar ook eerbiedig toe wat deze twee gekke gasten doen. En verder maar weer langs de kliffenkust. Bij het oriëntaals aandoende dorpje Santa Cesarea Terme lunchen we, terwijl de sulfaatdampen vanuit de geneeskrachtige baden bij vlagen onze neus binnendringen. Hierna wordt de kust nog ruiger en slingert de weg verder naar het zuiden, waar we nog een fraaie wandeling doen door een diep uitgesneden kloof. Uiteindelijk bereiken we het zuidelijkste puntje van de hak van Italië bij het dorpje Santa Maria Di Leuca. Raar idee dat het van hier tot aan Libië niets anders dan zee is. Wij installeren ons op de camping, terwijl Harry en Mirre verse vis gaan kopen. We eten in het begin van de avond de drie kilo - en door Harry gegrilde - dorade vis. Bij het afhandelen van de financiën blijkt dat Harry en Mirre het spreekwoord “De vis wordt duur betaald” wel erg letterlijk hebben genomen. Maar wat maakt het uit: het was heerlijk en gezellig!
Zondag de 26ste wordt ik weer wakker met dezelfde stekende koppijn als vorige week toen ik ziek was. Verder voel ik me oké, dus na een gram paracetamol starten we de campers en gaan de enig mogelijke richting: noordwaarts. We gaan naar de bijzondere stad Matera, maar eerst lekker langs de kust. Wij gaan voorop, gevolgd door Harry en Mirre. Die vragen zich regelmatig af waar ik mee bezig ben, want ik beland een aantal keren in benarde situaties met de camper. De ene keer zitten we op een steeds smaller wordend weggetje wat uiteindelijk nog 240 cm breed is, waardoor ik aan beide zijden van de camper nog vijf centimeter ruimte heb. Even later kom ik de bocht om en sta midden op een markt. Lekker dan! Maar alles komt gelukkig goed door mijn pure stuurmanskunst en de perfecte aanwijzingen van stuurvrouw Lidy! In de loop van de dag besluiten we ieder zijnsweegs te gaan en elkaar op de afgesproken camping voor vannacht weer te zien. Ik ben namelijk helemaal klaar met de slechte kustwegen, waar wat mij betreft de letter “s” uit geschrapt mag worden. Wat een slecht wegdek! Wij pakken nu de wat grotere wegen landinwaarts en komen halverwege de middag aan in de op 400 meter hoog gelegen stad Matera. Bij het zoeken van een parkeerplaats rij ik me voor de derde keer vandaag vast in een te smal straatje (nu ook nog éénrichtingsverkeer). Na een aantal Italiaanse vervloekingen van diverse bestuurders (“Non essere stupido, idiota!”), de camper keren en tegen het verkeer inrijden (weer Italiaanse vervloekingen) vind ik eindelijk een goede parkeerplaats en dalen wij te voet af naar de binnenstad. Matera ligt op een plateau van kalkgrond met dwars door de stad een diepe kloof. De steile hellingen van deze kloof zijn bezaaid met “sassi”. Sassi zijn grotwoningen boven en naast elkaar, zonder waterleiding, riolering of frisse lucht. En hier woonden vroeger uiteraard de allerarmsten van de stad. Eigenlijk een soort sloppenwijken, maar dan in de rotsen. Vanaf de jaren zestig is wonen in deze sassi verboden. Het is een doolhof van straatjes, trappetjes, poorten en pleintjes. Heel bijzonder om hier te lopen en bijna in te verdwalen. Ik waan me even in Osgiliath, de hoofdstad van het land Gondor uit “In de Ban van de Ring”. Bij schemering komen we tegelijk met Harry en Mirre aan bij de camperplaats. Het is onze laatste avond samen, dus we drinken wijn, praten over leuke en verdrietige zaken en vergeten de tijd.
Maandag 27 november zijn we ondanks het latertje gisteravond toch om 9 uur - zonder hoofdpijn! - uit de veren. Na het ontbijt drinken we nog een “afscheidskoffie” bij Harry en Mirre in hun VW-busje. Dit is namelijk voorlopig de laatste keer dat we elkaar al zien en spreken, want zij gaan rustig aan richting huis en wij zetten koers naar Sicilië. De koffie duurt daarom langer en na elkaar omhelsd te hebben vertrekken wij: wat een leuke, lieve, aardige mensen zijn dit! Ondanks dat we elkaar nog maar vier weken kennen en er een aardig leeftijdsverschil is, is er een enorme klik tussen ons vieren: we zijn regelmatig met elkaar opgetrokken, wat als vanzelfsprekend verliep en hebben in die tijd regelmatig serieuze gesprekken gevoerd die je niet zomaar met iedereen hebt. Die band zal blijven en we gaan hen ook zeker weer ontmoeten in Nederland, maar voor nu is het voorbij. We zijn weer met z’n tweeën op pad en gaan de “voet” van Italië in vandaag. Het is ook nu weer zonnig en droog. De weg voert ons voortdurend door een bergachtig landschap. Eerst zijn de bergen dan weer dichtbij, dan weer ver weg en we zien hier en daar in de verte een besneeuwde bergtop. We steken het schiereiland over van de oost- naar de westkust en gaan daarbij dwars door de bergen heen met een aaneenschakeling van bruggen en tunnels. De herfst is hier overduidelijk later, want de mooie herfstkleuren zijn uitbundig aanwezig op de hellingen. Ook wordt overal op het land hard gewerkt: de oogst wordt binnengehaald (o.a. sinaasappelen, olijven, mandarijnen, kool en aardappelen) en er worden ook weer gewassen gepoot. Rond een uur of vier stoppen we bij een camping in het dorpje Pizzo. We zijn weer eens de enigen op deze wat “verlopen” plek. Maar het voelt goed, want de eigenaresse is erg hartelijk en aardig.
Dinsdag zijn we alweer om negen uur op pad. Eerst rijden we naar het meest westelijke puntje van het Italiaanse vasteland, waarbij het voortdurend bergachtig is. M’n vader heeft lange tijd een Märklin treintafel met berglandschap gehad. Deze bergen doen me hieraan denken: veel afzonderlijke, vrij “kleine” puntige bergen met door mensen bewerkte hellingen en hier en daar een huis. Na zo’n 100 kilometer dalen we af naar het stadje Villa San Giovanni, kopen een ticket en pakken de veerboot naar Sicilië. Een half uur later rijden we op de kade van de stad Messina en worden onze autoramen weer eens ongevraagd gewassen voor een stoplicht door een “bedelaar”. Eigenlijk hebben we nog geen land gehad met zoveel bedelaars als in Italië. In het centrum van Messina parkeer ik - net als alle Italianen doen - de camper dubbel, zet m’n knipperlichten aan en wacht op Lidy die ondertussen in het postkantoor is om het pakje met haar nieuwe simkaart op te pikken. Helaas is het er nog niet, dus zullen we het op moeten halen als we over één à twee weken weer van Sicilië vertrekken. Na weer een aantal tenenkrommend smalle straatjes gaan we op weg naar de stad Catania, aan de voet van de vulkaan de Etna. Deze actieve vulkaan is al van ver te zien. De besneeuwde top - dan weer zichtbaar, dan weer in de wolken – spuugt af en toe een grijze aswolk uit. Een imposant gezicht! Eind van de middag staan we op een camping bij Catania en horen vijf meter onder ons de Middellandse Zee golven klotsen. ’s Avonds gaan we op tijd naar bed, want morgenochtend worden we opgepikt door onze gids en gaan we de Etna op. Superveel zin in!
Woensdag 29 november worden we om kwart over negen bij de camping opgepikt door onze gids van vandaag: Philippo. Hij gaat ons begeleiden naar één van de hoogtepunten van vandaag, de 3300 meter hoge vulkaan Etna. Het andere hoogtepunt is dat ik vandaag precies 35 jaar getrouwd ben met Lovely Lady Lidy. Dat trouwen was vooral zakelijk belangrijk, verder niet. Het houden van elkaar des te meer. En dat deden we! Ondanks (of dankzij) alles wat we samen hebben meegemaakt is dat nog altijd zo. En het is door het reizen van de laatste maanden eigenlijk nog veel intenser geworden. Ik hou zoveel van Lidy dat ik soms het idee heb dat er tekort aan ruimte is in m'n borst. Later meer daarover. Terug naar onze Etna-trip. Philippo brengt ons - we zijn met z’n achten - naar de oostzijde van deze nog steeds actieve vulkaan en verteld hier veel over. De eerste stop is bij een dal dat in z’n geheel gevuld is met een oude lavastroom. Imposant om dit gestolde natuurgeweld te zien. Daarna verder omhoog, waarbij de bomen langzaam verdwijnen en het landschap steeds desolater wordt. We gaan een stukje een lavagrot in, ontstaan door de hete lucht die z’n weg naar buiten zocht in de stollende lava. Mooi om te zien. Maar de klap op de vuurpijl is toch wel de wandeling van ongeveer anderhalf uur langs een aantal oude kraters. Eerst lijkt het allemaal tegen te gaan vallen, want door de plotselinge dichte mist zien we alleen de zwarte lavasteen voor onze voeten en verder niets. Daarbij maakt de keiharde wind en een gevoelstemperatuur van min tien (het is feitelijk 0 graden) het er niet leuker op. Dat wordt gelukkig ruimschoots goedgemaakt als de mist ineens wegtrekt en er zich een zwart en buitenaards landschap aan ons openbaart. Surrealistisch en schitterend om hier in te lopen en dit met eigen ogen te zien! Philippo - een erg leuke kerel - vertelt ons heel relaxed erg veel over alle aspecten van Etna. Op de terugweg krijgen we van hem nog tips over Siciliaans eten en goede restaurants, want Lidy en ik gaan vandaag natuurlijk uit eten. Zo zitten we een paar uur later op zijn advies in Restaurant Quarante en genieten van heerlijke “gamberetto, pesce spada e salmone” met een lekker wit wijntje en vertellen we elkaar waarom na 35 jaar de liefde nog steeds gloeit en bloeit tussen ons. Goed om te horen waarom je van elkaar houdt, want zo vaak zeggen we dat niet! Nokvol gaan we terug naar de camper, waar we nog een fles bubbels laten knallen en proosten op elkaar. Love is in the air!
We pakken deze bewolkte, maar warme (20⁰C) laatste dag van november de bus en stappen uit midden in het centrum van Catania. We lopen via het Piazza del Duomo met de olifantenfontein, het stadhuis en toevallige mode fotoshoot naar de vismarkt: ons eerste doel van vandaag. En wat voor een vismarkt! Vooral het drukke centrale pleintje met de door elkaar schreeuwende vissers is echt geweldig om te zien en te horen. Gelaarsd staan ze voor hun tafels vol met inktvis, zwaardvis, garnalen, schelpen, mosselen, makreel, dorade en ga zo maar door. Er wordt gehakt, gefileerd, gewogen en geboden. De vis is hier zo vers, dat je de visstank (je weet wel) nauwelijks ruikt hier. Van de vismarkt gaan we over naar de even drukke - maar minder schreeuwerige - grote groente, vlees en warenmarkt. We kopen paarse bloemkool, Siciliaanse kaas en Lidy vindt haar bol wol voor Italië (ze schiet al lekker op met alle “landenlapjes” voor haar deken). Als we met de bus teruggaan, stappen we uit bij “ons” restaurant van gisteravond. We hebben namelijk nog een “granita” tegoed, want die ging er gister niet meer in. Dit van oorsprong Siciliaanse en op ijs lijkende toetje is zalig. Terug bij de camper maken we een plan voor de aankomende week op Sicilië, want we gaan morgen weer verder met ons rondje op dit eiland.
Het is één december en het regent voor het eerst sinds tien weken weer eens tijdens onze reis. Het kan slechter, dus ons hoor je niet klagen. We laten Catania achter ons en zetten koers naar de zuidelijker gelegen stad Siracusa. Daar aangekomen verkennen we de stad een paar uur. Het is ons al snel duidelijk dat ook hier barok hoogtij viert in de op een schiereiland gelegen oude binnenstad met z’n stokoude dom, uitbundige fontein, paleizen, theaters en nauwe straatjes. Voor de aankomende week op Sicilië kopen we een boek met veel mooie wandelingen in de nationale natuurparken op het eiland. Helaas is het boek in het Italiaans, maar de routes staan er duidelijk in. Dat moet lukken dus. We gaan er morgen direct eentje doen hier in de buurt. En natuurlijk eten we ijs, want Italianen staan bekend om hun gelati en dat is ook niet voor niets! Heerlijk. Hierna pakken we de camper weer en rijden - af en toe de ruitenwissers aan - nog zo’n 20 kilometer door naar een camping bij het plaatsje Avola. We vinden het mooi geweest vandaag, rommelen nog wat aan en kijken een dvd’tje.
Dat was het dan voor deze week. Ik spreek jullie volgende week weer. Tot dan!
Geschreven door DeTrip