We beginnen bij station Naarden-Bussum, een fraaie start van een fraaie wandeling, dat moet gezegd. Alles Dudok en jaren dertig wat de klok slaat hier in dit stuk van Bussum. Dat station alleen al: wat een lust voor het oog. En dan die 'winkelgalerij anno jaren dertig' waar elke winkel of uitspanning letters op de gevels heeft aangebracht in dat typische jaren dertig lettertype, waar vast een woord voor is - wie het weet mag het zeggen - maar hopla: stijlvastheid ten top hier. We parkeren de auto voor cafe Dandy en een fijne pizzeria met in ons achterhoofd dat het vast heel goed uitkomt dat we hier na ruim 20 kilometer wandelen weer uitkomen. Dan kunnen we ons heerlijk laven en misschien wel een pizaatje verschalken.
De Komoot Wandeling brengt ons al snel richting nog mooiere jaren dertig wijken, of wijken, ik weet niet of dat goede woord is: buurten, dat lijkt meer op z'n plaats. Het ene fraaie huis na het andere passeren we en onze ogen kunnen het haast niet meer aan, zoveel oogorgasmes! Wat een fraaie onderkomens hier, zeg. Met van die bijpassende otoo-tjes op de oprit. Bloeiende rodondendrons in elke 'voortuin' (heel wat anders dan mijn voortuintje van vijf bij vier). En de tweebaans rijweg in het midden, dat is maar een rustige boel en daar zoeft op zijn tijd zo'n o-tootje overheen en over het fietspad fietsen kinderen in hockey-tenue, echt waar, een enkel kind uitgezonderd, maar blijkbaar is het tijd om naar het hockey-veld te fietsen, de kinders hebben training of wedstrijd.
We voelen ons maar eenvoudige lieden uit De Zaanstreek, in onze korte broeken en met onze slobberige verwassen wandel-shirts. Alhoewel, ik loop dit keer wel een kek wandelrokje van De Bever en Ruut draagt zijn nieuwe rugtas van diezelfde fijne wandelzaak. Vorige week hebben we even flink geshopt bij deze mooie winkel in Alkmaar. Ik kocht er twee wandel-rokjes (dat zijn minirokjes met daaronder een soepel wandelbroekje, zodat je niet als je even op een hekje gaat zitten, in je pendex zit). We kochten allebei een fijne rugtas met zo'n heupgordel, zo'n vooruitgang ten opzichte van onze andere rugtassen. Daar zaten geen heupgordels aan wat er toe leidde dat we tijdens het wandelen altijd schouderpijn kregen door de druk van het gewicht van die tas op je rug. Deze nieuwe rugtas heeft ook zo'n holling bij de rug waardoor je geen natte rug en een doorzweet wandelshirt meer hebt. De wind waait er heerlijk doorheen. Ruut probeert deze wandeling de rugtas uit; ik doe de mijne volgende wandeling.
Als we de bebouwde kom van Bussum verlaten mogen we even een stukje over de drukke snelweg - via het viaduct - en dan belanden we meteen in een beeldschone omgeving. Akkerlandjes omringd door bos en in dat bos staan van die wonderschone huizen; we wisten niet dat zulke huizen echt in ons 'doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg'-landje bestonden. Onbeschaamd glurend passeren we deze sprookjes huizen omzoomd door hoge bomen en omringd door tuinen vol bloemen en groener dan groene grasvelden. We wanen ons Alice in Wonderland in 't Gooi, deze wandeling!
Af en toe zijn we weer helemaal uit de bewoonde wereld en wandelen we door bossen vol frisgroen voorjaarsgroene bomen. Overal bloemetjes en nog van die heel jonge varens onder de bomen. Vogels, heel veel vogels, merels zien we veel, zo lekker aan het rond-hupsen en wurmpjes uit de grond aan het trekken, de rakkers. Maar ook vogeltjes die we gewoonweg niet kennen. Altijd als ons dat gebeurt, dat we vogeltjes zien die we niet kennen maar ook al die bloemen waarvan ik de naam niet weet, dan denk ik: en nu ga ik een (digitaal) boekjes over de flora en fauna in Nederland kopen, potverdrie! Dat gaat ook echt wel gebeuren hoor. Wat ik in elk geval wel herken zijn wilde Akeleitjes in allerlei kleuren staan ze daar te schitteren met hun frêle lijfjes. Net elfjes vind ik het, die Akelei bloemetjes.
We verlaten Bussums grondgebied, steken de weg over en wandelen een stuk over de heide, niet zo heel lang, jammergenoeg, komen weer in het bos en van daaruit belanden we in Huizen, ook een heel fijne plaats om te wonen, zien wij wel. Met wederom van die sprookjes achtige kanjers van huizen waarvan veel met een rieten dak, maar ook wat meer gewone huizen, royale een-gezinswoningen, twee-onder-een-kap woningen en zowaar ook rijtjes sociale woningbouw-huizen, maar dan wel gelegen aan de rand van het bos, bofkonten die daar mogen wonen!
We wandelen weer verder door bossen en komen op een gegeven moment bij de Sijsjes-berg, da's zowaar even klimmen geblazen en als we op de heuvel uit staan te puffen zien we een heerlijk zwembad onder ons, een openbaar zwembad, geen privé bad, maar een paar grote baden waar het met dit mooie weer lekker druk is.
We zijn na zo'n 10 kilometer wandelen best wel warm en een beetje moe en het is ook nog eens heel mooi weer, met een felle knalzon. Ruut heeft zich zelfs uit voorzorg ingesmeerd met factor 50. We spreken af dat we hier nog wel eens terugkomen om een duik in dat heerlijke zwembad te nemen, dalen de heuvel weer af om aan de voet ervan een krentenbolletje te peuzelen en een sinaasappeltje te pellen en op te eten. Slokje water uit De Doppers. Ook hier weer van die vriendelijke, keurige mensen overigens, die als ze ons passeren netjes gedag zeggen en ons smakelijk eten wensen. Zo fijn, zo anders dan in onze eigen contreien.
Na de lunch wandelen we richting Het Gooimeer. Ik zie op de kaart dat we dat meer passeren maar we komen er helaas niet heel dichtbij. Gelukkig zie we vanaf wederom een heuveltje waarop een paar stenen jaren dertig (art d'eco) banken staan waar we lekker op gaan zitten, het meer onder ons, vol zeilbootjes en aan de overkant Almere. Die wonen daar toch ook heel niet verkeerd zeg, vinden we. Fijne appartementen-complexen met uitzicht op het meer, het kan slechter.
We kuieren verder en komen langs Landgoed Graeveveldt, zien eigenlijk alleen het omringende water, wat al heel erg mooi is, maar het Landhuis dat er vast wel bij hoort, zien we niet. Als het Landgoed weer verlaten komen we uit bij een landweggetje, we gaan voordat we dit weggetje oplopen, eerst even uitpuffen met een fruitje voor de dorst. Gelukkig maar dat we dat doen want niet lang daarna komt er een grote tractor over het weggetje aangedenderd met een enorme stofwolk om zich heen. We wachten maar even tot het stof gedaald is en betreden dan dit wonderschone pad, waar we ook nog eens een ooievaar op zijn gemak in het landje naast ons zien rondstappen. Rechts van ons, aan de rand van het bos staat een rij woningen, geen rijtjes woningen, maar over zo'n 800 meter elke 100 meter ongeveer weer zo'n kast van een huis ... zuchtend staan we even stil om deze kasten van huizen op deze onaards mooie plek te bewonderen. 'Wat hebben wij niet goed gedaan?' zeggen we tegen elkaar. 'Waarom wonen wij daar niet, wonen wij in een 'doorsnee rijtjes huis ergens in Krommenie' en niet in zo'n Alice in Wonderland huis aan de rand van het bos van Huizen met uitzicht op de velden richting Naarden?' Terwijl we verder het zand-weggetje omringd door velden vol zuring en boterbloemen aflopen, proberen we te bedenken hoe het toch komt dat wij daar.... en zij hier ... We kunnen 't eigenlijk best wel goed bedenken: wij komen nu eenmaal uit een andere sociale klasse en zijn simpelweg geboren (ik dan, Ruut niet, die komt uit Utereg) en getogen in 't Zaanse. En het Zaanse is heel wat anders dan Het Gooi waar nu eenmaal heel veel oud geld zit. 'Ach', zeggen we dan maar weer, 'die grote huizen, dat kost een vermogen om warm te stoken en het is een dagtaak om die tuinen te onderhouden' ... and so on and so on.
We naderen Naarden, mooie woordspeling, toch, we naderen Naarden. Als we Huizen en omgeving achter ons laten moeten we eerst onder de snelweg door om in Naarden te komen. En daar stuiten we min of meer meteen op de Naarder-vesting. Wat een omvangrijk bouwsel is dat, zeg! In omvang moet het heel wat kilometertjes in beslag nemen. Het ziet er heel mooi uit, die vesting-wallen (van bovenaf is het stervorming gebouwd) met dat diepliggende water erlangs. En in dat water bootjes en kano's, uiteraard, waar mogelijk gaan Nederlanders nu eenmaal varen met hun bootjes. We lopen een eind om de vesting heen over een hoger gelegen wal en komen dan bij de poort naar het stadje. Lopen eronder door en dan ... staan we daar ineens midden in het stadje zelf. Op het pleintje voor de poort en de muur die weer om de vesting heen is gebouwd, op dat pleintje zit het vol mensen, lekker in hun zomerse kleding waarvan er heel veel zitten te likken aan heeeeeeerlijke ijsco's. Direct beginnen we te kwijlen, nu merken we dat we dorst hebben!! Ruut vraagt een aan groepje keurige meisjes waar ze die heerlijke ijsco's toch vandaan hebben gehaald en ze verwijzen ons naar De Ster, even verderop het stadje in. Ze wensen ons ook nog helemaal netjes een fijne dag, wat keurig toch, vinden wij.
En ja hoor, we focussen ons op de stroom mensen die lopen te lurken aan ijsjes, slaan rechtsaf en daar zien we De Ster, De Sterren-hemel, noemden de meisjes deze ijssalon. Ik kies een hoorntje met 2 bolletjes (yoghurt en bloedsinaasappel) en Ruut een bakje met drie bolletjes (yoghurt, kersen en nog iets), de koning te rijk zijn we en we gaan er eens lekker voor zitten, op de stoeltjes voor de ijssalon, in het zonnetje. Om ons heen niks dan gelukkige kindjes die samen met hun pappa's en mamma's een ijsje gaan halen, wat een schattig gezicht is dat toch. Er rijdt op een gegeven moment een (grote dure) auto voorbij, achterin een jongetje, raampje open, hij ziet ons zitten en houdt enthousiast knikkend zijn duim omhoog. Voor de Naardelingen is dit vast De Hemel, het lijkt wel of het hele stadje om De Ster draait, haha.
Helaas, ook aan dit hemels gebeuren komt een eind, we mogen nog zo'n vier kilometertjes verder tippelen, weer terug naar station Naarden-Bussum. Helemaal een beetje een deadline hebben we ineens, want het parkeergeld is tot kwart voor zes betaald en we weten niet of we dat wel gaan redden. Al met al zijn we toch zo'n vijf uur onderweg; omdat deze wandeling 20 kilometer beslaat hebben we heel wijs en verstandig, wel regelmatig een korte pauze ingelast. Om even wat te eten en te drinken en na onderveer de helft voelden we dat onze lijfjes vermoeid begonnen te raken - althans, ineens werden we wat stiller, in ons zelf gekeerd en moesten we een beetje hijgen, een goed teken, want dan gaat het motortje pas echt branden - maar goed, na dat punt waren die korte pauzes er ook gewoon om even lekker uit te rusten.
We verlaten Naarden, koersen aan op Bussum. Verlaten het vestingstadje door een mooie oude buurt vol wat kleinere schattige huizen, met van die bloeiende planten voor de deur en mooi gekleurde kozijnen enzo. Misschien wel mooier, zeggen wij, dan die kasten van huizen. Veel aangenamer om in te wonen (en om te onderhouden). We lopen nog om een punt van de vesting heen, komen bij de weg naar Bussum, steken die over en voilà, dan zijn we eigenlijk heel snel weer in die jaren dertig wijk vol Dudok-huizen en - gebouwen en Alice in Wonderland huizen met rieten daken, veel groen, mooie tuinen, oogstrelend allemaal. We voelen de oogorgasmes weer opkomen.
Netjes op tijd, iets over half zes, komen we weer aan bij onze auto, die daar netjes staat te wachten voor cafe Dandy. Daar gaan we toch nog heel eventjes lekker in het zonnetje zitten, ik met een Texels biertje, Ruut met een nul punt nulletje, ook nog even heerlijk een grote plas gedaan allebei, knap hoe we dat al die tijd op hebben kunnen houden (de bossen hier zijn mooi maar lenen zich niet voor een stiekeme plas in de bosjes, daarvoor is het te open en te druk bezocht, voor je het weet komt er net iemand aan op de fiets en zit je daar in je blote gat langs de kant van de weg, oh nee, mij niet gezien). Als ik van de wc terug kom, lispelt Ruut tegen me: 'Ilse, weet je wat hier net voorbij reed?' 'Nee?' 'Nou, een SUV! ' 'Ja, uhm...' 'Ja, maar wel een SUV van Rolls Royce...' 'Asjemenou! Ik wist niet dat die bestonden!' 'Nee, daar zijn er ook maar een paar van in heel Nederland, Ilse.' 'Wauw, en een van die paar SUV-jes Rolls Royce rijdt dus gewoon hier, in Bussum.' We heffen er maar ons biertje op en als de glazen leeg zijn, verlaten we het zonovergoten terras.
De pizzeria laten we voor wat het is, we hebben zin om weer naar huis te gaan, daar lekker een broodje gebakken ei met spek te eten en een groot glas koude melk te drinken. Wat we dan ook gaan doen.
En oh ja, die nieuwe rugtas is goedgekeurd! En mijn kekke wandelrokje eveneens!
Geschreven door SoulVoet