Vandaag - zaterdag 21 augustus - stappen we om acht uur uit onze camper zo de wolken in. Bilbao onder ons is verdwenen en het is klammig fris. We zijn zo vroeg opgestaan om vandaag, samen met Jon en Jeroen, Bilbao te bezoeken. Een uur later staan we - mondmaskers in de aanslag - bij de bushalte. Na een rit in een nog bijna lege bus (op een aardige chauffeur na) stappen we om tien uur uit in het oude centrum. Ondertussen zijn de wolken verdwenen en schijnt de zon uitbundig. We doorkruisen het oude deel van Bilbao met z’n prachtige nauwe straatjes met veelkleurige huizen, balkonnetjes, waslijnen en bloemen. Het is nog erg stil in de straatjes en op de pleinen. Spanjaarden zijn niet van die vroege vogels (ik begin ze steeds meer te mogen!). Na een uur nauwe straatjes, kerken, kathedralen en selfies maken, vinden we het mooi geweest, drinken een kop koffie en gaan op pad naar het Guggenheim museum over de brede boulevard langs de rivier. Dan komt het Guggenheim museum in zicht: hét hoogtepunt van Bilbao. En dat is niet voor niets. De buitenzijde van het gebouw is al geweldig om te zien. Het is uniek met z’n ronde vormen en scherpe hoeken die volledig bekleed zijn met weerschijnende, zilverkleurige panelen. Wij staan stil bij en onder de negen meter hoge spin - “Maman - voor het museum en maken natuurlijk weer selfies. De wachtrij voor de ingang is enorm, maar gelukkig hebben wij online tickets gekocht. Wij passeren daarom lachend de wachtrij en nadat onze temperatuur is gecheckt, staan we ons te vergapen aan de binnenzijde van het gebouw, die volledig in overeenstemming is met de buitenkant. De kunst die we zien vinden we uiteraard wisselend mooi of niet. Hoogtepunten zijn onder andere de enorme kleurige en spiegelende bos tulpen (we blijven tenslotte Hollanders), de gigantische stalen sculpturen (“The Matter of Time”) van Richard Serra, de tentoonstelling over de Roaring Twenties, de werken van Anselm Kiefer, Andy Warhol en natuurlijk een stoel van Gerrit Rietveld. Dit was zeker de moeite waard! Na dit prachtige museum lopen we kriskras terug naar het oude centrum en lunchen in een restaurantje waar veel locals zitten. We volgen het voorbeeld van onze carnivoor Jeroen en eten een heerlijke Filete de Ternera (biefstuk dus) met patat en salade. Jon en Jeroen pakken daarna de bus terug, terwijl wij het oude centrum nog eens induiken. Stom natuurlijk, want vanwege de siësta zijn de straten weer stil, de cafe’s bomvol en de winkels dicht. Dus ook de bus weer in en een half uur later zijn we weer thuis. ’s Avonds zien we van bovenaf het nieuwe ufo-achtige voetbalstadion van Athletic Bilbao (“La Catedral”) vollopen voor de wedstrijd tegen Barcelona. Onder een volle maan genieten we van het massale “Ohhhhhhh!”, “Ahhhhhhh” en “Goooooooooool!!!!!” wat er uit “La Catedral” klinkt tijdens de wedstrijd, terwijl wij de life-stream volgen op Jeroen’s laptop. Bijzonder om mee te maken zo. We gaan tevreden slapen.
Op de ochtend van zondag 22 augustus belt Jon met camping “Playa De Regenton” of er twee plaatsen beschikbaar zijn voor ons. En “Yes”, dat is het geval! We zijn dus in ieder geval nog twee dagen gezellig samen. De camping heet eigenlijk “Playa de El Regaton”, maar je snapt dat dat al snel Playa De Regenton wordt voor ons Nederlanders. Een uurtje rijden en we worden vriendelijk ontvangen en krijgen super plaatsen: naast elkaar en schaduwrijk door het bladerdak van prachtige breed uitwaaierende platanen. Na de vijf minuten durende opbouw van ons kampement is Jeroen erg verdrietig: één van zijn REEF slippers begeeft het. Terwijl Jon dit vakkundig met naald en draad repareert, rouwt Jeroen om zijn slippers die het al drie jaren uithouden om zijn voeten. Op zich al een ongelofelijke prestatie! Dus ’s middags samen op zoek naar nieuwe slippers. Helaas niet bedacht dat de winkels zondags gesloten zijn. Morgen nieuwe kansen. Terugfietsend naar het uitgestrekte strand komen Jeroens technische kwaliteiten aan de oppervlakte als de ketting van Jon haar fiets er af loopt. Even later strijken wij neer op de Playa en genieten we van het koele water. Helaas scheiden hier al snel onze wegen als Jon haar telefoon niet kan vinden. Bang dat deze nog op tafel ligt voor de camper, zit ze niet meer rustig en keert terug naar de camping. Lidy en ik bakken nog even door. Na een ijsje is het mooi geweest en keren we ook terug. Jon is gelukkig weer helemaal ontspannen, want haar telefoon lag in de camper. ’s Avonds leren we Jon en Jeroen ons favoriete spelletje Qwixx en dat hebben we geweten! Hun ongeluksdag is duidelijk ten einde en omgeslagen in geluk. We worden namelijk genadeloos verslagen door hen. Jon en Jeroen (maar vooral de laatstgenoemde) vinden het een leuk spel zeg! Morgen pakken we ze terug.
Stel je voor: Jeroen, Jon, Lidy en ik samen op een camping, luifels naar elkaar toe en tafels tegen elkaar aan. Lekker burgerlijk, ANWB “campinggedrag” zeg maar. Op elkaars lip en veel kletsen met elkaar: gezellig, diepzinnig, koetjes, kalfjes, slap lullen en als het maar even kan (Jeroen en ik dan vooral) lopen zieken tegen en over elkaar. We lachen ons zo nu en dan tranen met tuiten. Zo vlogen de afgelopen dagen op een heel relaxte sfeer voorbij en zo gaan we vandaag - 23 augustus - heerlijk verder. Tussen het kletsen door shoppen we wat in het oude, verassend leuke stadje. Jeroen vindt z’n REEF slippers en is weer helemaal gelukkig, hoewel door de (door Jeroen ondergewaardeerde) naaikunst van Jon de oude slippers het nog prima doen.
In de middag gaan Jon, Lidy en ik een stukje fietsen, terwijl Jeroen lui in z’n stoel blijft liggen lezen. We houden niet zo van de gewone weg, dus kiezen we zandpaden en hobbelwegen. Dat dit soms niet zo handig is, merk ik al vrij snel. Lidy rijdt voorop en koerst doelgericht een zandpad in en verdwijnt om de bocht. Wij volgen en ik zie Jon nog net voor me als ik blijf steken in het mulle zand en zijdelings onderuit ga. Precies met m’n hand in zo’n fijne oude bramenstruik met veel doornen. Arm geschaafd, pijnlijke ribben en een hand vol doornen is het resultaat. Het had erger gekund. Na het uittrekken van alle doorns ben ik er wel klaar mee, neem afscheid van Jon en Lidy en ga terug. Zij fietsen nog even naar het strand en eten natuurlijk een ijsje. ’s Avonds barbecueën we, eten heerlijk en lachen veel (Of was het andersom? Ik denk allebei eigenlijk). We kijken hierna samen met tientallen anderen naar de prachtige zonsondergang en spelen natuurlijk weer Qwixx. En yes! Dit keer ben ik onverslaanbaar!
Op een zonnige dinsdag de 24ste augustus nemen we ’s ochtends afscheid van Jon en Jeroen. Jammer dat onze wegen scheiden, maar blij dat we zulke supergezellige dagen hebben gehad samen. Zij gaan naar de ons bekende Picos en wij gaan richting het noorden. Al weer een beetje richting Nederland zeg maar. Eerst rijden we langs de prachtige Atlantische noordkust van Spanje: vaak een steile rotskust met hier en daar prachtige, drukke zandstranden. Nadat we “Adios España!” uit het raam roepen terwijl we de Spaans/Franse grens passeren, wordt het na Biarritz weer vlak en zijn de ons bekende dennenbossen terug van weggeweest. We verlaten de kust en trekken het ook vlakke binnenland in. Na 400 kilometer stoppen we vandaag bij het plaatsje Roquefort, zo’n dik 100 kilometer onder Bordeaux. Helaas niet het Roquefort van die blauwschimmel kaas, want daar ben ik dol op!
We karren weer door op woensdag 25 augustus. Het landschap is saai: kaarsrechte wegen en meestal zo plat als een dubbeltje. Pas als we de rivier “Garonne” oversteken wordt het mooier om ons heen. We doorkruisen uitgestrekte wijngaarden op de hellingen van de heuvels waar we doorheen slingeren. Zo nu en dan worden deze onderbroken door velden zonnebloemen, die - nu de bloei voorbij is - allemaal verdrietig hun kop laten hangen. Nadat we ook de “Dordogne” rivier zijn overgestoken, wordt het nog heuvelachtiger en mooier. Begin van de middag stoppen we bij camping “Le Pont” in het dorpje Lisle, vlakbij Périgueux. Als je denkt dat het druk is op campings in Frankrijk? Nou, hier niet, want zeker 90 procent van de plekken zijn leeg. Camping “Le Pont” ligt (hoe raad je het zo!) naast een brug over een klein riviertje. Morgen gaan we hier kanoën, maar eerst vanmiddag een stuk fietsen naar het kasteeldorp Bourdeilles hier vlakbij. Ik open Google Maps, voer Bourdeilles in, druk op “Route”, “Fietsen”, kies de route die niet over de grote weg gaat en daar gaan we dan! Na een paar kilometer heuvel op, heuvel af, rijden we over een prachtig landgoed en staan we voor de asfalt weg die we moeten hebben. Er staat alleen een hek tussen ons en de weg, een gesloten hek helaas. Als we weer teruggaan worden we verbaasd nagekeken door de gasten bij het zwembad. Niet veel later leidt Google Maps ons nogmaals onverharde landweggetjes op. De laatste boer die we tegenkomen zwaait ons verwonderd na als we opgewekt “Bonjour!” naar hem roepen. Na een stuiterende afdaling door velden met van die strorollen, gaan we omhoog het bos in en stoppen bij een volledig door bramenstruiken overgroeid pad. Dit gaat zo echt niet Google! Terug maar weer. De boer kijkt nu nog verbaasder, maar nu ook hoofdschuddend, Zo van: “Stelletje mafkezen!”. Na een route uitgezet te hebben voor een auto, komt het helemaal goed en zijn we in mum van tijd in het kasteeldorpje. Echt zo’n Frans dorpje met steile straatjes en authentieke, wat vervallen huizen. Hierboven torent het 12de eeuwse, imposante kasteel Bourdeilles. Na een uur (en een ijsje) pakken we de fiets weer en keren terug naar de camping. Ook weer via een route voor auto’s. Dat lesje hebben we nu wel geleerd!
We doen het rustig aan op donderdag 26 augustus. We klaren wat klusjes in en rond de camper. Lidy maakt weer een gehaakt beest af (een kip dit keer), terwijl ik de kano tevoorschijn haal. We staan aan het riviertje de “Dronne” en het wordt 30 graden, dus ’s middags peddelen we weer eens rustig stroomopwaarts over het super heldere water van de door het landschap slingerende rivier. We zonnen tussendoor een halfuurtje op een afgelegen weilandje tussen de koeienvlaaien. Gelukkig stond de wind de goeie kant op. We kanoën rustig met de stroom mee terug en na een uur of wat staan we weer op de kant bij de camping. Genietend van een biertje en een frisje bespreken we de aanstaande dagen richting huis. We zitten nu in de laatste week van deze reis en we hebben genoten van elkaar, het reizen, al het moois dat we hebben gezien en de mensen die we hebben ontmoet. Toch hebben we de mensen thuis ook gemist, waarbij op de eerste plaats Dolf, Soey en de kleine kiddo’s. We zijn dolblij die lieverds volgende week weer in onze armen te kunnen sluiten.
Op de ondertussen wat krakende en rammelende fietsen zijn we de volgende dag vroeg onderweg naar het stadje “Brantome en Perigord”. Er is echt zo’n Franse markt en dat vinden we beide wel weer eens grappig. Na een mooie - zonnige, maar nog frisse - tocht langs prachtige kasteeltjes, glooiende velden verdrietige zonnebloemen en mais komen we aan in oude centrum van het stadje dat op een eilandje in de rivier de “Dronne” ligt. We zijn de volle parkeerterreinen buiten het dorp al tegengekomen, dus we zijn gewaarschuwd voor de drukte. En dat is het! Zo’n hoop toeristen hebben we lang niet gezien. Niet erg, want wij zijn het tenslotte ook. We struinen over de markt, waar alles te koop is wat je verwacht op een Franse toeristische markt. Het stadje zelf is prachtig: nauwe oude straatjes, leuke pleintjes en de bekende “Café au Marché”, “Bar du Pont” en “Restaurant La Abbaye”. Dat laatste omdat het prachtige klooster een erg mooie blikvanger is aan de andere kant van de rivier. Na het (vooral voor Lidy) zoveelste ijsje, kopen we een paar koffiebroodjes en lunchen in het mooie park tegenover het klooster onder de gigantische mammoetbomen (= een soort enorme cipres). We zitten een tijdlang lekker mensen te kijken (“Moet je die zien!”, ”Als jij me dat zou flikken!” enzovoort ), waarna we de fiets pakken en via dezelfde weg terug keren naar onze camping. ’s Middags pakken we de kano in, spelen een potje KUBB (wat ik gelukkig win) en probeer ik weer eens m’n longboard uit. Dat laatste is van korte duur, aangezien ik al snel merk dat een tweeënzestigjarige geen kleine steentjes tegen moet komen op het asfalt. Even later check ik - gelukkig nog heelhuids - samen met Lidy de campings rond de stad Tours aan de Loire, waar we morgen naar toe gaan. We willen daar nog een dagje fietsen. We gaan dus verder noordwaarts, richting huis.
Volgende week zaterdag voorlopig het laatste verslag. Tot dan!
Geschreven door DeTrip