Keurig op tijd arriveren we bij onze wandelmaatjes Loes en Toon, kwart over tien. Eerst even rondje tuin, de twee prachtige vijgenbladpompoenen bewonderen (zij wel, die van ons zijn door Polly vroegtijdig geaborteerd en blijven kinderloos) plus een kop koffie en een preventieve plas and up we go. In de hybride car, op naar Vleuten. Dit keer doen we weer een Utrechtse wandeling, voorbereid door Loes die net als haar broer Ruut, Utrechtse roots heeft. Eens geen Komoot-wandeling maar een wandelroute van de site ww.routesinutrecht.nl . Hoe Uteregs wil je 't hebben?
Zo rond half twaalf parkeren we de auto in een woonwijk in Vleuten, zo'n wijk zoals je ze echt overal ziet in ons landje. Jaren '80 rijtjes huizen, ruim, met een tuintje voor een tuintje achter, parkeerplaatsen bij het huis. Heerlijk wonen. Vermoedelijk doordat het vakantietijd is, is er plek zat voor de auto. We zijn goed voorbereid in die zin, we houden rekening met de voorspelde regenbuien die hopelijk beperkt gaan blijven tot af en toe een buitje. Loes heeft zelfs een paraplu mee, Toon een regenjackje en Ruut heeft zaterdag nog snel een klein opgevouwen regenjas gekocht bij de Xenos. Mijn wandeljasje is sowieso waterafstotend. En de bergschoenen zijn uit de kast gehaald door Ruut en Loes want ze verwachten drassige paden. Zij wel. Toon en ik lopen gewoon op onze lage wandelstappers. Je kunt ook te goed voorbereid zijn, he ;-) ?
We verlaten het wijkje en belanden op de wegen op en rond Vleuten, koersen af op de entree van het Maximapark, gaan onder het treinviaduct door, druk kletsend, Toon bellend met zijn broer en ineens roept Loes: 'Stop! We gaan niet goed!!'
Ruut en ik vinden het moeilijk, maar we bemoeien ons niet met de discussie die daarna ontstaat tussen Loes en Toon over hoe we terug moeten komen op de juiste weg. We blijken in elk geval een kilometertje de verkeerde kant opgelopen te zijn, hadden voor het spoorwegviaduct al ergens af moeten slaan. Een oudere dame met een vinnige teckel schiet te hulp. Lief bedoeld, maar we snappen echt niet wat ze vertelt, zeker omdat ze begint met te vertellen dat ze geen idee heeft hoe de weg waar we nu staan, heet. Ze babbelt maar door, onderwijl blaft de Teckel naar mijn voeten en ik probeer het beestje te temperen. Toon is afgehaakt, van de dame althans en loopt weg, Loes heeft ook al een paar stapjes achterwaarts gezet, Ruut is helemaal buiten the innercircle gaan staan ergo: ik voer noodgedwongen het gesprekje met de dame. Ze loopt zelfs een stuk met ons op en leidt ons naar een of ander achteraf plekje, een parkeerplaats ofzo, waar we niks aan hebben. Mijn wandelkompanen lopen weg, onderwijl seinend naar mij dat ik maar de conversatie met de dame moet afkappen. Dat doe ik netjes en we sneaken weg, de dame achterlatend op een volgens mij voor haar ook volslagen onbekend parkeerplaatsje. Daar staat ze dan met haar Teckeltje.
Wij onderwijl hebben allang als ingezien waar het fout ging en snelwandelen terug naar die plek voor het treinviaduct, vinden de juiste afslag en dan gaat het verder als een zonnetje.
We komen op een fraaie rustige weg die ons leidt langs prachtige grote nieuwbouwhuizen, zo te zien hadden de bewoners de vrije hand in het ontwerpen, elk huis is weer zo heel anders dan dat van de buren. Mooie tuinen eromheen, prachtig uitzicht. Lucky bastards, vinden wij. En het wegdek is hier ook al zo leuk, opgefleurd met Madelieven (of Margrieten) en in de goten langs de weg komen die bloemen ook weer terug, als een soort fossiele afdrukken in het beton. Very stylisch, hoor, hier, de wegen en het straatmeubilair eveneens. Heel sexy ontworpen banken met hoge ruggen, die ook best lekker zitten, merken we als we al vrij snel toch maar even gaan rusten om een boterhammetje te peuzelen. Dit keer eens geen krentenbolletjes maar bruine bollen met geitenkaas. Smullen. Ook Loes en Toon zijn van hun geloof gevallen en oh toeval, hebben ook bruine bolletjes mee in plaats van krentenbollen. Verandering van spijs doet eten, dat moet het zijn. Het smaakt ons in elk geval goed, de stress van de valse start lachen we lekker weg en het wordt helemaal weer gezellig als een passant met hond Henk, ons heel lief op de foto zet. En weer zo'n aardig medemens, kom daar eens om in onze contreien.
In dit deel van de buitenwijk van Vleuten is het trouwens goed toeven, zo, met al dat groen en her en der een fraai huis. Er is zelfs een boomgaard van Walnootbomen aangelegd, voor de inwoners uit de buurt, die kunnen ze zo komen rapen. Toon bijt meteen in zo'n nog geheel onrijpe walnoot, eerst schraapt hij met zijn tanden de groene jas van de noot eraf, halverwege geeft hij het op. Niet te hachelen, dat spul en zeer besmettelijk, zijn mond, tong, tanden handen en nagels zijn nu geelgroen. Teleurgesteld mikt hij de half aangevreten walnoot in de berm. Weer een andere passant vraagt of wij het ook zo mooi vinden, die Walnoten en vertelt ons dat het nog wel even duurt voordat ze eetbaar zijn. Ze moeten echt van de boom vallen, die groene jas moet eraf vallen en daaronder zit dan die walnoot zoals we 'm kennen uit de winkel.
Gelaafd verlaten we dit groene deel van Vleuten en wandelen richting de Haarrijnse plas. Het weer is wat instabiel, af en toe zijn de regenjasjes en de plu wel nodig, maar echt ernstig wordt het niet met die regen. De temperatuur is trouwens heerlijk, zo'n 21 graden, zalig wandelweer, eigenlijk wel. We zijn blij dat we ondanks de weersvoorspelling - 100% regenkans hier - toch zijn gaan wandelen. Anders hadden we maar weer binnengezeten vandaag, zeggen we tegen elkaar, en dan hadden we 's avonds spijt gehad.
Loes leest af en toe wat wetenswaardigheden op, ze heeft trouwens alle knooppunten netjes want volgordelijk op een briefje gezet, zo vinden we zonder problemen de weg. We koersen nu af op de zes platanen van het Domplein Utrecht binnenstad. Die blijken zo'n tien jaar geleden verplaatst te zijn naar hier; op het Domplein moest iets verrijzen en die bomen stonden sowieso al een tijdje in de weg. Nu staan ze hier mooi te zijn, zien we. In een groepje bij elkaar staan ze daar te wuiven in de wind. Aan hun voeten bijzondere stenen kunstwerken, als een soort zwerfkeien. Goeie zet, vinden wij, om die bomen hier te zetten. Bijzonder, te weten dat ze eerst in die drukke stad stonden maar nu zo heerlijk vrij in de wind staan. Moet fijn zijn voor die Platanen.
We steken over en belanden aan de oever van de Haarrijnse plas, waar een lekker strandje is aangelegd - vanwege het weer is er geen kip te bekennen - en waar we even kunnen plassen - altijd fijn, een plek waar wandelaars kunnen plassen . Als we onze wandeling hervatten, zien we dat we hier achter een rij bedrijfsgebouwen lopen die je gewoonlijk vanaf de andere kant, de snelweg naar Utrecht, ziet liggen. Waaronder dat gebouw waarin je lekker vrij kunt zweven als een astronaut, voor bedrijfsuitjes enzo.
Nooit geweten dat achter die rij bedrijven zo'n mooi groen gebied lag waar het zo heerlijk toeven is. Wat hebben ze dat goed gedaan, die lui uit de gemeentes Vleuten en Utrecht, en ook vast de Provincie, Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten.
We lopen langs het meer, moeten linksaf - op de kaart lijkt het alsof we over het water lopen - we hadden ons er vooraf heel wat bij voorgesteld - maar het is gewoon een smalle autoweg waarlangs een fietspad dat het meer scheidt.
En zo komen we in een wat landelijker gebied, passeren een zeer aantrekkelijke kersenboomgaard met een stalletje, waar je die lekkere sappige donkerpaarse rakkers kunt kopen. Zeer wel aan ons besteed. We gaan inslaan en zo grappig, Ruut bestelt wildenthousiast drie kilo kersen en drie flessen kersensap. 'Ho ho ho, joh, hoe wil je dat allemaal meenemen in je rugzakje??' roepen wij verbaasd uit. Ruut lijkt niet te stuiten, kan zich gewoon niet voorstellen dat dat lastig wandelen is maar uiteindelijk laat hij zich overtuigen en houdt het bij slechts 1 kilo kersen en 1 fles sap. Wat al genoeg overgewicht oplevert in zijn rugzak. We zijn trouwens best wel een beetje verbaasd dat het hier zo goed kersen eten (en kopen) is; dat wisten we helemaal niet van Utrecht. Kersen denk je in de Betuwe, niet hier. We verlaten boomgaard De Themaat, ons onderwijl afvragend wat dat woord toch betekent, Themaat. Het klinkt archaïsch, Grieks of Romaans. De weg hier heet ook zo en het buurtschap of de wijk hieromheen ook en naar ik later zie is dit deel een een middeleeuwse polder. Waarvan acte.
We steken over en passeren Geertjes Hoeve, een gezellige boerderij waar je zo te zien heerlijk kunt zitten en wat kunt eten en drinken, het ruikt er goddelijk. Het is er ook best druk vandaag, deze zondag, geen heel mooi weer en wat doe je dan als je hier in deze contreien woon? Dan ga je naar Geertjes Hoeve.
Als we achter deze Hoeve uitkomen, belanden we op een stuk land dat heel historisch oogt, iets in hoe het is aangelegd, landjes met heggetjes erom heen. Een zandpad met gras en mos, het oogt anders dan een hedendaags landschap. Mooie plek ook om even te gaan zitten, het is best wel warm weer geworden, de wind blaast de regenwolken weg en er piept zelfs her en der een stukje blauw tussen de wolken door. Even wat drinken en de voetjes laten rusten. De regenjassen gaan weer in de tas, de plu wordt ook definitief opgeborgen. En weer een vriendelijke passant, twee zelfs, een stelletje en de man zegt: als je een hert wil zien moet je Nu even opstaan en achter je kijken. En ja hoor, daar staat een prachtig bruin hertje, wel een eind bij ons vandaan, maar toch, wat lief. Toon wil 'm op de kiek zetten maar terwijl hij zijn phone staat in te stellen, schiet het hertje met een grote sprong de bossages in en weg is 'ie.
We vervolgens onze weg, slaan linksaf en komen op een geasfalteerd weggetje, dat onder een brug gemaakt van boomstammen doorloopt. Eerst moeten er nog even wat bramen verschalkt worden, helemaal familie Den Daas, bramen plukken en ze ter plekke oppeuzelen. Ook Toon doet enthousiast mee, af en toe krijg ik er eentje toegestopt, het moet gezegd, ze smaken heerlijk, maar ik ben altijd een beetje een zeurpiet als het om bramen in 't wild gaat, heb ooit een wit wormpje erin zien wriemelen en tja, dat beeld blijft me voor altijd bij en zorgt ervoor dat ik bramen altijd eerst ontleed en dan pas in mijn mond stop. Gelukkig, geen wurmpjes in deze exemplaren.
Als we verder lopen slaken we een kreetje, want wat zien we ineens opdoemen? Een heuse kasteelpoort, met van die torentjes. En als we verder doorlopen doemt rechts van ons een enorm groot kasteel op, omzoomd door zo'n echte kasteeltuin met bomen, grasvelden, een rozentuin en klassieke oudheid-beelden. Mensenlief, dit hadden we helemaal niet verwacht!! We besluiten om er een kijkje te gaan nemen, gaan onder de poort door het terrein op, komen eerst op een groot terras omringd door stallen en een cafe/restaurant. Rood-witte luiken en deuren is het wat de klok slaat, hier. Wat een fraai gezicht, en wat gezellig is het hier. Best wel druk met voornamelijk gezinnetjes die deze licht druilerige zondag stukslaan met een bezoekje aan Kasteel De Haar.
We kopen tickets voor een bezoek aan het kasteel, kuieren achter het andere volk aan naar binnen, trappetjes op en af, bruggetjes over, die klassieke kasteeltuin door - het begint nu net weer even te regenen, het laatste buitje van deze dag, erger wordt het niet - en dan zijn we bij het 'hoofdgebouw': het kasteel dat blijkens het boekje dat ik meenam bij de balie, helemaal nog niet zo oud is. Gebouw in de negentiende eeuw door een man van (oude) adel met zijn kasteeldame die uit een heel rijk Joods handelgezin kwam. We horen later dan deze man enorme expansiedrift had en steeds maar meer wilde bouwen maar dat de architect - Kuipers, die van het CS in Amsterdam - zich er gelukkig tegenaan bemoeide en zorgde dat van die vleugel hier en vleugel daar, niks terecht kwam. Het staat al vol genoeg op het terrein, er staat zelfs een kerkje naast het kasteel.
In het kasteel kijken we onze ogen uit: wat een rijkdom maar ook wel een beetje een rare gewaarwording, want het voelt hier alsof we in een dependance - okay, dat klinkt oneerbiedig - van het CS lopen. Zo grappig, maar de associatie is zo groot door dezelfde soort tegeltjes op de muur, het stucwerk, de manier waarop de stenen zijn gestapeld, dat donkerbruine houtwerk en het vele houtsnijwerk, beelden uit zandsteen etc etc. De kasteelheer en zijn dame hebben heel wat tijd, geld en vooral geld gestoken in de inrichting en de styling. Er werd niet op een miljoentje meer of minder gekeken. De wandkleden in de danszaal blijken van onschatbare waarde te zijn, vertelt een suppooste ons. Overal leuke enthousiaste suppoosten trouwens die, zodra er wat mensen zich verzamelen in een ruimte, mooie verhalen vertellen over het kasteel en de bewoners. Echt een aanrader om lekker een dagje naar toe te gaan, dit kasteel en lekker te dwalen, zeker ook door de tuin, om er wat te drinken en eten op de fijne terrassen en natuurlijk door het kasteel zelf te kuieren. Krijgt van ons een tien, dit!
We halen onze tassen weer uit de lockers, ik koop nog 2 kleine handzame boekjes voor onderweg over vogels en bomen - voor in mijn rugzak - en we keren na een uurtje dwalen en kuieren door al die rijke ruimtes - weer terug naar het terras bij de stallen om even lekker wat te drinken want het is - zoals eerder geschreven - best wel warm en zeker in het kasteel - met al die mensen in die ruimtes - gewoon broeierig te noemen.
Wat zitten we daar heerlijk onder de platanen, te genieten van onze drankjes. We voeren een mooi gesprek over onze zoon Jop die het contact met ons verbrak en wat dat voor verdrietige gevolgen had voor de familie en hoe het de verhoudingen ingewikkelder maakte. Gelukkig is de verhouding onder ons onderling heel goed, waar we heel blij om zijn.
We zitten daar wel lekker, maar we zien dat we nog best een tippel voor de boeg hebben, we moeten weer verder, nog zo'n 7 km. te gaan. Door de 'break' in Kasteel De Haar hebben we overigens best een paar kilometertjes extra op de teller staan. De wandeling zou zo'n 16 km zijn, maar dat gaan er zeker meer worden, ook door het stukje dwalen in het begin.
We verlaten dit sprookjesachtige terrein weer door dezelfde poort als waar we het opkwamen en lopen weer richting de Haarrijnse plas. We wandelen door velden en langs slootjes, arriveren bij het dorp Haarzuilens, waar we even extra moeten zoeken naar hoe nu verder. Een paar bewoners - gezeten op hun bankje in de voortuin - verleidt ons haast om het dorp in te gaan want echt, het is zo mooi, zeggen ze, echt de moeite waard, maar we doen 't toch maar niet, want het dorpje in betekent nog meer kilometertjes extra.
We lopen verder en al snel vinden we de juiste afslag, die leidt ons het land weer in.
We komen al snel in een prachtig groen gebied waar we van pad naar paadje gaan, dwars door velden vol met bloemen, zoveel soorten, zoveel soorten ook die we niet kennen. Wat leidt tot vele stops omdat zowel Toon als Ilse (ik dus) die bloemen van nabij bekijken en fotograferen. Toon activeert dan ook meteen maar zijn Plant-app. En zo detecteren we al die fraaie bloeiers die we tegenkomen. We zien onder andere Pastinaak, bermen en velden vol, Fluitekruid uiteraard, dat bloeit hier nog volop, Kaasjeskruid, Kattenstaarten, Doornappel (heel giftig), Kamille, De Griekse Allant, Korenbloemen, Ooievaarsbeet, grote Distels, kleine Distels, Zuring, (volgens mij) kleine Stokroosjes, Akkerwinde, veldjes vol Klaverbloemen en nog veel meer bloemen die Toon met zijn Plant-app opzoekt. Geweldige app die is later op de dag ook download.
Echt, we komen ogen te kort, zoveel mooie bloemen zien we; wat bijzonder om daar doorheen te mogen dwalen, door die velden vol flora. Het laatste stuk van de wandeling komen we weer uit bij de Haarrijnse Plas, we lezen op de borden dat deze plas bij de aanleg van de LeidscheRein - een grote nieuwbouwwijk - is leeggehaald,, dat wil zeggen, het zand uit de bodem is gebruikt om het nieuwbouwterrein op te hogen. De plas water werd daardoor een heus meertje en vanaf 2000 is dat prachtige natuurgebied eromheen aangelegd, vol velden en paadjes en bruggetjes, lekker wild en verwilderd en dus een fantastisch wandelgebied!
Moe en voldaan lopen we de laatste kilometertjes weg en komen laat, het is al bijna zeven uur, weer bij de auto die daar geduldig staat te wachten in die nieuwbouwwijk in Vleuten. De stappentellers vertellen ons dat we door die paar omweggetjes geen 16 maar 20 km hebben gewandeld en eigenlijk hebben we die tellers niet nodig, onze voetjes vertellen zo ook wel dat we een pittig stuk gelopen hebben vandaag. We zoeven terug naar Knollendam waar ons nog een zeer smakelijk hapje wacht, Loes en Toon hebben hun best weer gedaan, sushi en miso-soep, en daarna natuurlijk weer lekker bubbelen in de Spa aan de Tapsloot. Zo zalig, onze vermoeide lijven knappen zo op van dat heerlijke warme water en die massage-bubbels. Wat een luxe. Rozig en slaperig gaan Ruut en ik tegen middernacht weer terug naar onze sponde in Krommenie. Wat slapen we verrukkelijk die nacht.
Geschreven door SoulVoet