Ruim een maand niet gewandeld, hoe bestaat het!? Nou, terugblikkend op de maand augustus snap ik het zelf wel hoor. Eerst kwam zoonlief voor 'een weekje' over en dat werd ruim een maand; de eerste paar zondagen bleven we gezellig thuis voor hem, het was ook vreselijk slecht weer, dus dat scheelt. En daarna was ik jarig, ik vierde het op zondag de 20ste met prachtig mooi weer en lieve familie in mijn achtertuintje. 62 zomertjes tikte ik aan. De week erop stond de zondag in het teken van het afscheid van ons kind, ook het weer liet te wensen over. 's Avonds gingen we met zijn drietjes uit eten in ons dorp Krommenie dat inmiddels rijk is aan talloze best wel heel goede eethuisjes. De zoon wilde graag pizza eten, dus het werd De Italiaan. Pizza omdat ze in Hongkong heel veel lekker eten hebben maar geen goede pizza's zoals bij ons in Nederland, grappig genoeg. De 28ste vloog hij weer van ons weg, eerst voor nog een weekje Portugal bij vrienden en toevallig is hij gisteravond weer teruggevlogen naar Hongkong, alwaar hem vast een stormachtige ontvangst wacht omdat Typhoon Saola er nog huishoudt, gelukkig is de windkracht afgenomen, maar toch, vermoedelijk treft hij een verdwaasd Hongkong aan dat na twee dagen heftige storm en regen het gewone leven weer probeert te hervatten.
Hier is niks meer van regen en wind te bespeuren: het is schitterend nazomer weer, de komende dagen wordt het zelfs weer subtropisch warm. Wij, Ruut en ik, ontvluchten de hitte en vliegen naar het koele Zuiden, haha, we gaan de Fishermen's Trail wandelen. Donderdag a.s. zijn we in Lissabon, en in het weekend starten we de wandeling. Logjes en foto's volgen a.s.a.p. Wens ons sterkte, want zo koel is het er nu ook weer niet, rond de 25 graden, met een zonnetje en gelukkig een wolkje op zijn tijd.
Gisterochtend, zondag 3 september, tuften we met onze wandelmaatjes Loes en Toon al vroeg naar het Oosten des lands. Op naar Buren in Gelderland dit keer. Deze wandeling stond al een paar maanden op het wensenlijstje van Ruut, door de warmte en dan weer door de regen of door bezoek van zoonlief, was het er maar niet van gekomen. Maar nu gaan we ervoor!
Best een heel eind rijden, bijna 100 kilometertje bij ons vandaan. We zijn er iets over tien uur, hebben er een dik uur over gereden. Eerst even het stadje zelf in, het ziet er zo mooi uit. De brug over riviertje De Korne leidt ons naar de entree van het historische pittoreske centrum; wat een lust voor het oog weer! Onder de brug zien we een fijn terras liggen, pal aan De Korne, die onthouden we als we weer terug zijn, zeggen we tegen elkaar. We kuieren het stadje in, op zoek naar Koffie, want onze hoofdjes staan nog een beetje op slaperig. Helaas, we zijn gewoonweg te vroeg, in Buren is het op zondagochtend nog muisstil en de cafe's en restaurants zijn nog dicht. We gaan ervan uit dat we onderweg wel een fijne uitspanning tegen gaan komen met een terrasje enzo; we gaan op pad. De brug weer over en dan rechtsaf, over een fraaie singel met uitzicht op de vestingmuur en de achterkanten van eeuwenoude huizen met prachtige tuinen; onder de vestingmuur, aan de rivier, allemaal bijzonder oogstrelende moes- en bloementuinen. Wat een paradijsje hier, zeg!
We moeten de singel verlaten en oversteken naar een buurtje rond een oud kerkje. Het is er levendig, auto's parkeren in, bezoekers stappen uit, fietsers en wandelaars arriveren. Er klinkt muziek en een man roept van die bingo-dingen door een microfoon. We gaan het terrein rond de kerk op en zien tot onze vreugde een prachtig tafereel. Er blijkt een fancy-fair te zijn, bewoners verkopen oude rommeltjes, zelf gemaakte jam, honing en zakken walnoten. De oude rommeltjes variëren van glaswerk tot schoenen en ook oude bordspelen en heel verrassend, een leuke poppenkast uit de jaren zestig. Loes overweegt haast om 'm te kopen voor de kleinkinders! Nostalgisch memoreren we hoe dat vroeger ging met die poppenkasten. We hadden ze allemaal, toch, wij kinderen uit de jaren '50 en '60. En we speelden er echt mee. Zouden kinderen van nu het nog begrijpen, vragen we ons af, wat de bedoeling is van zo'n poppenkast?
Er blijkt overigens koffie te koop op de fancy-fair, maar, niet helemaal zoals wij 'm graag drinken: uit een grote thermoskan met van die papieren bekertjes, we hopen op een uitspanning met terras onderweg, laten de koffie de koffie en verlaten dit feestgedruis. Achter ons klinkt de stem van de bingo-man en die wordt naarmate we verder wandelen, zachter en zachter. We denken zelf dat de opbrengst van de fancy-fair vast voor de grote lege, lichtjes verwaarloosde pastorie is. Dat zag er zo verdrietig uit; dat mooie pand met her en der planken voor de ramen, een verwaarloosde tuin eromheen. Hopelijk komt er genoeg geld vrij om de boel eens lekker op te knappen.
We komen op een provinciale weg - niet ons ideale wandelweggetje, maar goed, we gaan door - en passeren een biologische varkensfokkerij. Horen Knir Knar en Knor al van verre gieren en knorren. Als we dichterbij komen zien we iets schitterends! Sowieso lopen de grote dikker varkens lekker vrij rond, zwart van de modder maar er blijkt ook een grote plas gevuld met modderig water en daar liggen me een paar varkens toch in te genieten! Het lijkt wel of ze in het bubbelbad van de sauna liggen te chillen: zo genieten, die twee! We staan vertederd naar ze te gluren door de bosschages. Een paar stoere motormannen stopt zelfs even om net als wij naar die genietende varkens te kijken. Ze moeten eens weten hoe leuk we ze vinden, die varkens!
En door gaan we weer. We mogen een gras-pad op. Het pad leidt ons een paar kilometer achter elkaar langs landbouwgrond en weilanden. Het wordt een beetje warm en we puffen ervan. Mopperen soms ook een beetje op dit pad dat wel erg ongelukkig loopt; we zijn genoodzaakt goed op te letten waar we onze voeten zetten, anders zwikken we nog. Dat leidt er wel toe dat Antonio - met zijn echt opvallende scherpe blik - een prachtige, grote mot op een paar bloemen ziet zitten. Hij pakt het beestje op en als het zijn vleugels spreidt, heeft het de grootte van een vogeltje. Wonderschoon! Nog nooit zo'n grote mot gezien in ons landje! Toon geeft 'm de vrijheid en daar fladdert het beestje weer weg.
We vervolgen onze weg en komen bij een plek waar stro op de grond ligt. Gaan daar onze boterhammetjes eten; er zijn geen bankjes onderweg waar we kunnen zitten, dus dan maar op zijn Swiebertjes in het hooi, naast een prachtig watertje vol Libelles, riet en andere waterplanten. Zo'n schoolplaten-watertje! We genieten van onze bruine bolletjes met kaas - wat een toeval, we hebben dezelfde bolletjes van de Appie - en drinken onze Doppers bijna leeg, zo dorstig zijn we door het warme, broeierige weer.
Na pauze nr. 1 gaan we weer door, nog een paar kilometer graspad met rechts van ons een bos. Er passeert ons een prachtige goudbruine jachthond, althans, die kwam al voorbij toen we zaten te eten. Het beest is totaal niet in ons geïnteresseerd, loopt daar rond als heer en meester van dit gebied en is al snel weer uit beeld. Wij zien ineens een pas gedode rat liggen, echt, het beestje is nog warm en slap, het moet net gedood zijn. We gaan ervan uit dat de hond van zojuist een eind aan het leven van dit knaagdier heeft gemaakt.
En dan, eindelijk, bereiken we het eind van het hobbelige graspad en kijk eens wie daar vanachter de bomen opduikt?! Juist, de goudbruine jachthond. Hij blijft nu wel even bij ons staan, laat zich vriendelijk toespreken en loopt een stukje met ons op. Staat ongeduldig te kijken als we eerst even de verkeerde kant oplopen, totdat we door hebben dan we weer terug het veld in moeten, maar dan aan de andere kant van het watertje, dat overigens een kreek of riviertje blijkt te zijn, de Assche Weetering. De hond wacht tot we het hek van Waterschap Rivierenland door zijn en gaat dan zijns weegs. Wij lopen door een wel heel kort gewiekt grasland; 'het lijkt wel gemaaid', zeggen we. Moeten een hek over klimmen en dan weer een; 'wel een beetje gek', vinden we, 'wat een rare route, zo, door stukken land met gesloten hekken'. We komen op een landje vol bruin-witte schapen, een beetje huiverig, want er zitten rammen tussen, maar de beestjes groeperen zich en rennen mekkerend en blatend van ons weg. Wij klimmen hek nummer zoveel over, lopen door en dan ineens ontwaren we een vrouw die iets naar ons roept. Oeps! We blijken ons op haar terrein te begeven, 'dit is prive-terrein', moppert ze. Ze vraagt via welke app we wandelen - 'Komoot', zeg ik bedremmeld - en ze zegt dat ze die al een paar keer heeft gemaild dat het pad niet hierlangs moet lopen. Ze stelt ons voor weer terug te lopen langs het bos, dat is ook van haar, maar daar mogen we wel lopen, hoor. 'Ja, dikke ... ', denk ik, moeten we dat graspad weer kilometers terug lopen?! Dan is onze wandeling verpest! Ik vraag of we alsjeblieft toch dat allerlaatste stukje door haar 'tuin' mogen lopen, het pad over, langs de paarden-dressuur-plaats. Door het hek dat leidt naar de Provinciale weg, precies daar waar onze wandeling zich voortzet. 'Nou, vooruit dan maar', zegt ze en ze houdt best van wandelaars, blijkt, want: 'wij hebben ook een B&B hoor!' Ze gaat naar binnen om van daaruit het hek te bedienen en wij lopen als vier koningskinderen door de poort weer naar buiten. Zwaaien glimlachend naar de camera en roepen nog maar een keertje gedag en sorry enzo.
Als we weer verder wandelen blijkt dat elk van ons er best wel wat van vindt, van die vrouw. Ze woont in een kast van een huis, maar ' wat zag ze eruit, he, met die Crocks en dat verwassen T-shirt?!' 'En waarom hangt ze geen bordjes aan die hekken dat het prive-terrein is, waarom zwamt ze maar een beetje dat die wandelaars die bordjes eraf trekken, wat een onzin!' 'En waarom wil ze dat wij Komoot mailen, laat haar dat lekker zelf doen?!' 'Echt niet dat we ooit bij haar in die B&B gaan'... etc. etc.'
We bereiken het einde van deel 1 van deze wandeling die uit 2 grote lussen bestaan. Lus 1 van 11 kilometer gaat van Buren langs dat bos en het prive-terrein weer terug naar Buren. Lus 2 is voor na onze break in Buren, op dat prachtige terras aan De Korne. Het is lunchtijd, druk dus daar aan het water, en gezellig ook, er zit een heuse pianist op het terras zijn vingers blauw te spelen op allerlei prachtige deuntjes. We laven ons aan koele drankjes en dan eindelijk ook die koffie!! Evalueren even snel deel 1 van de wandeling: mmmwah, helemaal enthousiast zijn we niet, het voelde een beetje als een rondje door de polder bij ons in Noord Holland en er was dus niks van een uitspanning met koffie te vinden; zelfs geen bankjes om even uit te rusten. Deel 1 krijgt een mager zesje! Wel waren die varkens weergaloos leuk natuurlijk en die mooie mot.
We doen een plas - op de wc-deur voor de heren prijkt Willem Van Buren, op die van de dames Maxima - en beginnen aan deel 2 van de wandeling; ook weer een grote lus dus. We komen over ruim 10 kilometer weer terug bij Buren. Deel 2 begint meteen beter: we wandelen over een prachtig weggetjes langs heel mooie moes- en bloementuinen gelegen aan De Korne. Wat een wonderschone plek, toch, hier. De vestingmuren met daarachter de gevels van die historische huizen; dat prachtige kerktorentje erachter! Het pad dat ons Buren uitleidt, langs de begraafplaats, is ook erg mooi. Omringd door hoge bomen die zorgen voor verkoelende schaduw.
We bereiken een stuk vol land- en tuinbouw. Boomgaarden vol appels en peren, bramenstruiken, huizen omringd door prachtige tuinen vol interessante bomen, zoals een hazelnoot-boom, Antonio ontwaart 'm weer eens als eerste en plukt er een paar; de hazelnootjes zijn eetbaar. Bijzonder, om ze zo van de boom te eten. Er staan talloze walnotenbomen in tuinen - helaas, ze zijn nog niet rijp, de walnoten - er staat een Anna Paulowna-boom in een tuin, vol kaarsvormige bloemen en met ' trossen' nootjes. Toon's planten-app maakt over-uren.
Hier gelukkig wel banken; we vinden en picknicktafel en peuzelen heerlijk van de fruitsalades die Ruut heel lief voor ons viertjes maakte. Zalig! Het dorpje Erichem komt in zicht; we lezen dat het echt heel klein is met maar 500 inwoners. Wandelen langs wel heel verleidelijke boomgaarden, Toon pikt een stuk of zes grote peren, lekker voor thuis, ze moeten nog wel even rijpen! Als we er bijna zijn, bij Erichem, zien we parbleu een prachtige rand van veldbloemen rond een stuk landbouwgrond liggen. Nog nooit zoiets moois gezien! Het gaat zo een kilometer door, we staan gewoon te kicken aan de rand van die bloemenrand. Zie de foto's! Later, als we terugrijden, zien we trouwens dat er om meer weilanden en landbouwgrond zulke randen vol bloemen staan, wat een mooie oplossing voor het insectentekort! Laten we zoiets in Noord Holland ook doen! Het dorpje laten we daarom maar voor wat het is, best jammer, dat het pad er ook niet doorheen loopt maar goed, we komen nu dus wel langs dit bloemenparadijs!
We laten de bloemen en de bijtjes achter ons en komen op een stuk waar vol wijngaarden. Gaan even in de schaduw zitten, even wat drinken want oef, het is echt warm en broeierig. Een stel wandelaars passeert ons en de man steekt meteen van wal, hij is praatgraag en zijn vrouw staat er liefdevol lachend naast. De man begint meteen een verhaal over een wandeling elders, kortgeleden, waar hij tot zijn schrik een auto te water geraakt op z'n kop zag. Hij stond aan de kant en wist niet wat te doen. Had het gevoel dat hij faalde, dat hij niks deed, op slot schoot. 'Dat komt', zegt hij haast in een adem door, 'omdat hij en zijn vrouw vier jaar geleden hun zoon kwijt zijn geraakt aan een verkeersongeval. Dat kwam allemaal weer boven, mevrouw', zegt hij tegen mij. 'Ik stagneerde'. Bijzonder genoeg, als hij vertelt wat hij vervolgens juist allemaal wel heeft gedaan - de bestuurster hing ondersteboven in de auto, ze hoorden haar kloppen en ze is gered mede door zijn inspanningen - zegt Ruut heel terecht: 'nou, ik denk dat je juist wel heel veel hebt gedaan, hoor!' Een bijzonder stel mensen, vinden we. Ze attenderen ons op het wijnhuis dat we naderen; de bewoners zijn er net weer, het wijnhuis is wel open maar er is nog geen wijn te koop, daarvoor is het nog te vroeg in het jaar, blijkbaar. We gaan elk ons weegs, zij wandelen weer weg, wij gaan richting Wijnhuis. Daar zien we inderdaad een gezin op en rond het huis van alles doen; vaderlief komt net aanrijden met op zijn shovel een paar grote wijnvaten. Er wordt hier dus echt wijn gemaakt! En dat in Nederland, zeggen we verbaasd tegen elkaar. Dat verwacht je misschien in Limburg, maar hier, in Gelderland?? We passeren ook nog een geitenfarm, prachtige geiten staan er buiten, met hoorns, die nieuwsgierig op ons af komen rennen.
De laatste vier a vijf kilometer wachten, het is al rond vijf uur en we voelen onze voetjes. De stappentellers zeggen dat we al bijna 19 kilometer hebben gewandeld, het is nog steeds warm en broeierig; het wordt tijd voor de afronding. We komen bij een weggetje richting een camping, Komoot zegt: 'hier moet je in', maar er staat een hek met ' verboden toegang', dus da's raar. Hier mogen we niet in en wijs geworden door onze ontmoeting met de B&B mevrouw, we gaan niet weer illegaal een hek overklimmen. Activeren Google Maps om het laatste stuk dan maar via een gewoon weggetje te wandelen. Komen langs een weiland met een groot hek waarop staat ' De Polder': fotogeniek en gek, zeggen we tegen elkaar, hoe kom je erbij om een hek te maken voor je stuk weiland waarop staat: De Polder?! Passeren vervolgens een braakliggend stuk vers opgespoten land waarop staat dat hier Het Peerenrijck komt, gelegen aan vers gegraven watertje. We begrijpen niet helemaal of hier nu een nieuwbouwwijk verrijst of een stuk land waarop je een boomgaard mag gaan aanleggen.
Komen op een industrieterrein waarop een fabriekje met een hoge pijp ligt. We proberen uit te vinden wat er in dat fabriekje wordt gemaakt, kijken omhoog en zien dan ineens: drie bijzonnen! Wat gaaf! links, rechts en boven de zon drie van die regenboog-achtige reflecties! Helemaal onder de indruk zijn we. Naar blijkt is de avond ervoor op het Nieuws aandacht besteed aan dit fenomeen en zie hier! daar laten de bijzonnen zich gewoon opnieuw zien!
We zien het kerktorentje van Buren alweer opdoemen, lopen nu echt de laatste kilometertjes. Warm, moe, zweterig kijken we nog even vanaf onze parkeerplek, naar de brug over De Korne. De pianist zit nog steeds te pingelen daar op het terras. Wandelaars, prachtig gekleed, twee dames in jurk en een heer in pak met een strohoed, bereiken de brug en gaan vast een vorkje prikken in dit stadje. Wat een plaatje!
Het is al tegen zessen als we Buren verlaten. Ruim 22 kilometer hebben we vandaag gelopen, dus, we zijn er loof van! Raampjes open, schoenen uit, even chillen in de voortzoevende Mazda CX5. Ruut heeft nog puf genoeg om te chauffeuren, hij wel, gelukkig. We zijn echt wel moe en hongerig. Gelukkig heb ik een reservering gemaakt bij een nieuw eethuisje bij ons in Krommenie: Darjeerling, een nieuw Indiaas eethuisje, zowaar gewoon in ons winkelcentrum Het Rosariumplein. Afgaande op goede reviews op internet had ik zaterdag zelf even een kijkje genomen in het net vers, fraai ingerichte restaurantje en mijn keuze gemaakt: hier gaan we morgen lekker nassen. We gaan ervoor: lekker Indiaas eten in eigen dorp. Het eten is echt verrukkelijk, de Indiase biertjes, theetjes en Mango-sapjes eveneens. Een prachtige smaakvolle afsluiting van een warme wandeldag door een omgeving vol van appels, peren, bramen, kersen, koeien, varkens, geiten, schapen, bloemenzeeen, hazel- en walnotenbomen en zelfs een veldje vol Cannabis (vast voor de touw-industrie, toch ;-) ) en wijngaarden en drie bijzonnen bovendien.
Voor de wandelaars onder ons: als je bij Buren gaat wandelen, deel 1 van deze Komoot-wandeling kun je best overslaan, deel 2 is veel leuker. Ook loopt hier een deel van Het Klompenpad en vermoedelijk is die leuker zeker dan deel 1 van onze Komoot-wandeling. En: wij zijn een beetje snel door Buren gelopen, dit prachtige stadje hadden we eigenlijk meer eer aan moeten doen door er wat langer doorheen te kuieren.
Geschreven door SoulVoet