Het laatste reisverslag, althans, als het gaat om onze wandelretraite van drie maanden. Volgende week zaterdag vliegen we weer terug naar Nederland. We zullen daar ‘s avonds laat aankomen, bij ons huis in Krommenie waar al die tijd zo lief een paar mensen heeft opgepast. Eerst Niels en later nicht Sil met haar vriend. Dat gaf een veilig gevoel, dat er op het huis werd gepast, dat erin werd gewoond en dat het dus niet leeg stond al die tijd.
Om alvast weer te wennen aan hoe het is om op een plek te wonen, in een huis, zijn we een paar weken geleden ‘verhuisd’ van Villasimius - dat fijne strakke appartement - naar het huisje waarin we nu al al een tijdje vertoeven. Een tussenstop in Cagliari, waar we een nacht sliepen in dat fijne hotel BirkinPorto aan de via Roma, met fraai uitzicht op de zee en de haven.
In Villasimius stapten we bepakt en bezakt, wandelstappers weer aan, rond 13 uur op de bus, na nog een keer een kop koffie te hebben gedronken op het dorpsplein, bij de gelateria tegenover de kerk. Gelijk met een ander echtpaar met lichtgewicht rol-koffertjes stapten we in de grote royale regio bus. Een Aziatische dame zou ook instappen maar riep ineens verschrikt: Mijn Masker! Mijn Masker! Ik kan hem niet meer vinden!! Helemaal in de stress en terecht want … zonder (het juiste) gezichtsmasker kom je hier de bus niet in. Mag je rustig een halve dag wachten op de volgende (die in dit geval pas ‘s avonds om half tien zou komen). We hadden vreselijk met haar te doen, ze was zo paniekerig. Mevrouw, vraag het aan de buschauffeur, raadden we haar aan, in de hoop dat die haar er eentje zou geven maar nee hoor, die vlieger ging niet op. Ze mocht niet mee en stapte de bus weer uit. Het huilen stond haar nader dan het lachen. Uiteindelijk diepte ik er eentje uit de spelonken van mijn rugzakje op - gelukkig wel een schoongewassen exemplaar, geurend naar de wasverzachter - et Viola, wat was de dame opgelucht. Toen we later in Cagliari arriveerden, bedankte ze ons nog een keer en zagen we hoe belangrijk het voor haar was om op tijd te zijn. Ze werd opgewacht door een leuke mijnheer die haar innig omhelsde. Dat gaf een goed gevoel, onze goede daad. Als ervaringsdeskundigen weten wij hoe je je voelt als je met de bus moet hier en je hebt of geen kapje of niet het juiste kapje bij je. Ze zijn hier erg streng.
In Cagliari verbleven we dus in dat fijne hotel. Eerst onze rugzakken even kwijt in onze kamer en dan de stad weer in. Een broodje eten, kuieren en daarna na de UniEuro, een grote winkel in een groot winkelcentrum, vol televisie’s, wasmachines, magnetrons en - daar kwamen we voor - oordopjes voor bij de phone. Want Ruut had dat nog steeds niet. Hij lag heel ouderwets al die tijd met zijn oor tegen zijn phone gedrukt als hij een liedje wilde luisteren. Of zat ingespannen te luisteren bij het bekijken van een filmpje. Niet meer van deze tijd, vonden we. Temeer omdat ik wel een paar hippe dopjes heb.
De UniEuro blijkt wel een heel bijzonder verkoop-concept te hebben als het om computers, phones en toebehoren gaat. Een ovale grote glazen schap staat er, in het midden van het voorste deel van de winkelruimte. In de uitsparing in het midden staat een heel grote tafel waarop een paar computers en printers en twee verkopers staan daar van alles op in te tikken, op die computers, met hun rug naar de klanten. Dus ook naar ons. Ze helpen ons gewoon niet. En andere klanten ook niet.
De juiste oordopjes hadden we al lang in een schap vlakbij gevonden, we willen alleen maar vertellen dat we die willen kopen en afrekenen. We wachten. En wachten. En wachten. Lopen maar eens wat heen en weer. Zien andere klanten zich voegen bij de balie, en wachten, en weer vertrekken. Slechts een enkeling heeft het geluk dat hij of zij wordt geholpen. Dan gaat Ruut maar eens naar de kassa bij de uitgang, naar een dame waarvan hij denkt dat ze er iets aan kan doen. Ze loopt met ons mee naar de oordopjes en zegt: dit zijn de laatsten, we hebben ze niet meer op voorraad. Is dat een probleem? Natuurlijk niet, zegt Ruut genereus. Ze gaat naar een van de verkopers, zegt iets tegen hem, dan weer naar ons en zegt dat we geholpen gaan worden. En gaat weer weg en daar staan we weer, wortel te schieten. Een andere klant, een keurig ouder heertje, is ook allang al afgehaakt maar wordt zo boos op wat hij ziet als het om ons gaat, dat hij vraagt wat we precies willen kopen en hij beent op de verkoopster achter de kassa af, die ons feitelijk helemaal niet had geholpen dus, af. Staat daar tegen haar te tieren. Onderwijl schenk ik een van de verkopers maar een glimlach en wijs op Ruut, daarmee aangevend dat hij geholpen wil worden. En kijk aan….
Moe en bozig en gestresst verlaten we UniEuro, met een set oordopjes, dat moet gezegd, en we moeten echt even de stress van ons af eten en drinken wat gelukkig heel goed lukt in een heerlijk no nonsens eetcafe bij het station. Daarna douchen en proberen te slapen wat niet goed lukt omdat het buiten heel erg druk is met verkeer en het zo warm is dat we met open raam willen slapen.
De volgende ochtend met de taxi naar Elmas, het vliegveld van Cagliari. Daar staat onze huurauto, een Fiat Panda op ons te wachten. Daar worden we heel snel en goed geholpen, bij de auto-verhuurder. And up we go, daar zoeven we in ons karretje langs de autoweg langs de zee richting Chia. Een tocht van zo’n 45 kilometer en voor ons ook een beetje memory lane. Want wat kennen we het hier goed. In de verte zien we Cappotera, de geboorteplaats van mijn Sardijnse oom Lino. We passeren Pula en daarna rijden we aan op Chia, de badplaats behorend bij Domus de Maria.
Snel vinden we ons huisje, een twee onder een kap huisje op een heuvel. Omringd door andere huizen en huisjes. Een soort buurschapje is het. We installeren ons en appen met de verhuurster dat we er zijn. Gaan lunchen in een nabijgelegen restaurant, Ruut trakteert omdat het de dag erna Moederdag is. Super lief.
Als we in het restaurant zitten, barst er een flinke bui los. Door de regen rijden we daarna naar ons huisje. Een beetje sip, want zo hadden we ‘t niet gedacht. De volgende ochtend schijnt het zonnetje alweer en komt een stuk of vier poesjes uit het buurtschapje zich voorstellen. Allemaal zwart-wit, heel schattig. Een van hen hecht zich nogal aan ons maar als ze merkt dat ze bij ons geen eten krijgt (maar bij de overburen, Denen op vakantie) wel, is de liefde snel over.
Helaas, ‘s middags betrekt het ineens heel snel en barst er een stevig onweer los dat vervolgens de hele middag door gaat. We settelen ons maar in ons huisje met wat leeswerk en muziekjes en koken een lekker maaltje.
Gelukkig, het blijft bij een dag regen en flink onweer dus ook, niet zo mijn ding, dat geknetter in de lucht boven je huisje in de bergen.
De dagen daarna - tot nu toe - is het echter heerlijk weer. Het wordt steeds warmer, net als het zeewater.
We tuffen wat af met de Fiat Panda en rijden dan weer naar dit strandje, dan weer naar dat strandje. De strandtentjes gaan open en dat scheelt in de beleving. Veel gezelliger toch, als je er even een kop koffie kunt drinken of een ijsje kunt eten. Beetje chillen, naar de zee kijken. We hangen dus heerlijk de toerist uit. Van de twee zwoegende pelgrims is niets meer over. Onze bergschoenen staan werkeloos in de kast, onze warme kleren zijn gewassen en opgevouwen. Elke dag weer doen we snel snel onze zwemkleren aan, luchtige kleren erover en dat is het wel zo’n beetje, wat kleding betreft.
We halen boodschappen voor een hele week, lekker truttig en zijn heerlijk aan het koken in ons keukentje. in de huisjes om ons heen en naast ons is het een komen en gaan van andere toeristen. Wij zijn hier zo’n beetje de stabiele factor. Kennen alle poezen en hondjes uit dit buurtje. Ze komen elke dag wel even aan, beetje vleien om te kijken of ze echt niet een hapje mee kunnen eten. Nee, we zijn onverbiddelijk. Ook dat grappige kleine bruine hondje met die uitpuilende oogjes die elke dag even naar binnen komt vliegen om ons te begroeten, Luna, geven we geen eten. Want … voor je het weet staan er elke dag troepen hongerige katten en honden voor de deur en wij maar voederen.
Vorige week, donderdag, ‘ s avonds om een uurtje of half elf, Ruut was nog even op balkon aan de zuidkant gaan staan om naar de sterren te kijken, ik zat op bed te lezen, hoor ik ineens een mannenstem aan de deur. Omdat ik niet helemaal door had gehad dat Ruut even buiten was, dacht ik eerst dat hij het was en een rare stem opzette, dus lichtjes verward stapte ik uit het slaapkamertje met niet veel meer aan dat een onderbroek en een hemdje, bots ik tegen een heel andere mijnheer op. Gelukkig stapte Ruut ook net weer binnen. Hij hielp de beste man buiten voor de deur terwijl ik snel een broek aandeed en een t-shirtje. De beste man bleek ook een huurder van een van de nabijgelegen huisjes en wist niet waar dat was en hoe hij erin kon komen. Hij was net gearriveerd, in het donker en had lopen zoeken en was geërgerd en moe. Ik hoorde Ruut uitleg geven en toen allemaal vreemde geluiden. Kom ik ook buiten, ligt de beste man in ons kruidentuintje voor de deur, onderaan het trappetje. Op zijn buik, met zijn hoofd op een grote kei waar hij tegen aan is geknald. Eerst helemaal stil en suf en dan hard kreunend. Naar zijn hoofd grijpend. Ruut naast hem, de echtgenote van de beste man ook ineens in beeld, die blijft heel rustig en gaat bij andere huurders vragen waar de verhuurder is. Gelukkig komt de beste man weer bij zijn positieven, hij krabbelt overeind, bloedt als een rund, de stralen lopen over zijn hoofd, verschrikkelijk. Ik app maar met de verhuurster van ons huisje, Martine, die de dochter is van onze overbuurman (haar hele familie woont hier in al die huisjes om ons heen, had ze al eerder doorgegeven en haar vader blijkt de andere huisjes te verhuren) en die belt haar vader die slaperig naar buiten komt en de beste man en zijn vrouw naar hun huisje brengt. De beste man met een ijs-compres en een handdoekje van ons tegen zijn bloedende hoofd. Ondersteund door zijn vrouw.
De volgende ochtend komt hij de spulletjes netjes terugbrengen en stelt zich voor. Claudio uit Parma, zijn vrouw heet Mireille. Ze zijn hier vier dagen op huizenjacht. Zoeken een tweede huisje hier in Chia en omstreken. Vertellen ons - we zijn een en al oor - hoe zulks hier werkt. Hoe duur de huisjes van die en die grootte zijn. Waarom ze hier een tweede huisje zoeken en hun huis in Parma aanhouden (vanwege de goede voorzieningen zoals de gezondheidszorg - die is hier ‘ gratis’ , je betaalt via je belasting). Ze zijn allebei net met pensioen, Claudio werkt voor zijn lol nog wel wat erbij. Twee volwassen dochters. Een woont in Duitsland. Ze doen het ook voor hen, als huisje voor vakantie en als spaarpot, investering voor later, voor de meiden.
Claudio vertelt over Sardinie, hij heeft hier eerder gewoond want werkte een paar jaar in Cagliari, hij vond het toen maar een achtergebleven gebied, maar dat is het al lang niet meer, zegt hij snel. Dertig jaar geleden was het hier nog derde wereld hoor, zegt hij. Er was hier helemaal niks. Goed, blijkbaar kijkt hij er nu heel anders tegenaan. En de Sardijnen zijn gelukkig ook veranderd, zegt hij. Die in het Noorden en het Noord-Oosten helemaal, die zijn wel modern en bij de tijd. Maar hier in het Zuiden …. Hij schudt zijn hoofd. Ze denken niet na, hé, zegt hij. Ze denken niet na. Zijn met hun hoofd altijd bij andere dingen. Vergeten gewoon van alles. WAnt, zegt hij, dat ik hier van de trap viel dat had niet gehoeven als ze er maar een hekje voor hadden gezet. Maar dat zijn ze gewoon vergeten. Met zo’n trappetje en terrasje als dit (zo’n 80 cm boven de grond), daar moet je een hekje voor maken. Eigenlijk is de verhuurder in gebreke gebleven, maar goed, laat maar.
Tja, denk ik, hij heeft wel gelijk en ik kijk nog eens naar de geknakte kruiden en struikjes in het tuintje. Naar de steen waar Claudio zijn kop tegen stootte. Het is gelukkig goed afgelopen, voor hetzelfde geld had hij zijn nek gebroken.
Wij vertellen vervolgens enthousiast over onze sabattical en onze wandeling over Sicilie, de VMF. Huh, schampert Claudio, die route loopt toch helemaal niet over Sicilie?? Dat hebben ze commercieel slim aangepakt, door een stuk van de VMF ‘te vertakken’ naar Sicilie. Ach, zeggen wij bedremmeld, maar het was heus echt een heel mooie wandeling, hoor.
Tja, het valt niet te ontkennen, zeggen we later tegen elkaar, maar die van het vasteland blijven altijd schamperen op Sicilie en op Sardinie. Is de VMF weer commerciële nep… nou ja, zit misschien ook best wat in; wij gunnen ze het van harte daar in die mooie bergdorpjes waar gewoonlijk geen toerist komt. Ze verdienen leuk aan die pelgrims.
Die middag staat de broer van Martine (hij woont ook in het huis tegenover ons, kunt u het nog volgen allemaal?) ook nog voor de deur met een cadeautje, omdat we het de avond ervoor zo goed hebben opgelost en de arme Claudio zo keurig hebben geholpen. Het cadeau bestaat uit een schaal vol Sardijnse Dulces, koekjes en snoeperijtjes, heerlijk voor bij de koffie en thee. We vinden het maar lief, had niet gehoeven. Kijk, daar denken ze hier in het Zuiden nou juist wel weer aan, hé, zeggen we gekscherend tegen elkaar als we het eerste koekje met smaak verorberen.
De zaterdag erop gaan we opgetogen naar Domus de Maria, een aller schattigst dorpje hier in de bergen. Daar waren we eerder, in 2017. Toen hadden we daar een huur-appartementje.
Op zaterdag is er markt en er staat een kaashandelaar en we hebben kaas nodig, dus… daar gaan we in de Fiat Panda. We tuffen door de bergen naar het dorp, genieten van de prachtige weg en wijzen elkaar op plekken die we nog herkennen. Ineens zoeft ons een paar wielrenners tegemoet. Jonge kerels in strakke pakjes, met zijn tweetjes, ze gaan heel hard naar beneden, door de bocht, een van de twee remt en maakt een enorme schuiver, zo richting onze auto. We schreeuwen van schrik en Ruut staat meteen op de remmen. Ai ai ai…. De onfortuinlijke fietser schuift gelukkig langs onze auto, over de autoweg, dat wel. Hij staat op en grijpt naar zijn billen. Wij vragen of het gaat, of er hulp nodig is, moeten we een dokter bellen??!! Nee, nee, dat hoeft niet grimlacht de jongeman en hij kijkt achterom naar zijn kont en trekt aan zijn gescheurde broek. Er schemert een geheel ontvelde bilpartij door zijn kapotte broek. Dat moet toch vreselijk veel pijn doen, maar hij vermant zich en de twee beginnen zowaar een gezellig gesprekje met ons. We zijn net aan het vertellen over onze wandeltocht, als er ander verkeer aankomt. We moeten weer verder en belanden uiteindelijk in Domus. Daar drinken we koffie bij Daddy Bar, voelen dan pas hoe bibberig we zijn en knappen weer op. Gaan de markt over. Die ligt verscholen achter de gymzaal en een schoolgebouw, bestaat uit zo’n 12 kramen hooguit. Bij de kaasboer krijgen we allebei een stevige grappa te proeven (we vermoeden dat de kaasboer er zelf het hardst van geniet, die fles kwam wel heel snel tevoorschijn namelijk), maar goed, kom maar op, allemaal lekker tegen de stress. Alhoewel Ruut heeft aan een half kopje genoeg en kiepert als de kaasboer even niet kijkt, de andere helft op de straat. Daarna - met twee kilo peccorini in de tas, gaan we het dorpje door. Even kijken naar hoe het ervoor staat hier. Alles is nog hetzelfde, uiteraard. We zien al snel een huis te koop staan. Lopen erom heen, kijken door ramen naar binnen. Dan weer een, bij de kerk, een groot wit huis, heel mooi. Dan weer een. Het prikkelt onze verbeelding. We lopen al snel druk te praten over die huizen, wat je ermee zou kunnen doen, verbouwen, tuin opknappen, misschien kan broer PP wel komen helpen. Leuk voor Koen en Yuan ook, zo’n huisje hier op Sardinie, en voor de familie en vrienden.
Ilse, wat gebeurt hier met ons, vraagt Ruut ineens. Merk je waar we mee bezig zijn? Huhhuh, zeg ik terwijl ik verlekkerd loop te gluren naar al die mooie huisjes hier en vooral naar al die mooie tuinen. Ja, ik merk het wel hoor, maar we gaan echt geen huisje hier kopen hoor, Ruut. Dat doe je echt niet zomaar, hoor. Eerst moeten we thuis weer ervaren hoe we het daar weer vinden. En dan nog eens nadenken of we echt wel een tweede huisje hier willen.
Weer wat nuchterder na dit gesprekje rijden we weer terug naar ons huisje in Chia, pakken onze rugzakjes in met spullen voor het strand en gaan dan weer door naar die azuurblauwe zee, waar we lekker in gaan zwemmen en daarna gaan we onder onze parasol liggen tukken.
Maar goed, er lijkt we iets van een zaadje geplant te zijn. Komt het door Claudio met zijn zoektocht en zijn verhalen?? Zijn we echt toe aan een tweede huisje hier, aan pensionering misschien?? We zijn er nog niet uit.
Vooralsnog genieten we hier dus nog tot en met volgende week zaterdag van zon, zee, ons huisje. Het heerlijke eten. Wandelen zit er helaas niet meer in. De temperatuur is hier te hoog, dertig graden, da’s geen doen. We hebben ons er bij neergelegd. Lopen hooguit ‘s avonds in de buurt, doen een ommetje. Niks geen dertigduizend stappen meer, als het er vierduizend zijn, is het veel.
Ik onderwijl ben me wel aan het bezinnen op een nieuwe draai aan mijn werk, dat van coach; hoe verrassend maar ik zoek een goede opleiding tot …. WandelCoach!!
Heb net een boek uit over Wandelen, zo’n boek waarin steeds maar teruggekomen wordt op het feit dat wij mensen gemaakt zijn om te wandelen. Niet om in auto’s rond te scheuren of zelfs niet om snel te fietsen. Maar om te wandelen. Ons hele fysiek, ons neurologische systeem is ingesteld op wandelen, van A naar B en bij voorkeur samen. Ik leer er een hoop van en herken veel van hetgeen ik lees in wat wij ervoeren tijdens het wandelen, zowel de wandelingen thuis, als de VMF als de Santa Barbara.
Recruiters bellen en mailen me trouwens al een tijdje, er is blijkbaar veel werk voor mij. Als ik had gewild, had ik vorige week online kunnen solliciteren maar ik heb bedankt. Eerst wil ik, als ik terug ben, ervaren wat ik nu precies wil met dat interim Werk. Zoals ik het nu voel: even niet nog. Eerst die opleiding.
En oefenen met zingen want ook wacht ons nog een paar optredens met Muziek Onder De Pannen, onze project samen met contrabassist Gerjan. Dus… weer even die stem loszingen en oefenen op frasering, timing en ademsteun en performance. En Ruut mag weer oefenen op zijn toetsenwerk. En we moeten samen oefenen, dit keer ook met een goede drummer erbij. Leuk vooruitzicht, iets waar we echt heel veel in zin in hebben.
Tot zover het laatste verslag over ons rustige leventje de laatste drie weken. Hierna nog een interview tussen Ruut en mij. Wat heeft de wandelretraite ons gebracht. Wat hebben we geleerd, hoe heeft het ons verrijkt. Wat hebben we gemist. Wat helemaal niet. En nog veel meer. Komt ‘ ie.
Het interview.
Wat Ruut vraagt aan Ilse:
1
Ilse, waren je verwachtingen vooraf van de wandelretraite?
Van het wandelen had ik mij vooraf meer in globale zin een voorstelling gemaakt. Mijn verwachtingen waren heel vaag. Ik verwachtte dat we zouden starten in Sicilie, die etappe hadden we uitgezocht en gingen we doen. We zouden wandelen van Palermo naar Agrigento via de Via Magna Francignena. Als we daarmee klaar zouden zijn, zouden we het misschien via het Oosten naar Palermo lopen, of juist via het Westen. Misschien zouden we naar een muziekvriend gaan die in het Oosten woont van Sicilië en vandaaruit weer naar Palermo gaan. We zouden in elk geval - wat mij betreft dan - oversteken naar Sardinie, de 100 Nurachetocht doen, maar hadden daar geen boekje of kaart van. Dat zouden we nog regelen als we hier eenmaal zouden zijn. De laatste maand zouden we naar Spanje gaan, oversteken met de boot naar Barcelona of Valencia en vandaaruit weer wandelen.
Maar ik hield ook al de optie open, dat we na twee maanden wel klaar zouden zijn met wandelen en dan of op Sardinie of in Spanje zouden blijven om uit te rusten.
Ik wist dat we lange afstanden konden lopen, omdat we deze al geoefend hadden in Nederland. Maar, wat het zou zijn om iedere dag te wandelen, door een heel ander want bergachtig gebied, daar had ik geen voorstelling van.
Zo’n pelgrimstocht, ik had er niet echt een idee bij hoe het in de praktijk zou zijn. Had me er niet op ingelezen, alleen het boekje van de VMF een beetje doorgebladerd en wat gelezen.
Maar goed, hoe het werkelijk is en wat erbij komt kijken, dat leerden we al snel, op dag 2 of 3, zo van: oooooh, werkt het zo. Een van de eerste dingen die we organiseerden was dat de rugzakken, die veel te groot en te zwaar waren, vooruit werden gebracht. Dat was met een last die van mijn schouders viel.
2
Ilse, zijn je verwachtingen uitgekomen?
Al had ik vage verwachtingen, het is veel mooier maar ook heel anders geweest dan ik had gedacht.
Elke dag 25 a 30 kilometer lopen, met zo’n grote rugzak, ik dacht dat ik dat wel kon. Afgaande op de ervaringen van 40 jaar geleden, zo had ik het me voor nu ook voorgesteld.
Maar nu ik daarop terugkijk, op die reis begin jaren ‘ 80; toen liepen we eigenlijk veel minder, kortere afstanden en soms dagenlang niet. Dan bleven we ergens hangen. Nu hebben we veel serieuzer echt gewandeld om het wandelen. En veel geleerd: die grote rugzak was onhandig; we hadden veel te veel spullen mee en waren soms ook niet goed voorbereid op dat we door riviertjes moesten waden bijvoorbeeld, wat dat inhoudt en dat onze spullen konden nat worden.
Dus ik weet nu veel beter wat dergelijke wandelingen inhouden, in de praktische zin.
Wat we zouden gaan ervaren, het wandelen in de natuur, het navigeren, het luisteren naar je lijf en je geest onderweg, de ontmoetingen met mensen maar ook zeker met dieren onderweg… ik wist niet dat het zo zou zijn, dus had er ook geen verwachtingen bij.
Ik wist alleen dat we goed konden lopen, 25 kilometer per dag max.
Ik had vooraf wel gehoopt dat het geweldig en mooi zou zijn en dat is driedubbeldik uitgekomen.
3
Ilse, wat heb je als het meest waardevolle ervaren de afgelopen drie maanden? Wat neem je van deze drie maanden mee naar huis?
Dat wandelen voor mij heel goed want gezond is. Dat ik veel meer kan dan ik had kunnen denken voor wat betreft afstanden, klimmen en dalen. Dat je tijdens het wandelen zelden honger hebt en echt moet eten omdat het moet. En drinken, anders krijg je last van uitdroging. Voor mij heel goed, geen verleidingen van koek en snoep onderweg.
Dat ik goed ben in navigeren en slimme oplossingen bedenken. Dat ik soms de neiging heb om bij de pakken neer te gaan zitten maar dat dat echt niet kan als je samen wandelt, als het tegenzit moet je aller-twee gas geven en constructief bijdragen.
Wat ik heel fijn vond te merken was dat allerlei vervelende fysieke kwaaltjes verdwenen als sneeuw voor de zon. Geen nek- en rugpijn meer.
Vervreemdend soms ook om dagenlang alleen met zijn tweetjes uren en uren te lopen, door die prachtige natuur, en geen mens tegen te komen. Dat dat nog bestaat! Dan moest ik echt weer een wennen als we ‘s avonds in een dorpje kwamen en daar weer mensen rondliepen.
Maar bovenal: de vrijheid. En flexibiliteit die we allebei hebben en hoe goed we op elkaar zijn ingespeeld.
Ergo: dat wandelen, het bewegen, dat houd ik erin, dat is zo goed voor me. En minder eten, niet of in elk geval heel weinig snoepen, sober eten met af en toe een uitschieter, maar heel vaak sober en toch heerlijk en voedzaam. Dat ga ik niet meer loslaten. Punt is wel dat dat thuis in mijn systeem moet komen en ik daar ruimte voor maak in mijn leven. Daarom ook dat ik niet meteen weer ga voor een interim opdracht; eerst mijn veren thuis weer schudden, ruimte maken voor mijn gezondheid en welbevinden. Daarna weer verder.
4
Ilse, wat viel je tegen de afgelopen drie maanden?
Na twee maanden werd ik echt een soort van moe van het onrustige reizen, steeds weer in een ander bed slapen, steeds weer een ander onderkomen regelen. Dat was na twee maanden echt wel genoeg geweest. Terwijl ik het eerst juist zo leuk vond.
Ik had dat niet van mezelf verwacht. Vreemd genoeg, toen we gingen rusten, miste ik dat onrustige reizen weer. Het is ook wel verslavend, blijkbaar. Ik moest er echt van afkicken.
En ik was op een gegeven moment ‘ berg-moe’ , tenminste, ik wilde gewoonweg niet meer urenlang naar boven klimmen en dan moeizaam weer dalen en dan weer moeten klimmen. Dat was vooral tijdens de Santa Barbara, die had echt teveel berg-etappes op de lijst staan en het berglandschap was er zo anders dan op Sicilië. Op Sardinie zijn het broccoli bergen; de ene berg - begroeid met lage struiken - gaat over in de andere, geen vlakke stukken ertussen. Het is steeds maar klimmen, dalen, klimmen, dalen … De VMF was veel afwisselender, dat kon ik beter aan.
Ik had me vooraf thuis een beetje druk gemaakt om enge honden of andere enge beesten onderweg zoals slangen. Die zijn we allemaal tegen gekomen, rothonden die ons achterna kwamen. Een grote slang die snel wegschoot. Maar, die rothonden waren voor mij nog banger dan ik voor hen en ik hield ze mooi onder de knoet. En slangen …. Tja, een voordeel is wel - ik heb het opgezocht - dat er op Sardinie geen giftige slangen voorkomen.
En toen ik merkte dat ik tijdens het wandelen eigenlijk steeds de navigator was, dat ook goed deed, blijkbaar een kernkwaliteit van me, had ik veel meer the lead moeten nemen. Ik liet jou voor lopen, Ruut, maar jij beriep je op mijn aanwijzingen en soms liet ik me overrulen en volgde ik jouw slechte adviezen op. Ik had en mijn poot meer stijf moeten houden en voorop moeten gaan lopen. Maar ik wil niet voorop, omdat ik een klein vrouwtje ben. Ik wil dat jij als grote vent voorop loopt.
Maar goed, daar heb ik veel van mezelf over geleerd, hoe dat dan doe. Ik was een beetje teleurgesteld in mezelf.
5
Ilse, hoe heb je het ervaren om 24/7 bij elkaar te zijn?
Dat is heel erg goed gegaan. Dat kunnen wij dus super goed. We vinden elkaar plezierig gezelschap, kunnen heel goed uren praten maar ook heel lang in onze eigen Efteling een beetje stil zijn om dan plotseling weer samen te gaan kletsen. Het opvallende is dat we vaak aan dezelfde dingen hebben lopen denken, da’s haast eng. We voelden goed aan elkaar hoe we erin zaten, in het wandelen. Haast telepathisch. Ik kon het tenminste wel aan je merken hoe je erin zat.
Voor onze relatie is het heel goed geweest, we waren al close, maar nu zijn we dat nog meer.
We konden onderweg maar ook op onze rustdagen ook in alle rust praten over hoe we omgaan met Jop, die negen jaar geleden is weggelopen en ons nooit meer wil zien. Dat is ook heel goed geweest, om daar samen goed over te kunnen praten. Ook al doen we dat thuis ook, tijdens zo’n wandelretraite is dat toch anders, in de natuur, samen, geen anderen, geen stress en geen werk-dingen. alleen maar lopen of zitten, praten, denken en luisteren naar elkaar. Het is onze pijn, die wel allebei ervaren op onze manier, maar die we ook weer samen op eenzelfde manier ervaren.
6
Ilse, is er iets van thuis wat je gemist hebt?
Mijn vader en moeder. Ik vond het echt jammer dat ik niet op hun verjaardag kon zijn, zeker niet op die van mijn moeder die 80 werd, toch een mijlpaal. En dat familiefeest ter ere van haar verjaardag …. Toen had ik wel even in een tijd-en-plaats-transformatie-apparaat willen stappen om daar even bij te zijn.
Gelukkig konden we beeld bellen en konden we bloemen sturen. En heb ik cadeautjes gekocht, maar toch… ik realiseerde me toen heel goed, dat dat niet hetzelfde is als ‘ erbij zijn’.
En soms dacht ik heel even aan de nieuwe melkopschuimer die we net hadden gekocht; die vind ik zo mooi ook al geeft hij geen goed schuim. Ik miste in het begin onze koffie verkeerd, maar nu helemaal niet meer. Kreeg het laatst in een café en dacht, jasses, wat een slappe hap. Geef mij maar een espresso of een machiatto.
En oh, ja, na een paar maanden alle kleding met shampoo te hebben gewassen, in het bidet of in de wasbak, en het voor de airco (op 28) laten drogen, was ik echt super blij toen ik weer echt de was kon doen en het buiten op een rekje in de wind en de zon kon laten drogen. Zo heerlijk fris en schoon. Blijkbaar is dat voor mij erg belangrijk.
En ik mis onze tuin; zeker nu ik al die mooie tuinen hier zie …. Zucht.
7
Ilse, waar of wanneer voelde jij je het meest in je element gedurende de reis?
Als we over een prachtig pad liepen, met overal bloemen en struiken en mooie bomen, toen - in maart en april - nog fris groen en ontluikend, met wolken die op wolkten vanuit het dal, vogeltjes die zongen, een paar grote roofvogels boven ons hoofd cirkelend. Rivieren in het dal waar we soms ook doorheen moesten lopen, heel bijzonder, dat koude water aan je warme voeten. Of een meer dat dat stil lag te spiegelen in de diepte.
En als we eind van de wandeling ‘ er waren’ en op onze bedjes neerploften, schoenen uit, sokken uit. Dan lekker douchen en dan eten en dan pas voelen hoeveel honger ik had. Dat is ook echt een geluksmoment.
En ik heb geleerd dat ik goed kan klimmen, steile paden goed kan belopen, die benen van mij zijn daar blijkbaar geheel en al op gebouwd. Dalen vind ik lastiger, dan rem ik mezelf af, ik wil niet vallen namelijk.
8
Ilse, zou je opnieuw voor een reis als deze in de nabije toekomst kiezen?
Zeer zeker, juist omdat ik nu goed heb geleerd hoe het is, hoe het werkt, wat je vooral niet moet doen (niet meer zoveel kleding, schoenen en andere trut spullen meenemen, dat heb je echt niet nodig onderweg). Dus, wel een rugzak, maar dan een kleinere.
Ik zou ook net als nu een dag wandelen, dan een dag rust, goed voor mijn lijf maar ik wil ook graag zien waar ik terecht ben gekomen, in welke plaats, hoe de mensen er zijn en hoe ze leven, hoe de huizen en kerken eruit zien. En daar mooie foto’s van maken. Dat tempo past bij hoe ik ben. Ik ben geen ‘streber’ die elke dag volgens een schema zoveel kilometer moet lopen en alle overnachtingen vooraf plant. Het moet super flexibel zijn, want het komt toch altijd weer goed. En verdwalen of eens wat langer moeten zoeken naar een slaapplaats heeft ons alleen maar mooie dingen gebracht.
Vragen van Ilse aan Ruut:
1.
Ruut, hoe heb jij het wandelen ervaren? Vond je het zwaar of viel het wel mee? Wat vond je zwaar of juist niet zwaar? Wat viel mee?
Het wandelen heb ik als heel erg fijn ervaren. Het was fijn om de hele dag buiten te zijn, zeker in de mooie natuur op Sicilie en Sardinie. Door het wandelen werd ik 1 met de omgeving. Verschillende keren moest ik onderweg stoppen vanwege de heerlijke bloemengeuren die ik rook; ik kon deze gewoon niet negeren. Denk bijvoorbeeld aan de geuren van de bloeiende jeneverstruik. Ook de bedwelmende geuren van de bloeiende klaver… Het wandelen is een feest geweest voor al mijn zintuigen. Ik heb het over het algemeen niet als zwaar ervaren. natuurlijk zaten er wel zware stukken tussen, zeker in de bergetappes. Wat me dan motiveerde, was de gedachte dat ik een ‘lucky bastard’ was, dat ik daar kon lopen, samen met jou. Fysiek heeft het me geen buitensporige moeite gekost. Natuurlijk was ik moe na een dag wandelen, maar de voldoening die het gaf, na het neerzetten van zo’n prestatie, was overweldigend. Het beloningscentrum in mijn brein werd continue geprikkeld; de dopamine stroomde rijkelijk :-)
2.
Ruut, wat deed het wandelen met jouw geest. Ook in spirituele zin. Was het zingevend en hoe droeg het daartoe bij?
Zoals eerder gezegd: wandelen doet positieve dingen met het brein. Tijdens en na een wandeling voelde ik mij goed. Lichaam en geest waren in balans, dit was mooi om te ervaren! In het dagelijks leven ben ik vooral met mijn hoofd bezig (werk) en minder met mijn lijf. Ik heb gemerkt dat het noodzakelijk is aan allebei aandacht te besteden. Het wandelen is hier een mooie manier voor (we zijn er evolutionair gezien voor gemaakt tenslotte). In spirituele zin heeft het wel het een en ander bij mij losgemaakt. Zo hebben we een wandeling gemaakt van een dag, waarbij die dag in het teken stond van de dieren die we tegenkwamen. Het begon met de koeien die ons tegemoet kwamen toen wij op de top van een berg stonden. We namen de tijd om ze te laten passeren en ik zag hoe mooi ze stuk voor stuk waren. Ik nam de tijd om ze in mij op te nemen en van hun schoonheid te genieten. Zij namen ook hun tijd om ons gade te slaan om vervolgens hun weg te vervolgen. Tijdens deze wandeling ook een mooie ontmoeting gehad met een muilezel en een hond. De dieren kwamen naar ons toe en zij waren de enige levende wezens die wij die dag tegenkwamen. het heeft een grote indruk op mij gemaakt. Naast de contacten met de dieren, waren er natuurlijk ook de contacten met de mensen. Het meeste contact hebben we gehad met de mensen op Sicilië; zij stelden zich open voor ons, waar wij graag gebruik van maakten. Onze rol van pellegrino (pelgrim), zal daar zeker toe bijgedragen hebben. In de ontmoetingen was er sprake van een innig contact, waarbij we soms direct op ‘hartsniveau’ contact hadden. Ik vond dit verbazingwekkend en koester dit. Ik zou dit graag mee willen nemen naar Nederland, maar ik weet uit ervaring, dat het in Nederland het niet gebruikelijk is om op deze manier contact te hebben. De zingeving tijdens deze reis werd gevormd door het wandelen in de overweldigende natuur, de afwezigheid van mensen onderweg, het wandelen met jou ilse, de geuren onderweg, de afwezigheid van stress en de fysieke inspanning.
3.
Ruut, hoe vind je het om met mij samen die wandelingen te maken en te reizen? Was het okay om samen te doen? Of was alleen ook goed geweest, en waarom? En wat is het verschil volgens jou met ‘ samen’ `?
Ik had deze reis niet zonder jou kunnen maken Ilse. Eerder hebben we een soortgelijke reis gemaakt toen we begin 20 waren. De aanleiding voor deze reis was het lezen van het boek ‘het zoutpad’. Het boek refereerde aan onze eerdere reis en deed bij ons allebei de vonk overslaan om opnieuw voor een langere tijd te gaan reizen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik vind het heerlijk om met jou de hele dag samen te zijn, dus ook om samen met jou te wandelen. je bent een hele goede navigator!! Je bent zo handig met allerlei app’s en Google Maps, dat heeft ons echt geholpen. Ik voel me daar dan maar een beetje een sukkeltje bij, hahaha. Onderweg zijn we diverse wandelaars tegen gekomen die alleen reisden. mijn indruk was, dat zij het vooral als een prestatie zagen. Zo hebben wij het niet gezien. samen reizen betekent ook: samen dingen delen, samen ervaren, samen herinneringen maken. Ik had dit voor geen goud willen missen. Let wel: hoe maak je de ander nu duidelijk wat je hebt ervaren onderweg? Woorden dekken nooit de lading van de ervaring. Om die reden alleen al is het goed dat we deze reis samen gemaakt hebben en deze gezamenlijke ervaring hebben opgedaan, waar we, als we 80 zijn, nog samen van kunnen genieten.
4.
Ruut, welke rol pak jij van nature op tijdens het wandelen met zijn tweetjes? Ben je de leider, volger, navigator, voorbereider, dromer, geestelijk ondersteuner, de voeder (brood, sinaasappels). Etc etc. ? Wist je dat vooraf van jezelf?
Oeps, wat een vraag naar de bekende weg. Ik hoef alleen maar ja te antwoorden, hahaha. Ik dacht dat ik de wandelingen goed had voorbereid. Ik had een boekje gekocht over de te lopen etappes. Echter, ik had het thuis alleen maar een beetje doorgebladerd en mij niet beseft wat er allemaal bij komt kijken. Zo kwam ik er pas later achter, dat er voor elke wandeling een hoogteprofiel staat beschreven, naast de duur van de wandeling, de plekken waar je zou kunnen overnachten, de wegen waar je over loopt, etc. Zo zijn we dus heel naïef aan de wandeling gestart. Maar goed, ik herken dit patroon wel bij mijzelf. Ik liep graag voorop. Later merkte we dat dat nu niet altijd even handig is geweest, zeker als de navigator achter je loopt en ik het verkeerde pad inliep, waardoor we weer de bergen ingingen…. Een dromer was ik ook. Zo droomde ik van de huisjes die we onderweg tegen kwamen en waar ik ons al zag wonen. Ik kon ook heel dromerig op gaan in het landschap tijdens onze wandellunches. Hahaha, de voeder, ja dat was ik zeker: fruit mee, broodje, drinken, heerlijk! Ik kan bazig zijn, dat wist ik zeker van mijzelf. Een dromer ben ik ook, maar ik weet ook dat jij me altijd op het rechte spoor houdt…..
5.
Ruut, welke ervaringen tijdens het wandelen (of misschien ook tijdens het reizen tussendoor) raakten jou het meest?
De ontmoetingen met de dieren en de mensen. We hebben verschillende vrienden in Sicilië en Sardinië, wat ik heel bijzonder vindt. Het begrip vriendschap heeft voor mij een andere betekenis gekregen. In Agrigento liepen we door de Jardin de la Kolymbethra. Deze tuin lag in een vallei waar we door heen moesten en werd op dat moment bezocht door allemaal jonge mensen die zich zorgen maken om het milieu. Deze tuin is het mooiste wat ik ooit gezien heb; alle bomen- en plantensoorten van Sicilië waren hier te vinden. We daalden de lange trap af, streken een stroompje over en de sfeer die ik daar aantrof was hemels. Lachende jonge mensen, frisgroene bomen en struiken, een sfeer van goedheid, onbezorgdheid en vrede. Zo is het hoe ik het mij herinner.
Ik heb gehuild in hetzelfde Agrigento toen de gastvrouw van de B&B vertelde over haar kinderen en de taak die je als ouders hebt om kinderen goed op te voeden. Ook vertelde ze over het belang van contacten binnen de familie. Dit raakte een snaar bij mij, vanwege het ontberen van contact met Jop.
6.
Ruut, zijn er dingen die je vooraf had verwacht die achteraf gezien geen enkele rol speelden? Of heel anders uitpakten?
Ik had weinig verwachtingen vooraf, behalve dat we drie maanden weg zouden gaan en in Sicilië zouden gaan starten. Ik was benieuwd naar de ervaring om drie maanden vrij te zijn van het normale-, dagelijkse leven in Nederland. Dat is mij heel goed bevallen. Ik heb mijn werk geen seconde gemist (wat ik niet had verwacht). Ik heb het muziek maken niet gemist, maar ik werd wel getroffen door de muziek toen ik bij de kapper zat en er een blues gespeeld werd over goede boxen. Ik was er stil van, juist omdat de muziek zo afwezig was geweest een hele tijd.
7.
Ruut, zou het nog een keer doen, zo ja, op dezelfde manier, of anders en hoe? Of helemaal niet en waarom niet?
O ja, zeker… Drie maanden zal praktisch gezien niet lukken met het werk. Twee maanden moet haalbaar zijn als ik daar toestemming voor krijg. Nog een aantal jaartjes en dan ben ik gepensioneerd en kunnen we een aantal maanden per jaar dit gaan doen. Ik kijk er nu al naar uit! Ik hoop dat ik de draad van het werk weer op kan pakken..
8.
Ruut, wat merkte je vooral van het wandelen, aan je lijf en leden? Was dat positief of negatief?
Ik ben afgevallen voor mijn idee. Mijn tietjes zijn verdwenen, waar ik blij mee ben. Mijn benen zijn sterk en dat wil ik zou houden. Thuis ga ik door met sporten. Het bewegen brengt me in balans; dat wil ik nooit meer kwijt!
9.
Ruut, wanneer vond je het wandelen (en reizen) helemaal geweldig en wanneer vond je het volkomen shit? Wat precies geweldig, wat precies shit?
Het meest geweldig waren de momenten dat we begonnen met een lange wandeldag: fris gedoucht, rugzakje om, eten mee, wandelstokken klaar en beginnen aan het pad wat voor ons lag. Het onbekende tegemoet, de gesprekjes onderweg, het elkaar wijzen op roofvogels, schaapskuddes, een mooie boom, foto’s maken.
Ik heb geen shitmomenten gekend.
10.
Ruut, wat neem je mee van deze retraite naar je dagelijks leven straks, waaronder je werk, sociale contacten, muziek, gezondheid etc. Etc.
Wat betreft mijn werk: deze retraite heeft voor mij bevestigd hoe belangrijk het sociaal contact is in het werk Gezien en gehoord worden, echt luisteren. Hier was ik mij al bewust van in mijn werk, maar ik neem mee, dat ik mij nog meer open zal stellen voor de ander. In mijn werk in de gevangenis, wat per definitie een inhumane omgeving is, is juist het sociale contact zo belangrijk.
Deze retraite heeft mij ook geleerd, dat ik buiten mijn werk kan; iets wat ik van te voren niet zo ingeschat had. Het maakt de stap naar pensionering straks een stuk gemakkelijker. Ik zal hier niet tegenop zien.
Daarnaast ben ik blij, dat we de retraite gedaan hebben en deze niet uitgesteld hebben tot de pensionering. Ik heb teveel collega’s op jonge leeftijd zien sterven.
Ik denk dat de retraite geen invloed gaat hebben op de muziekbeleving.
Mijn gezondheid tenslotte, die moet ik koesteren. De retraite heeft me laten zien, dat mijn lijf geen moeite heeft met lange wandelingen die bergop en bergaf gaan. Ik voel me daar gezegend bij
Lieve Ilse, we hebben samen een mooie reis gemaakt, waar ik met heel veel voldoening op terug kijk. We hebben het toch maar gedaan!!!!
Geschreven door SoulVoet