Na weinig nachtrust en veel gepieker, kijk ik ’s ochtends 24 juli Lidy met kleine oogjes aan. Zij heeft ook slecht geslapen, maar dat is gebruikelijk voor haar. In tegenstelling tot mij heeft Lidy geen moment aan Spanje gedacht. Ik val met de deur in huis en deel met haar m’n zorgen over naar het oranje Spanje gaan. En Lidy reageert als de vrouw waarvan ik hou: “Als het niet goed voelt voor jou, moeten we het niet doen.” En dat was het dus: we gaan niet naar Spanje.
Oké, maar wat dan? Het is even een knop omzetten, maar dan zijn we er ook snel uit. We staan bij de Pyreneeën, een prachtig berggebied dat wij niet kennen. We trekken daarom landinwaarts langs de Frans-Spaanse grens en gaan lekker wandelen en fietsen in de Pyreneeën. We gaan op weg - het weer is koel en aangenaam - naar het stadje Oloron via kleine D-weggetjes. Al snel rijden we door een sterk heuvelig landschap met kleine dorpjes en weidse uitzichten. Regelmatig bereikt ons het geluid van koeienbellen en de geur van vers gemaaid gras. Onderweg doen we boodschappen, waarbij ik achteruit inparkeer (“Zal ik even uitstappen om te kijken, Hans?” ”Nee joh, dat gaat me wel lukken, Lidy!”) en de lampen van onze fietsendrager bijna aan gort rijd. De schade voor m’n ego is gelukkig groter dan die van de fietsendrager. Halverwege de middag komen we aan op de camping in Oloron, een stadje aan de voet van de Pyreneeën. Onze schaduwrijke plek onder de esdoorns is ruim en heerlijk rustig. Tegen de avond doorkruisen we op de fiets nog het plaatsje Oloron waar, behalve wijzelf, geen toerist te bekennen is. We kopen een fiets- en wandelkaart: we gaan actief doen de aankomende dagen!
Op een bewolkte en koele zondag 25 juli gaan we zo’n 3 à 4 uur wandelen hier vlakbij. Even een opwarmertje voor wat er verderop deze week komen gaat. Eerst een tochtje van zo’n 10 kilometer op de fiets over heuvelachtige weggetjes en dan start de wandeling bij een kerkje in een boerengehucht. Wandelen is een totaal andere dimensie dan fietsen: we letten ineens weer op alle kleine dingen om ons heen. Kwetterende vogels, fladderende vlinders en veel wilde planten in alle kleuren van de regenboog. Ik fotografeer me te pletter, terwijl Lidy - “Ik loop vast even door hoor.” - telkens ver voor me uit loopt over de stijgende en dalende paden. Soms versnelt Lidy haar pas nog eens en lijkt het een soort snelwandelen te worden, terwijl zij verwilderd om zich heen kijkt en met haar handen om zich heen slaat. Als ik haar buiten adem eindelijk inhaal en om het water vraag, gooit ze mij de fles toe en zegt op geïrriteerde toon: “Ik loop door! Er zitten horzels hier en ze moeten mij hebben!”. Zo blijkt dat sommige kleine dingen om ons heen toch minder leuk zijn als je wandelt. Ik heb gelukkig nergens last van. Ondanks dit ongemak genieten we van de vergezichten, de natuur en de rust. We komen geen mens tegen. Dit was een fijne opwarmer.
We hebben ondanks het koele weer best wel gezweet, dus moet er op de camping weer gedoucht worden. Op zich heerlijk, maar ik zie er vandaag tegenop. Op campings heb je het maar te doen met de douches die er zijn. Het wisselt nog wel eens, zeg maar. Zo heb je bijvoorbeeld te smerige, te koude, te kleine en te korte douches. Niets van dat alles hier. Nee, het is hier gloeiend heet! Je kunt niks bijregelen, want je hebt alleen een drukknop. Het is dus gloeiendheet water of niks! Gisteravond heb ik dit al ondervonden en allerlei strategieën uitgeprobeerd om niet te verbranden: er snel onderdoor lopen, op je hurken eronder gaan zitten, met m’n handen water verzamelen en over me heen gooien. Niets helpt echt! Daar komt bij dat m’n huid nog lichtelijk overgevoelig is door de vele zon die het te verduren heeft gehad de laatste week. Je kunt je dus wel voorstellen dat gisteravond geen liedjes, maar vooral krachttermen vanuit mijn douchecabine te horen waren. En nu moet ik toch echt weer douchen!
Maandag 26 juli begint met een voorzichtig zonnetje tussen de wolken door. Ondanks dat Lidy weer waardeloos heeft geslapen, beginnen we om een uur of elf aan de 60 kilometer lange fietstocht van vandaag. Deze leidt ons door de uitlopers van de Pyreneeën. Een sterk heuvelig en vooral agrarisch gebied, waar de tijd stil heeft gestaan: kleine gehuchtjes rond kerkjes, veel mais, hier en daar koeien in de wei, boerderijen met kleurige luiken en ook hier weer geen toerist te bekennen. Het is ondertussen heerlijk zonnig geworden als we neerploffen bij het enige dorpscafeetje dat we tegenkomen. Hier is koffie nog gewoon koffie, want cappuccino kennen ze niet.
Soms stevig klimmend en dan uiteraard weer hard bergafwaarts (helmen op vandaag, want het gaat soms tegen de 50 kilometer per uur) gaan we verder door dit mooie, rustgevende landschap. Terug bij de camper bespreken we samen het laatste nieuws uit Nederland dat geen enkel Europees land meer oranje of rood is vanaf morgen. Had dat even een paar dagen eerder bedacht! Wat zullen we doen? Ons oorspronkelijke plan weer oppakken? We besluiten morgen eerst dieper de Pyreneeën in te gaan om daar lekker te wandelen en dan kijken we wel. We hebben tenslotte nog vijfenhalve week. En hopelijk slaapt Lidy vannacht wel goed.
De volgende dag - Lidy wordt de 27ste juli wakker na heerlijk geslapen te hebben - rijden we maar een halfuurtje verder de Pyreneeën in. Het landschap veranderd drastisch van glooiende heuvels naar bergachtig. Hoge rotswanden boven steile weiden, af en toe een boerendorp of een kolkende rivier naast ons. Al snel zijn we bij onze nieuwe camping met prachtig uitzicht op de bergen. Bij zwaarbewolkt weer zoeken we een plekje, maken een lunchpakket en gaan wandelen door het dal. Na een saai begin langs de rivier wordt het pas leuk als we door kleine gehuchtjes komen en de rotswanden naar ons toebuigen. Doordat we regelmatig de weg kwijt zijn, wordt de wandeling echt vervelend lang. Ik ben er eigenlijk helemaal klaar mee, maar alles wordt dan goed gemaakt door de rode wouw, een enorme roofvogel die - zo blijkt - hier in grote getale voorkomt. Een koppel van deze vogels voert vlakbij ons een showtje thermiekbeheersing op. De parapenters die ook regelmatig overvliegen zijn vast jaloers op ze. Al wandelend heeft Lidy ondertussen contact met Irene (een collega), die met haar man John op vakantie zijn en toevallig in de buurt zijn. Zij komen ons morgen een avondje vergezellen. Wij slaan alvast benodigdheden voor de gezamenlijke barbecue in. En, niet onbelangrijk, zij zijn ook fanatieke Qwixx spelers. Dus dat wordt gezellig!
Op woensdag 28 juli pakken we eerst de fiets naar het beginpunt van de wandeling: een klein, uitgestorven dorpje, zo’n tien kilometer verder het dal in en een paar stevige haarspeldbochten hoger. Het begin van de door mij uitgezochte wandeling is direct super steil en dat blijft zo het eerste anderhalf uur. Helaas zitten de bergtoppen om ons heen in de wolken, maar ondanks dat zijn de vergezichten prachtig. Vooral Lidy heeft hier na zo’n driekwartier fors stijgen maling aan. We zweten beide als een otter en Lidy is een grootverbruiker van de zakdoekjes om haar hoofd droog te houden. Ze heeft het helemaal gehad met deze wandeling. Om haar te motiveren zeg ik: “We zijn er nu echt bijna hoor, Lidy.” Na vier keer wordt dit uiteraard behoorlijk ongeloofwaardig, vandaar dat een echtelijke crisis al snel in de lucht hangt. Eindelijk zijn we dan op het hoogste punt, wijkt de crisis en kijken we weer eens goed om ons heen als we uitpuffen op een boomstam. Het is mooi hier: het diepe dal met het ondertussen piepkleine dorpje, de ruisende beken, de cirkelende roofvogels en de half wilde paardenkudde op de helling. Als we na een weer steile afdaling bij de fietsen terug zijn, is het voor mij duidelijk dat Lidy graag de volgende keer de wandeling samen wil uitzoeken.
Terug op de camping zitten Irene en John al voor hun camper. Wat maf en superleuk om elkaar hier te ontmoeten! We hebben een erg gezellige avond samen met barbecue, veel - vooral heerlijk slap - geklets en natuurlijk een stevig potje Qwixx die ze lang zal heugen. Ik win namelijk ongenadig en dat litteken zal nog lang pijn blijven doen. Blijven oefenen John!
Na een ontbijtje samen - op de ochtend van een bewolkte donderdag 29 juli - nemen we hartelijk afscheid van Irene en John en trekken verder de Pyreneeën over. Ja, toch naar Spanje en Portugal hebben we besloten. Dat was tenslotte ons oorspronkelijke plan.
Wat een prachtige tocht is dit! We genieten van de slingerende rit stroomopwaarts langs de kolkende rivier en de ruige, imposante bergen om ons heen. Als we na de acht kilometer lange tunnel Spanje in rijden, is de hemel strakblauw en maakt de zon het direct erg warm. Ook hier ruig gebergte, maar direct valt op dat het droger is. Hoe verder we het laagland in rijden hoe droger het wordt. We laten de stad Jaca achter ons en volgen de wild stromende Rio Gállego. Uiteindelijk komen we bij onze nieuwe stek aan de voet van Las Peñas de Riglos: vreemd door de wind geërodeerde rode rotsformaties. We hebben een heerlijk schaduwrijk plekje onder de olijf- en amandelbomen. Nadat we zijn afgekoeld in het frisse water van de Rio Gállego bellen we met Dolf en Soey en zien de eerste vertederende lachjes van onze kleine Woody (“Ah, oh, wat lief!”). Nog een paar weken en dan zien we hem gelukkig weer “life”. Daarna genieten we nog van een prachtige zwoele avond onder een heldere sterrenhemel.
De volgende dag staan we tegen elven, na een steile klim met de camper, op de parkeerplaats van “Castillo de Loarre”, een prachtig bewaard kasteel uit de elfde eeuw. We zijn weer vroeg op pad gegaan op deze zonnige vrijdag 30 juli, want onze volgende stop is zo’n 300 westelijk van ons. De omweg om dit kasteel te zien was zeker de moeite waard. Hoog verheven boven het uitgestrekte dal is iedere naderende vijand goed zichtbaar en barse, hoge muren doen je de lust al vergaan om het aan te vallen. Helaas voor ons was een rondleiding niet meer mogelijk.
Dan gaat de reis verder. Eerst door oneindig veel glooiende, goudgele stoppelvelden van pas gemaaid graan. Dit veranderd langzaamaan in een lappendeken van olijf- en amandelgaarden op roodgele hellingen. Tegen de tijd dat we de bekende Riojastreek inrijden wordt dit beeld weer vervangen door strak in de rij staande wijnstokken. Ondertussen komen we Spaans klinkende stadjes tegen die boven op heuvels prijken: Calahorra, Santa Anastasia en Los Caballeros. Bij het passeren van deze plaats krijg ik direct het beeld voor ogen van wijlen m’n ketting rokende pa, zittend achter het stuur van onze knalgele Volkswagen Passat: in z’n rechter mondhoek altijd een Cabellero (zonder filter natuurlijk), z’n rechteroog zo goed als dichtgeknepen tegen de omhoog kringelende rook, terwijl we met z’n vijven (Pa, Ma, broer Harm, zus Ada en ik) in een dikke blauw rookwalm richting onze caravan in Zeeland reden. Ongelofelijk als je je dit nu bedenkt!
M’n mijmeringen worden onderbroken als we het berggebied “Sierra de la Demanda” inrijden en ik weer op de slingerende weg moet letten. Na alle droge gebieden is het hier opvallend groen. Zo’n 30 kilometer dit gebied in ligt onze eindbestemming van vandaag: een camping aan een grote stuwmeer. Hier - zo’n 200 kilometer recht onder Bilbao - blijven we zeker twee dagen staan om te wandelen en een “Via Verde” te fietsen.
Tot volgende week weer.
Geschreven door DeTrip