Het is zaterdag 24 maart. We zijn nog steeds in het Parque Naturel Cabo de Gata in Zuid Spanje en het waait keihard. We doen vandaag van alles en nog wat: huishoudelijke klussen en ik loodgieter wat om een kapotte kraan te maken. Maar eigenlijk houden we ons vooral bezig om de tijd door te komen. Onze gedachten zijn veel bij Floor. Altijd al, maar zeker rond de 25ste maart: de dag dat ze is overleden. ’s Middags waaien we letterlijk en figuurlijk uit als we een korte wandeling maken en Lidy een prachtig veldboeket plukt voor Floor.
Tja, wat moet ik vertellen over onze zondag 25 maart. Om 9 uur zitten we allebei aan het ontbijt en naast me ligt al een berg natte zakdoeken. De tranen komen in golven en zijn dan even niet te stoppen. Vannacht heb ik de laatste paar uren wakker gelegen en de 25ste maart 2011 in flarden herbeleefd. De zwartste en zwaarste dag van ons leven. Alles was als in een nachtmerrie: midden in de nacht de politie voor onze deur, de autorit naar het VUMC, het zien dat Dolf (“Tering, wat hou ik van die jongen.”) definitief z’n onbevangenheid verliest, de gesprekken (steeds slechter nieuws) met de IC-artsen, het laatste afscheid en nog zoveel meer. Maar het ergste was het gebroken zitten naast jou, Floor, en wanhopen! Ik kan niet uitleggen hoe verschrikkelijk dat was. Net als voor heftige liefde, zijn er voor intens verdriet geen woorden. We missen je nog elke dag, schat! We hebben leren omgaan met het altijd aanwezige gemis en het verdriet, maar op een dag als vandaag is het weer helemaal op de voorgrond. Alles wat we doen vandaag (iets verder naar het noorden trekken en wandelen in een vogelgebiedje) is vooral een soort bezigheidstherapie. We zien wel wat, maar onze gedachten zijn de hele tijd bij jou, Floor. We zeggen weinig tegen elkaar, zijn in eigen gedachten verzonken en raken elkaar zo nu en dan even aan. We weten wel zo’n beetje wat er in de ander omgaat. Zo hebben we het samen ook gered na jou overlijden, Floor, en zijn niet uit elkaar gegroeid: ieder rouwt en heeft verdriet op zijn/haar manier, maar we delen dit wel met elkaar. Zo bleef en blijft er begrip voor de ander. We krijgen vandaag regelmatig berichtjes van lieve mensen die òf aan ons denken òf bij het graf van Floor zijn geweest (om een kaarsje te branden of een bloemetje neer te zetten). Echt fijn om te weten dat mensen met ons meeleven. Ook krijgen we foto’s van onze lieverds Dolf en Soey, die bloemen hebben neergelegd bij de plek op het Mercatorplein waar Floors fatale ongeluk is gebeurd. Dit doen we elk jaar zelf en super dat zij dit nu willen doen! Als we ’s avonds ons bed opzoeken, zijn we bekaf en blij dat deze dag voorbij is.
Lidy heeft goed geslapen vannacht met een slaaptablet. Ik - ook met pil - tot zes uur, waarna het echt niet meer lukt. Naweeën van gisteren en de tijd is in het weekend verzet. Maar ook wordt ik - hoe ouder ik wordt - steeds vroeger wakker. Ik ben wat dat betreft familiair belast, want m’n Pa had hetzelfde. Na het ontbijt hebben we fijn uitgebreid WhatsApp videocontact met Dolf: hoe hij en wij gisteren de dag zijn doorgekomen, hoe leuk de wintersportweek met Soey is geweest en zijn/onze plannen voor de aankomende tijd. Daar knapt ons humeur in ieder geval iets van op en we voelen ons dan ook weer wat beter als we onder een helderblauwe hemel doorrijden richting de noordelijker gelegen stad Murcia. Halverwege deze rit krijgen we een regen van kleine steentjes tegen onze vooruit, waardoor er allemaal kleine putjes in worden geslagen. Twee hiervan - waarvan één al kleine barsten vertoont - zijn echt te erg om te negeren,. Eén tik op onze voorruit en hij ligt in duizend stukjes, dus wij op zoek naar de Spaanse variant van “Carglass”. In de stad Lorca vinden we die en worden direct geholpen. Een uurtje later en 60 euro armer is ons raam weer schokbestendig. Met gerust hart rijden we verder en zo komen we halverwege de middag aan op het camperpark bij Murcia. Deze stad ligt zo’n de 50 kilometer van de Middellandse Zee in een dor gebied tussen schaars begroeide bergen. ’s Middags schrijf ik het verslag over gisteren en lopen de tranen weer over m’n wangen.
Dinsdag de 27ste maart is het zomers warm: strak blauw en 26 graden. Zalig! Om een uur of tien maken we de fietsen rijklaar, stappen op en rijden naar de stad Murcia. We fietsen zo’n 15 kilometer langs een slingerend riviertje met daarnaast velden met citroenbomen, kool, sla en artisjokken. Veel citroenbomen dragen nog vrucht, maar bloeien tegelijkertijd heerlijk geurend. De artisjokken worden net geplukt door mannen die met mes in de hand en grote manden op hun rug tussen de artisjokken sjokken. Zo is vast de naam van deze groente geboren. In Murcia aangekomen bekijken we onder andere de imposante kathedraal met z’n vele bouwstijlen, het stadhuis, winkelen wat en lunchen lekker in het zonnetje. We vinden Murcia een relaxte stad. Tel hierbij de zon op en dat wij na zondag weer even wat relaxter zijn en je krijgt een Lidy en Hans die het naar hun zin hebben. Na nog een ijsje pakken we de fiets en keren terug naar de camper, waar we eindelijk weer eens barbecueën. Dit was een goeie dag.
De volgende dag is een herhaling van gisteren, alleen fietsen we nu de andere kant op naar de stad Orihuela. Zo goed als alles is een herhaling van gisteren: De zon, de citroenbomen, de kolen, het riviertje, het ijs en zelfs de barbecue. Alleen de artisjokken plukkers zijn er vandaag niet. Ondanks dat vinden we het gewoon lekker om te fietsen.
Lidy slaapt net als de afgelopen nacht slecht. Zij “slikt” even niks. Ik wel. Ik neem voor het slapen nog een codeïne tablet. Ik weet het: dat is eigenlijk geen slaaptablet, maar ik heb even niet anders en het werkt wel. Ondanks dat we na zondag een opgelucht gevoel hebben dat die dag voorbij is, schieten deze hele week herinneringen door ons hoofd van hoe de heftige week na Floors overlijden verliep. Bijvoorbeeld het heftige verdriet, de korte nachten, de vele lieve mensen over de vloer, het naast Floor zitten (opgebaard in haar bed in de kamer), de groeiende hoeveelheid bloemen en alles moeten regelen wat we nooit hadden willen regelen. Ook al is het zeven jaar geleden, het lijkt als de dag van gisteren.
Voor vandaag - donderdag 29 maart - proberen we de draad weer op te pakken: we breken de boel op en trekken zo’n 50 kilometer westwaarts. Een korte rit door ruig, schraal heuvelachtig gebied. We slaan voor een paar dagen in bij de Lidl en komen dan aan bij de grote en volle camping bij het stadje Bullas. Het is Paasweekend en alle Spanjaarden lijken van de gelegenheid gebruik te maken een familieweekend te organiseren. Er is nog wel plek voor ons aan de rand van de camping; een beetje weg van de “straatjes” met Spanjaarden. En dat vinden we helemaal net erg, gezien de geluidsproductie van een gemiddelde Spanjaard tot midden in de nacht. ’s Middags gaan we nog “even” een mooie wandeling doen vanuit de camping. Dat “even” loopt wat uit de hand. We lopen vier uur door de heuvels, die bedekt zijn met velden druivenranken, amandel- en olijfbomen. En het stikt van de vlinders, waarvan de konings- en koninginnenpage het mooist zijn! De zon brandt er lekker op los en er worden al snel verschillende lichaamsdelen bedreigd. Als we dan eindelijk “thuis” zijn, is dat koude biertje waar we ons al een uur op verheugen echt hemels! En over hemels gesproken: het is aankomend weekend Pasen en in deze streek van Spanje worden tijdens de verschillende feestdagen processies gehouden. Vandaag is het Witte Donderdag, dus wij op de fiets naar het centrum van het stadje Bullas. Als wij om half negen in de schemering bij de kathedraal aankomen, valt de drukte nog wel mee. Maar daar komt snel verandering in. Ver weg horen we duidelijk de grote trom die de maat aangeeft, terwijl de kleine trom z’n grote broer roffelend in het ritme volg. Langzaam komen ze dichterbij en we horen trompetters en fluiten zich aansluiten bij de dreunende processiemarsen. En daar komen ze dan om de hoek: in hun midden een enorme draagbaar met een Christelijk tafereel die te maken heeft met het Laatste Avondmaal. Zestien boetelingen voor en zestien achter staan onder de draagbalken en torsen zo dit zware gevaarte, waarbij zij zich in de maat van de mars langzaam schuifelend voortbewegen. Als je naar de draagbaar kijkt over de hoofden van de toegestroomde menigte, zie je een zwevende en heen en weer wiegende beelden(groep) langskomen. Echt een (te) gek gezicht. Tot onze verbazing komen er verschillende optochten met draagbaren (naar later blijkt vanuit verschillende parochies) naar de kathedraal en lijkt er schijnbaar geen enkele orde te zitten in de aankomst. Ik zal niet in detail treden, maar het mag duidelijk zijn dat als al die verschillende optochten - met verschillende draagbaren - uiteindelijk één optocht hebben gevormd er een behoorlijke tijd overheen gaat. Dan wordt op het plein voor de kathedraal het Laatste Avondmaal gespeeld, waarbij de draagbaren zo hun eigen rol hierbinnen hebben. Daarna zet de stoet zich weer in beweging om het hele stadscentrum te doorkruisen. Het was mooi en bijzonder om te zien, maar voor ons heeft het nu wel lang genoeg geduurd, dus wij vertrekken. Als we een stuk verderop door de hoofdstraat fietsen, zitten daar nog mensen netjes op stoelen te wachten op de optocht: “Ik zou nog een paar biertjes nemen, want ze zijn er nog lang niet!” roep ik. Helaas voor hen verstaan ze geen Nederlands.
Goede Vrijdag - de 30ste maart - pakken we voor de derde keer de fiets deze week. We gaan een fietstocht maken over één van de vele “Vias Verdes” in Spanje. “Vias Verdes” zijn fietsroutes over oude, opgedoekte treintrajecten: spoorrails weg en asfalt erop, zeg maar. Wij zitten precies in het midden van een Via Verde route en gaan vandaag naar Caravaca de la Cruz. Ik had er geen idee van, maar dit stadje is één van de vijf heilige steden (binnen het Christendom) van de wereld en bedevaartsoord. Met stevige tegenwind fietsend op waar ooit rails hebben gelegen, kunnen we ons zo de fluitende stoomlocomotieven voorstellen als we de spoorbruggen en -tunneltjes over- en doorgaan. We hebben wijds uitzicht over de omgeving met (hoe kan het ook anders) amandelplantages, olijf- en wijngaarden op de heuvels. Dit wordt opgevrolijkt door witte, roze en paarse bloesem. Echt prachtig! Als we in Caravaca aankomen, worden we direct getrakteerd op nog een processie. Deze is vergelijkbaar met die van gisteravond, alleen staat het nu in het teken van de kruisiging en dood van Jezus. De muziek is daarom droeviger en de taferelen op de draagbaren anders. Toch staan we weer een tijdlang verwonderd te kijken naar dit bijzondere schouwspel. Na nog een kop koffie gaan we op de terugweg: “Yes, windje mee!”. Zo zijn we in de loop van de middag weer thuis en zitten nog even uit de wind achter de camper. Uiteindelijk is het toch net te koud en vertrekken we naar binnen.
Tot volgende week weer.
Geschreven door DeTrip