Zaterdag de tiende maart zijn we nog bij Sonja en Ton in Portugal. Het weer is vandaag goed en na een wasje te hebben gedraaid, gaan we met z’n vieren op pad in de buurt. Eerst naar het dorpje Castro Marin, waar vandaag een zigeunermarkt is. Hier lijkt het of we in Beverwijk op de zwarte markt lopen, zowel qua koopwaar die wordt aangeboden als qua taal die wordt gesproken, Nederlands dus. Het stikt hier namelijk van de gepensioneerde landgenoten die hier overwinteren. Markten hebben we bij overvloed gezien in Marokko, dus zijn we heel snel klaar met deze. Gelukkig heeft Castro Marin meer te bieden en bekijken we nog het middeleeuwse fort en kasteel. Ton heeft bijzonder veel interesse voor de expositie van afschuwelijke martelwerktuigen van de inquisitie. Ton is erg handig met z’n handen en aangezien hij “maakt wat ie ziet” zou ik, als ik Sonja was, voorlopig even uitkijken! Weer “thuis” spelen we ‘s avonds het voor ons onbekende spel “Skip-Bo”. Tot twee keer toe win ik. Dat is nog eens een leuk spel!
We doen heerlijk huiselijk en zondags op de 11de maart. Zo draaien we weer een was, kijkt Lidy hoe ver het is met haar “lapjesdeken” en naait ze de trui van Sonja verder in elkaar. Sonja super blij! Verder wandelen we tussen de buien door naar het strand en terug, gaan heerlijk uit eten en leren Sonja en Ton het spel “Qwixx” van ons. Vooral Ton heeft het spelletje snel door en heeft het dan ook erg naar z’n zin als hij wint. En dat is te merken, want zoals Sonja’s gevleugelde uitspraak luidt: “Hij lult de gaten in je sokken!”.
De maandag begint met een heerlijk verfrissende douche bij onze gastheer en - vrouw thuis. Een uur later kunnen we allebei weer douchen, omdat het angstzweet ons uitbreekt: we zijn onze paspoorten kwijt! We kunnen ze echt nergens vinden: niet in het tasje waar Lidy ze altijd in heeft, niet in onze kluis, nergens in de camper. Dit kan toch niet waar zijn! Tot Lidy op het idee komt om in de auto van Sonja en Ton te kijken, waar we gisteren mee heen en weer naar het restaurant zijn gereden. Daar liggen ze "gewoon" op de achterbank. Pffffffff …., wat een opluchting! Eénmaal weer op adem gekomen, nemen we hartelijk afscheid van Sonja en Ton en zetten koers naar het westen. Langs Faro, Albufeira en vanaf Lagos noordwaarts. Het is droog, mooi heuvelachtig en ook hier duidelijk lente: bloemen in alle kleuren langs de weg en veel bloeiende bomen. Vooral de prachtige en knalgele mimosa valt op. Dan zijn we bij ons doel van vandaag: het dorpje Aljezur. Hier wonen Tom, Evy, hun zoontje Skip en teckel Slater nu een jaartje of drie. We kennen Tom van het snowboardles geven - lang geleden - in Huizen. Maar vooral van het surfcamp in het Franse Mimizan, waar Floor een aantal jaren als begeleider heeft gewerkt en dik bevriend was met Tom. Sinds Floors overlijden hebben we best een speciale band met Tom en Evy. Na een warm onthaal, gaan we nog even naar het vijf minuten van hun huis gelegen strand. Omdat het al laat is, zien we geen surfers, maar dit is echt een surfgebied, omdat de golven vaak erg goed zijn. Geen toeval dat Tom en Evy hier wonen, want ze zijn helemaal gek van surfen. Daarnaast zijn ze de drijvende krachten achter het bedrijf “Surflife”, die al jarenlang te gekke surftrips verzorgt voor jongeren en zelfs hele gezinnen in Frankrijk, Spanje en Portugal. Dus hier zitten ze lekker centraal. Na even lekker banjeren op het strand en een graafsessie van Skip en Slater, eten we heerlijk in een restaurantje in Aljezur en bekijken hun verassend leuke Atlantic Lodge, één van de locaties van hun surftrips. Daarna buiken we uit bij Tom en Evy thuis.
Nadat Skip naar school is gebracht, stappen we dinsdag 13 maart met z’n vieren in 4x4 auto van Tom en Evy en laten zij ons de omgeving van Aljezur zien. Alleen dan voor het grootste deel offroad. We hotsen en schudden door eucalyptusbossen, rijden over rode modderpaden en dwars door enorme plassen. Zo laten we de heuvels achter ons en komen uit bij zee, waar we de loodrecht uit zee oprijzende cliffs en de er tussenin gelegen mooie stranden bewonderen. Naast dat dit een echte wandelstreek is, komen hier zoals gezegd veel golfsurfers. Tom ziet de mooie surfgolven rollen, krijgt acuut de kriebels en besluit vanmiddag nog even te gaan surfen. Nadat we lekker geluncht hebben bij een schitterend gelegen restaurantje op één van de cliffs gaan we Skip halen. Ook vandaag heeft Skip - wat een heerlijk mannetje is dat! - natuurlijk zin om op het strand te spelen en Tom kan het surfen niet laten, dus zo zitten we even later te kijken hoe hij de - volgens hemzelf - niet echt fantastische golven pakt. Maar Tom kan het niet schelen: “Gewoon ff lekker in de golven liggen en peddelen is ook al relaxed.”. Eenmaal weer thuis genieten we van de door Evy klaargemaakte lasagna, waarna we de hele avond lekker verder bijkletsen.
Op woensdag de 14de maart laten we - na afscheid te hebben genomen van Tom, Evy en Skip - Aljezur achter ons en gaan in de regen oostwaarts richting Spanje. Het weer wordt daar stabieler en beter dan aan de westkust van Portugal. We slingeren weer tussen de heuvels door die begroeid zijn met broccoli-bomen, zoals Skip zeer toepasselijk de parasoldennen noemt. Ook passeren we - natuurlijk, we zijn in Portugal - veel keramiekwinkels. Rond enen zijn we bij Albufeira en gaan lunchen bij het lekkerste kiprestaurant van deze streek: Restaurant Ramires in een dorpje vlakbij Albufeira. Deze lunch hebben we cadeau gekregen van onze vrienden Dennis en Tamara. Super leuk! En ook super lekker blijkt al snel. Na te hebben genoten van deze lunch vervolgen we onze weg met twee behoorlijk ronde buiken. We passeren de Spaanse grens en slaan voor Sevilla af naar El Rocio. Dit bedevaart dorpje ligt in het Parque Nacional De Doñana, aan de zuidkust van Spanje. Dit enorme gebied met meren, moerassen, duinen en dennenbossen is een erg belangrijk (trek)vogelgebied in Europa. We willen hier een paar dagen blijven staan om vogels te spotten, maar ook om ons weer even te resetten: voor de tweede keer lukt het helaas niet om Bart en Jopie te ontmoeten in Spanje en ik heb de laatste dagen wat last van een reisdipje. Voor mijn gevoel zijn we op de terugreis en is onze reis voor bijna afgelopen, terwijl we nog bijna één-derde voor de boeg hebben. Idioot, maar het is niet anders. We strijken neer op een top camping bij het dorpje El Rocio, want alles is dik in orde op deze camping. Hier houden we het wel een paar dagen uit.
Donderdags de 15de maart gaan we vogels spotten: verrekijker mee, telelens op de camera en vogelboek in de rugzak. We lijken wel de baardmannetjes, alleen heeft Lidy geen baard (vindt zij). We zijn nog geen kilometer bij de camping vandaan gefietst of daar is de eerste observatiepost. We kijken hier onze ogen al uit en zien flamingo’s, lepelaars, steltlopers en verschillende soorten eenden op deze enorme plas. Ik klik heel wat af met m’n fotocamera. Ik zie collega vogelspotters die enorme telelenzen op hun camera hebben en wil acuut ook zo’n ding om nog betere foto’s te kunnen nemen. We fietsen door, gaan het park verder in en komen langs nog een aantal prachtige observatieposten. We zien weer verschillende water- en roofvogels, maar de mooiste is toch wel de zwarte ibis met z’n kromme snavel en z’n rood-groene verenkleed. Na het vogels spotten doorkruisen we het dorp El Rocio. Dit is zeker geen gewoon dorp. Op de inwoners na is het er nu behoorlijk verlaten, maar met Pinksteren stroomt het hier vol met tienduizenden pelgrims uit heel Europa om de heilige maagd van El Rocio te eren en door het dorp rond te dragen. Wij bekijken de centrale kerk met de heilige maagd, fietsen rond in het stadje op de zandpaden en bekijken de vele broederschapshuizen. Maf dorp! 's Avonds spelen we tot veel te laat het van Sonja en Ton gekregen spelletje Skip-Bo.
Op een zonnige vrijdagochtend 16 maart pakken we weer de fiets, maar rijden nu naar een dorpje van waaruit een aantal wandelingen en fietstochten beginnen in het natuurpark. De 20 kilometer naar het dorpje leidt ons over een kaarsrechte weg: een soort “gebed-zonder-end” bij Hilversum, alleen dan vijf keer zo lang. Eerst langs enorme aardbeien-, mango- en bessen kwekerijen en dan door uitgestrekte dennenbossen van broccoli-bomen . Het fietst lekker soepeltjes en we genieten van de vele bloemen langs de weg. Eenmaal in het dorp doen we - na een koffietje - een fietsroute over een zandpad door dennenbossen met regelmatig uitzicht op weides, olijfgaarden en kurkeikbossen. Ook hier is de lente volop aanwezig: alles bot uit en het barst van de bloemen. Naast dat we lekker fietsen zien we nauwelijks bijzondere vogels vandaag, laat staan dat ik ze fotografeer. Ondanks dat hebben we het naar ons zin. Op de terugweg blijkt al snel waarom het zo soepeltjes ging vanmorgen, want we hebben nu windje tegen en we stijgen voortdurend een klein beetje. Stevig doortrappen dus. Geen probleem! Dat gevoel verandert als we op dit “gebed-zonder-end” ook nog ingehaald worden door een enorme onweersbui. We denken vol weemoed terug aan ons besluit vanmorgen de regenjassen thuis te laten. De laatste tien kilometer rijden we in de regen en zijn dan ook tot en met onze onderbroek nat en koud als we “thuiskomen”. Lidy haar benen zijn zeker verkleurd na een dagje een korte broek aan. Alleen zijn ze blauw geworden in plaats van bruin. Maar het leed is snel geleden als we lekker warm hebben gedoucht en de zon toch weer tevoorschijn komt om onze kleren te drogen. Ondanks dit natte pak is trouwens m’n reisdipje - net als de onweersbui van vandaag - overgetrokken. Lekker hoor!
De aanstaande week gaan we - denken we nu - door naar het oosten van Spanje. Wat, waar en hoe horen jullie natuurlijk volgende week weer. Tot dan!
Geschreven door DeTrip