Het is 9 september en we rijden door naar Vilnius, de hoofdstad van Litouwen. De wegen zijn kaarsrecht en het landschap is licht glooiend met ontelbare hooibalen op de velden. Hier en daar staat een vervallen, maar nog bewoonde boerderij. Het doet armoedig aan. Tijdens het rijden moet je goed uitkijken, want de snelweg in de Baltische staten is wat anders dan bij ons. We komen fietsers, voetgangers (vaak met emmers geplukte bessen en/of paddenstoelen) en tractoren tegen. Daarnaast is er in mijn ogen een vrij agressieve rijcultuur: te hard, altijd bumperkleven en gevaarlijk inhalen. Tot nu toe gaat het gelukkig allemaal goed. In Vilnius aangekomen zetten we de camper op een 24-uurs parkeerplaats. Het is droog vandaag en een graadje of 20. Lekker! Vilnius is mooi, heeft een grote oude binnenstad met statige pleinen, leuke straatjes, veel winkels en superveel kerken (en in elke is een trouwerij gaande of net klaar). Het contrast is groot met de vervallen, grauwe, bakstenen flatgebouwen als we buiten het centrum komen. Tijdens het - nog even snel - shoppen gaan we op de foto met een paar tieners die een stelletje Hollanders in Litouwen heel bijzonder vinden. “Can we take picture sir? Because otherwise no one believe us!”. Oké, Minsk is dichtbij; we zijn dus ver van huis, maar we zijn niet in de binnenlanden van Zimbabwe! Maar goed, zij helemaal blij! Na nog een hamburger met frites gaan we terug naar de camper waar we nog lang wakker zijn door een touringcar met een onnodig (vinden wij) draaiende motor. Wij winden ons er niet over op trouwens. Een whisky’tje extra en wat langer slap kletsen met elkaar. Daarna goed geslapen.
Op zondag 10 september – de dag begint zonnig! - gaan we eerst fietsen rond een meer bij het nabijgelegen plaatsje Trakai. Op een schiereilandje in het meer ligt ook een mooi kasteel. Als we er aankomen blijkt Trakai het Valkenburg van Litouwen te zijn: gigantisch veel mensen, restaurants, cafés, parkeerplaatsen, waterfietsen, bootjes enzovoort. Onze fietstocht zit er trouwens snel weer op. Lidy heeft zich namelijk vergist in de afstand: zij dacht 15 km heen en 15 terug. Al snel blijkt die 15 kilometer heen èn terug te zijn, dus we zijn binnen een uur weer terug. Oké, maakt niet uit. Het was mooi en vooral het kasteel ligt prachtig in het meer. We starten de camper en planken de rest van de dag richting Polen. Het slechte weer zit ons namelijk op de hielen. Dat zien we niet alleen op Weeronline, maar ook in onze achteruitkijkspiegel. En ook in Polen is er weer van alles te koop langs de kant van de weg: niet alleen paddenstoelen, bessen en fruit, maar nu ook prostituees.
Om een uurtje of vier komen we aan in de stad Suwalki, net over de grens in Polen. Het is hier nog zonnig en met 23 graden hebben we het sinds weken niet zo warm gehad. Heerlijk! En er is een feestje gaande vanwege – zo blijkt - de herdenking van de dag van de onafhankelijkheid. Wij feesten even mee en gaan dan - eindelijk is het er weer voor - ijs eten. Daarna zoeken we een camping op, waar het slechte weer ons inhaalt.
De 11de september worden we vroeg wakker met regen. Het blijft ook hier de hele week slecht, dus ons plan herzien we maar weer: we trekken door naar het zuiden van Polen, waarbij Auschwitz ons eerste doel is. Dit stond ook op ons “programma” binnen onze reis, maar uiteraard later. Met de vlam in de pijp vertrekken we, want we willen zo’n 650 kilometer afleggen! Na een kilometertje of 100 is er niet veel meer dan een waakvlammetje in de pijp over. We schieten voor geen meter op, want het wegennet van Polen blijkt één grote bouwput. Meestal kunnen we niet harder rijden dan 50 km/uur en als we harder kunnen zit er een vrachtwagen voor ons. Het is sowieso heel erg goed opletten op de Poolse wegen wordt me al snel duidelijk. Dacht ik dat de rijcultuur in de Baltische staten slecht is: in Polen is het nog veel erger. Keihard rijden en zeer gevaarlijk inhalen met bijna ongelukken blijkt heel normaal. We zien zo veel kruisbeelden langs bepaalde wegen dat ik niet kan geloven dat deze allemaal van verkeersdoden zijn. Google (zoekterm: kruisbeelden langs wegen Polen) helpt me snel uit de droom, want de hoeveelheid verkeersdoden in Polen zijn veruit de meeste van Europa. Autorijden in Polen wordt zelfs vergeleken met Russisch Roulette! Uitkijken dus! Na zo’n 500 kilometer en veel gezoek (onze navigatie hebben we ondertussen uit gezet. Deze dacht dat we voortdurend in het weiland reden en zei verontrustend vaak “Keer om!”) geven we het op en gaan - vermoeid van een hele dag autorijden - op een camping staan. Morgen weer een dag, maar hopelijk dan wel droog, want het regent nog steeds.
Het is de ochtend van 12 september droog na een hele nacht regen. Fijn! We rijden vandaag door naar Auschwitz via een te bezichtigen zilver- en kopermijn in de buurt. We rijden door een soort Ruhrgebied van Polen. Hier stonden van oudsher veel steenkolenmijnen. Een aantal zijn al gesloten, maar nog niet allemaal. Onderweg is het een aaneenschakeling van niet echt aantrekkelijke, steenkool-groezelige steden en stadjes in een licht glooiend landschap. Polen is erg katholiek en dat blijkt ook wel uit de opvallend veel grote, lelijke, oude en nieuwe kerken. Bij de mijn aangekomen start er net een rondleiding. De nog geen anderhalve meter hoge vrouwelijke gids maakt ons in zeer gebrekkig Engels duidelijk dat als we opschieten we nog mee kunnen met deze rondleiding. We laten de geplande koffie schieten, bezoeken haastig het toilet (de rondleiding duurt anderhalf uur) en sluiten ons aan bij de groep, die verder alleen uit Polen bestaat. Lidy heeft een pak A-viertjes met de vertaling gekregen, wat superhandig blijkt te zijn in een mijn waar je het meest van de tijd geen ruk ziet. De vertaling blijkt – toen we het later nog eens hebben nagelezen - of zeer summier te zijn of de gids zeer lang van stof. Maar goed: de grote lijn was duidelijk hoor. Het afdalen in de mijn en het rondlopen met helm is het leukst. Ook wordt nu duidelijk waarom onze nog geen anderhalve meter hoge gids uitermate geschikt is voor deze job: zij stoot nooit haar hoofd in de vochtige, nauwe, lage gangetjes. Ik vermoedt dat een maximale lengte van 150 cm één van de selectiecriteria voor de vacature van “Gids in zilvermijn M/V” is. Achter haar hoor je echter om de paar seconden “Kloink”, “Schchchch” en “Auw” van het tegen het plafond stoten van één van onze hoofden met helm. Ongetwijfeld lacht onze gids veel tijdens haar werk (in haar vuistje). Na het bezoek aan deze mijn zijn we doorgereden naar de parkeerplaats van Auschwitz, waar we vannacht gaan slapen. We komen er achter dat we eigenlijk van te voren tickets hadden moeten reserveren (tip voor iedereen: doe dit wel!). Onzeker of we morgen wel naar binnen kunnen, gaan we slapen.
Op woensdag 13 september - het is zonnig, maar fris - staan we om half acht al voor de kassa van het Auschwitz Museum waar je nog eventueel beschikbare tickets kunt krijgen. Gelukkig is dat het geval en worden we vanaf half elf door een zeer sympathieke en goed Engels sprekende gids rondgeleid: ’s ochtends zijn we in Auschwitz I en ’s middags in het vijf kilometer verder gelegen Birkenau, ofwel Auschwitz II. Veel hierover is bij iedereen al bekend en ik zal er daarom niet veel over zeggen. Alles wat je ziet en hoort is doordrenkt met een onbevattelijk menselijk lijden. Wat een verdriet, angst en wanhoop moet er in deze kampen zijn geweest! Wat mij ook erg raakt is het feit dat intellectuele mensen deze onmenselijke vernietigings-productielijn ontworpen en geperfectioneerd hebben. En de enorme schaal waarop dit systematisch moorden plaatsvond is ongelofelijk. Vooral in Birkenau wordt dat heel erg duidelijk.
Na dit bezoek vertrekken we richting Krakau en praten tijdens het rijden nog een tijd na over wat we hebben gezien en gehoord vandaag. De indrukken van vandaag laat je niet zo even los. We zetten de camper op een camping in Krakau, pakken de fietsen en gaan voor de tweede keer in ons leven deze prachtige stad bekijken. Het oude Krakau is een museum op zich: de vele kerken, de middeleeuwse straatjes, het mooie plein met lakenhal, er is te veel moois om op te noemen! We gaan nu een paar uurtjes naar de stad, want jaren geleden hebben we Krakau uitgebreid bekeken. Mocht je ooit de kans krijgen: ga deze prachtige stad zien!
De 14de september is het prachtig weer. Wij willen naar een natuurpark bij het Tatragebergte, op de grens met Slowakije, zo’n twee uur rijden van ons vandaan. Het lukt ons alleen niet om er te komen. Dat heeft alles te maken met de gekmakende en overal aanwezige wegwerkzaamheden! Op de snelweg, de provinciale weg, in de stad en op het dorpsplein: overal ligt het open! Na veel vertragingen, anderhalf uur file, wegomleggingen en -versperringen (allemaal door wegwerkzaamheden) zijn we het helemaal beu (Lidy is zo saggerijnig dat zij zelfs geen bol wol uit Polen meer voor haar sprei hoeft!). We besluiten niet verder te gaan. Vlakbij, net over de grens in Slowakije, is een camping aan een meer. Doen we dat toch! Dan maar geen natuurpark. Doei Poolse bouwput! Hallo Slowakije! In de avond gaat het hard regenen, maar hé: we hebben in de middag wel heerlijk genoten van het lekkere weer en de bergen waar we sinds vandaag weer tussen zitten. Morgen kijken we wel wat we gaan doen.
Na een hele nacht regen trekken we de volgende dag toch een kleine 50 kilometer door in Slowakije. Ik hoor jullie denken: “Gasten, blijf nou ’s ergens wat langer staan! Rustig aan, tijd zat!”. Is ook zo en willen we ook, maar het slechte weer achtervolgd ons steeds. We worden er zelf ook kriegelig van. We spreken af dat we na Wenen (daar zijn we over 1 à twee dagen) rustiger aan gaan doen, weer of geen weer. Ondertussen rijden we door de Lage Tatra - een mooi berggebied in midden Slowakije – en maken een supersteile en glibberige wandeling. We rijden nog een klein stukje verder naar onze camping. Ook in Slowakije wordt weer gevaarlijk auto gereden. Zeg maar gerust als debielen. We worden ingehaald door een vrachtwagen als een tegenligger over het topje van een heuvel komt. Vrachtwagen vol op de rem, waardoor een frontale botsing op het nippertje wordt voorkomen. Pfffff …… gelukkig. Daarna wil die gast ons gewoon weer inhalen. Dat lukt ‘m niet, aangezien ik ‘m niet de kans geef er langs te komen. Ons in gevaar brengen doet ie geen tweede keer!
Vlak voor de door onze beoogde camping is de weg afgesloten. Nee, dit keer niet door wegwerkzaamheden, maar omdat er een wielerkoers gaande is. Ik ga checken bij de politieagent voor het stopbord hoe lang dit nog gaat duren. De goeie man verstaat geen woord over de grens en ook geen enkele inzittende van de ronkende auto’s in de file. Een auto vol Slowaakse jongens lachen me vol uit. Dat vond ik prima, want zij snapten vervolgens ook niet wat ik hierop te zeggen heb. Uiteindelijk valt het mee en kunnen we de camping op, waar wij weer de enige gasten zijn. We beëindigen de dag zittend op een bankje in de zon. Wie had dat gedacht!
Volgende week onder andere naar Wenen. Tot dan weer!
Geschreven door DeTrip