Tot onze stomme verbazing hebben we een nacht doorgeslapen. Randstedelingen die wij zijn, wij slapen altijd slecht. We worden 's nachts altijd wakker door het lawaai van overscherende vliegtuigen, voorbij razende auto's en knetterende brommertjes. Nu maakt de wekker ons wakker uit een diepe, diepe slaap. Het is hier zo stil en donker in Nieuweschans! Suffig kleden we ons aan en stommelen naar de eetzaal van het hotel van Bad Nieuweschans. Een verrukkelijk oord. Zo zalig, dat thermaal bad, die heerlijke sauna's en dat geweldig goede restaurant. Ook onze hotelkamer is fijn, met van die lekkere bedjes met krakende lakentjes.
De dag ervoor, op vrijdagmiddag rond vijf uur arriveerden we. In no time dobberden we in het thermaal bad dat mij altijd doet denken aan zo'n bronwaterbad met van die Japanse aapjes met rode kontjes die helemaal stoned van genot bij elkaar liggen te chillen in het stomende water. Een heel sociaal gebeuren is dat. Ook hier is altijd wel plek voor nieuwkomers; alle aapjes schuiven een stukje door zodat de nieuwelingen ook kunnen genieten.
Daarna gingen we zalig eten in het restaurant en met een iets te volle buik naar bed. Vlak voor het slapengaan bekeken we de foldertjes met informatie over de omgeving en de fietsroutes-kaart die de receptioniste ons had meegegeven. Ik had wel zin in een wandeling langs de Dollard; de man had zijn zinnen gezet op een oversteek naar Duitsland, alwaar hij nog steeds een innige binding mee heeft vanaf de tijd dat hij op zijn achttiende een zomer-lang op een camping in Sennheim werkte. Wat het precies gaat worden met die wandeling, dat weten we nog steeds niet als we in slaap vallen. Dat zien we morgenochtend wel weer, denken we.
Na het ontbijt trekken we onze wandel-outfit aan bij de auto, want die bonkige schoenen hadden daar maar in laten liggen. We gaan op pad. Het is schitterend weer, een herfstige ochtendnevel sliert boven het water en het land, een laaghangend zonnetje kust de Groninger kleigrond wakker. We lopen richting het NS-stationnetje, maar gaan al een stukje daarvoor het land in. Eerst een kilometer langs de autoweg, niet zo heel fijn, maar het is nog rustig met verkeer, en dan zien we al snel een prachtig oud ophaalbruggetje over een smal kanaal en een wandel-aanduiding. Wat zeg ik, meerdere aanduidingen. De Dollard-route, De Noorzee-wandelroute, de rood-witte aanduiding van de Grand Randdonnee en nog wel een paar bordjes met allerlei beschrijvingen, waaronder een heel verhaal over dat dit in de oorlog een vluchtroute was.
We hoeven ons geen zorgen te maken of we wel een wandelroute betreden in elk geval.
Vlak bij het bruggetje staat een oud verweerd ding van steen waarop staat: Bunde, 3,7 kilometer. Bunde ligt in Duitsland. Ik ga ervan uit dat we naar de Dollard gaan.
De brug over komen we op een fijn wandelpad met uitzicht op het prachtige vlakke land met her een der een hoekig oranje dak van een voorraad-schuur. Rijen boompjes larderen de gele en groene vlakken. Ook zien we het spoorbaantje dat van Nieuweschans naar Bunde gaat. Het piepkleine blauwe treintje van Arriva zoeft in de verte voorbij. Op naar onze Oosterburen.
Wij wandelen het fraaie pad af en belanden helaas alweer snel bij een autoweg. Als we naar de Dollard willen moeten we daar langs lopen en daar hebben we mooi geen zin in. Als we naar rechts kijken zien we een idyllisch paadje langs het spoor lopen. De man dringt er lichtjes op aan dat we dan daar maar naar toe moeten. Naar zijn geliefde Duitsland. Ik voeg me, kan niet goed bedenken hoe we eventueel op een leukere manier bij De Dollard kunnen komen. We slaan rechtsaf en wandelen dat charmante smalle paadje langs het spoor, over. Af en toe zoeft de Arriva weer voor bij. Dan weer van Duitsland naar Nederland, dan weer van Nederland naar Duitsland.
Onderweg passeren ons regelmatig fietsers. Het zijn allemaal wat oudere mensen, nog ouder dan wij, met helmpjes op. Voorzichtig fietsend, keurig rekening met ons wandelaars houdend. Heel wat anders dan die lompe Hollanders die al van verre beginnen te tingelen of roepen omdat ze vinden dat wij opzij moeten. Deze senioren zijn uitermate beschaafd en groeten ons vriendelijk. Wij groeten vriendelijk terug, blij dat we ons Duits weer eens uit mogen proberen. Gutemorgen. Morgen. Hallooo (met Duits accent dan, he). Beleefd glimlachend naar elkaar. Op een gegeven moment passeert ons een flinke groep fietsers en werkelijk waar, ze groeten ons stuk voor stuk. We hebben het er maar druk mee.
Er zijn dus ook nog goede fietsers op de wereld, concluderen we.
We passeren van die echte Groningse hoeves, met enorme voorraadschuren. Omringd door grote, hoge bomen. Op het land wordt druk geoogst. We kunnen niet helemaal goed zien wat er in de enorme laadbakken belandt: zijn het aardappelen of zijn het suikerbieten? Inmense landerijen zijn het, begrensd door enorm grote, hoge windmolens. Een indrukwekkend gezicht. En links van ons dat schattige spoorbaantje waar nog steeds af en toe dat kleine blauwe Arrivaatje over zoeft. Het valt ons trouwens op dat er nog een ouderwetse soort van telefoondraad van paal naar paal loopt langs het spoorbaantje. Zou het voor het sein zijn?
Bij een ogenschijnlijk verlaten hoeve nemen we een kijkje. Het ziet er zo spannend uit, met een deur die uit zijn voegen hangt. Stoffige ruitjes. Heel fotogeniek. Liefst lopen we helemaal om het pand met aanpalende schuur heen, maar Ruut ziet ineens dat het toch wordt bewoond. Schielijk verlaten we het terrein, over de voorplaats bekleed met grote stenen platen met hoog onkruid ertussen. Aan de rand, bij de weg, wordt de plaats omheind door schuin omhoog staande betonnen platen. Geen idee waar dat toe dient. Op sommige vragen krijg je gewoon vast nooit antwoord. Dat moeten we dan maar aanvaarden.
We lopen door en zien het kerktorentje van Bunde al in de verte. Het licht is nog steeds wonderschoon, zacht en nevelig, het is heerlijk weer, het is warm, zo warm, dat we helemaal beginnen te zweten. Af en toe zet ik mijn bruin-lederen wandelhoed even af en wapper mijn gezicht koelte toe.
Ergens onderweg zijn we blijkbaar toch de grens overgestoken, want ineens zijn de verkeersaanduidingen in het Duits. Opgetogen geven we elkaar een high five: ' SoulVoet Goes International!!' Toll!! Voor het eerst doen we een wandeling in het buitenland! Jihoe!
Bunde bereiken we via een klein bruggetje over een klein beekje. We komen op een wandelpad dat ons naar jawohl, De Lidl brengt. Omdat Ruut zijn zinnen gezet had op een kop koffie, eine Tasse Kaffee, zoek ik via Google Maps naar een cafeetje. Er blijkt nog verrassend veel te zijn aan horeca in dit kleine dorpje, maar alles is dicht, behalve de bakker in het centrum. We hebben er niet veel geloof in dat we die gaan vinden en gaan dan even zitten voor een nog gesloten eethuisje. We slobberen uit onze Doppers, hebben echt dorst omdat het zo warm is en omdat we best pittig hebben doorgestapt. Opmerkelijk: alle mensen die ons passeren, zeggen ons allervriendelijkst gedag. Dat zijn we bij ons in Nederland, en zeker in de Randstad, helemaal niet gewend. Enthousiast groeten we terug.
Na dit rustmomentje wil Ruut wel weer terug naar het wandelpad, terug naar Nieuweschans. Maar ik zie vlakbij een allerschattigst kerktorentje boven de daken uitpiepen. Kom, nog even naar het kerkje kijken hoor, we zijn hier nu toch. Zo gezegd, zo gedaan. Als we naar het kerkje lopen, zien we daar ineens toch de bakkerij waar je ook een kop koffie kunt drinken of zelfs kunt fruhstucken. We gaan er lekker even zitten, bestellen in ons beste Duits een paar koffie, geen cappuccino of Latte Macchiato, aan die poespas doen ze hier niet. Gewoon: een kleine of een grote koffie. Zwei grosse Kaffee, bestellen we. En of we ook nog een Kuchen wunschen. Opgetogen springen we op, achter de bakkersvrouw aan en staan likkebaardend bij de vitrine. Kiezen een soort van sandwich gevuld met kersencompote. Genieten van de koffie die echt goed is, lekker heet en pittig en peuzelen de kersen-koeken op. Die vallen een ietsje tegen, zijn wel erg basic. We memoreren onderwijl de vermaarde taartjes die Duitsland rijk is: Scharzwalder Kirsch-torte bijvoorbeeld. Maar goed, die hebben ze hier niet, dus, bij de bakker in Bunde. Terwijl we daar zo zitten kunnen we het niet laten om flauw Neder-Duits te gaan zitten praten met elkaar. In no time zitten we te giechelen als twee pubers, handen voor onze monden, en doet Ruut John Cleese na, die scene in Fawlty Towers ' Don't mention the war' ... Daarna oefenen op hoe je in het Duits moet vragen of je hier ook kunt pinnen, want Ruut gaat betalen. Als ik even naar het toilet ga en terug kom, blijkt Ruut verschwunden. Lichtjes verbaasd ga ik weer zitten en daar komt hij alweer aan. Pinnen kon niet bij deze bakker. Hij had het dorp ingemoeten om te pinnen bij de flappentap van de SparKasse. Hoe Duits wil je het hebben??!!
Achter de bakkerij staat daar dat kerkje ongelooflijk mooi te zijn. Het is de Gereformeerde Kerk. Een eeuwenoud kerkje is het, met een prachtig, goed onderhouden grasveld eromheen waar de soms eeuwenoude grafstenen verhalen vertellen over de bewoners van dit dorp. Het grasveldje is omheind door een eeuwenoud muurtje. In het kerkje zitten ronde raampjes en dat is best een beetje een eng gezicht. Het zijn net ogen die je in de gaten houden.
Achter de bakkerij staat nog een heel oude BrotFabrik. Helemaal vintage. We wanen ons in andere tijden. Terwijl we met begerige fotografen-ogen om de kerk heen lopen, komt daar een oude man aan ge-rollatored. Hij ziet ons kieken en zegt: Schone Kirche, nicht wahr? Sehr, sehr schon, antwoorden wij. De man loopt weer verder, vermoedelijk gaat hij ook even een paar Kaiserbrotchen halen.
Ook wij lopen verder, komen aan de andere kant van het kerkje en vandaaruit lopen we zo een nieuwbouwwijkje in. Onze monden vallen open: dit kan niet waar zijn! Wat een vreselijk stijf woonwijkje is dit! Volkomen zielloze huizen en tuinen, zo ubernetjes hebben we het nog nooit gezien. Alles in die tuintjes is tot op de millimeter gesnoeid. De tuinen getuigen van een smakeloosheid waar je u tegen zegt, althans, in onze hippe West-Nederlandse ogen. Hier staan de bloeiende plantjes evenwijdig aan elkaar, op precies de zelfde afstanden, keurig in een rijtje. De huisjes zijn volkomen smetteloos en proper. Geen teken van leven in en rond deze zielloze huisjes. Helemaal een beetje stilgevallen lopen we hier rond. Daarnet nog dat lieflijke oude kerkje en die vintage BrotFabrik, en dan nu dit!! Hier willen we snel weg maar we raken zowaar een beetje verdwaald in dit Desperate Housewifes woonwijkje.
Maar dan vinden we weer het lieflijke wandelpad langs het spoorbaantje. Met een zucht van verlichting laten we dat spookwijkje achter ons. Terug naar Nieuweschans. De zon is inmiddels hoger aan de hemel geklommen, we genieten van wat we zien en van het zalige weer. Er staat een heerlijk windje, langs de spoorbaan staat het nog vol met prachtige bloeiende stokrozen - allemaal cyclaamkleurig - en hoge zonnebloemen. Ook bloeien er oranje bloemetjes die ogen als afrikaantjes, maar dan op hoge dunnen steeltjes. Zulke bloemetjes hebben ze bij ons niet.
We lopen pittig door, echt lekker loopt het hier. Af en toe weer zo'n keurige fietser, een ouder stelletje is zo beleefd dat ze niet eens bellen om aan te geven dat we opzij moeten. Zij fietsen om ons heen, door het gras. Lompe fietsers in Holland, grote kerels van twee meter in jullie stomme pakkies, op jullie peperdure racefietsen of ATB's en andere kostbare vehikels: neem een voorbeeld aan het fietsgedrag van onze Oosterburen. En ze dragen ook nog allemaal een helmpje!
Omdat we alleen 's ochtend wilden wandelen - we zijn hier eigenlijk gekomen om volop te genieten van de sauna en het thermaal bad van Bad Nieuweschans - houden we het bij deze voor ons doen niet zo heel lange wandeling van bijna 14 kilometer. We passeren onderweg weer de grens, keren terug naar den Niederlanden, arriveren weer in Nieuweschans waar het inmiddels gezellig druk is geworden bij de enige supermarkt die het dorp rijk is: de COOP, zo grappig, want die heb je bij ons in de Zaanstreek ook. Achter de COOP is een leuke koffietent waar dorpsbewoners op het terras aan een kopje koffie zitten. Goed volk hier, hoor.
Tegen een uur komen we weer bij ons hotel, ontdoen ons van onze bezwete kleren, trekken onze wandelstampers en warme sokken uit! Even lekker douchen, badjassen weer aan en hopla: het thermaal bad weer in. Zaaaaaaaalig!! Wat wil een wandelaar nog meer!
Geschreven door SoulVoet