Blij met het uurtje langer door de wisseling van zomer- naar wintertijd zijn we, want we zijn niet echt heel erg vroeg wakker. Half 10 is nu half negen en, hopla, eruit en douchen een aankleden maar. Het uurtje verschil maakt dat we het nog voor ons zelf kunnen verantwoorden om een dag te gaan wandelen.
We hebben een lange wandeldag voor de boeg, we breiden ons aantal kilometertjes uit omdat we aan het oefenen zijn voor weer eens een wandelvakantie - we hebben nog niks gepland - in 2025.
Het opbouwen gaat goed, ik ben heel erg blij met het feit dat mijn blessure niet opnieuw op-plopt, mijn achillespees houdt zich goed. Natuurlijk draag ik weer ' een stukje bescherming' in de vorm van mijn onflatteuze maar oh zo geliefde gel-sok. Deze zorgt ervoor dat mijn hiel niet geïrriteerd raakt door de wrijving met het leer van mijn schoen.
Dus, best wel op tijd bereiken we station Heiloo - altijd zo mooi, de entree van dit dorp door de lommerrijke Stationstraat, nu in herfsttooi - waar we mijn Mazda'tje parkeren en waar we in het winkelcentrum eerst een goede cappuccino drinken + een stevige caramel-chocolade koek. Oeps, echt wel eterig, die koek, we voelen ons schuldig met dat gesnaai, niet wetende dat we die calorieen deze wandeldag echt heel erg nodig gaan hebben.
We verlaten 'Slow Roast Coffee' - een aanrader - rond half 12 en gaan welgemoed op pad. Eerst via de bebouwde kom, geen straf in Heiloo waar we onze ogen uitkijken op de fraaie grote huizen met mooie tuinen (en veelal een paar upperclass-auto's op de oprijlaan). Dan komen we in een stukje aangelegd bos dat grenst aan het Heiloo-er bos. Hier mogen honden vrij rond rennen, heel fijn maar wel een beetje jammer dat een stuk van onze route door het grasvel leidt; zorgvuldig inspecteren we de ondergrond, ligt hier geen hondenpoep?? Het gaat goed, geen vieze schoenen.
We verlaten het park en komen op een provinciale weg die we al snel moeten verlaten omdat wij Het Munnikkenpad op moeten. Een fantastisch mooi graspad, met rechts uitzicht over landerijen tot aan de duinen en links een grote vaart omringd door wuivend riet. Echt weer zo'n Swiebertjes-pad. Hier worden wij heel blij van :-) In de verte zien we De Abdij van Egmond liggen, we hopen - tevergeefs - daar langs te komen, zo mooi, dat oude klooster.
Een landschaps-schilder staat ingespannen de eerste lijntjes te trekken op zijn doek en is niet zo gediend van onze belangstelling. Dan niet, mijnheertje koekepeertje: 'we zullen je niet verder storen, hoor', roepen we en wandelen door. Hij maakt echt een beetje een geagiteerde indruk, kijkt ons niet eens aan. Nou ja. Hij staat wel op de kiek, want dat mocht ik nu weer wel doen, hem op de foto zetten.
Aan het eind van het Munnikkenpad moeten we een hek over, maar dat gaat niet want te hoog en op slot. We halen toeren uit, moeten met ons kont boven een slootje hangend om het hekje heen manoeuvreren, beetje eng wel, omdat daar weer een uitsteeksel aan zit dat in mijn buik prikt. Fotomomentje voor Ruut; zijn meisje zeer onflatteus balancerend boven een prutsloot.
We komen in een gehuchtje dat blijkbaar het eind van Egmond Binnen is; lieflijke huisjes en boerderijen, we passeren zelfs een supermarkt, hadden dat hier niet verwacht, en een straat waarlangs een cafeetje. Misschien is het hier in de zomer-vakantie-periode druk met toeristen? Helaas, De Abdij zien we onderweg niet, andere keer maar eens naar toe; het is zeker een bezoekje waard!
Het weer is overigens bijzonder aangenaam, graadje of 14, zonnetje erbij, een lekker windje. De jasjes hebben we al uitgetrokken. Als we de duinen naderen - we passeren eethuis Het Wester, heel druk vandaag en 'he, daar zijn wij ook wel eens geweest voor een hapje en een drankje, altijd leuk, feestje der herkenning'; omdat we van zo'n andere kant aan komen lopen hadden we het niet meteen herkend. Als snel lopen we door de duintjes en het bos, hier is het best wel druk met andere wandelaars en fietsers. We gaan er even bij zitten: broodjes kaas - geen krentenbolletjes dit keer - verorberen met een slokje water uit de Dopper. Een paar jonge moeders schuift gezellig aan onze picknick tafel aan om een van de babytjes de fles te geven; hoe knus. Boven zee trekt de lucht trouwens dicht: donkergrijze wolken pakken zich samen. Maar in het binnenland schijnt het zonnetje nog volop.
We realiseren ons wel dat we niet te lang kunnen pauzeren, de wandeling is ruim 20 kilometer en het is al begin van de middag; door tippelen dus.
Op de Van Oldenborghweg - hoe lang is die weg wel niet, we komen 'm in alle NH-kustplaatsjes tegen - is het erg druk met fietsers, wat niet fijn wandelt maar we kunnen overstappen naar een graspad, heel fijn, dat paralel loopt aan de bestrate weg. Andere wandelaars zijn echter ook op dit slimme plan gekomen, dus het is hier best wel even druk, maar okay, dat heb je nu eenmaal op zondag met mooi weer (en herfstvakantie) in de duinen en het bos.
Aan het eind van dit graspad mogen we een rustiger weggetje op, gelukkig. De fietsers gaan blijkbaar allemaal richting zee; wij gaan de duinen in waar al snel her en der bordjes 'verboden te fietsen' staan: heel fijn. We genieten van de schoonheid om ons heen: veel natuurlijke meertjes en ondergelopen stukken bos, fotogenieke berkenbossen dus: kieken maar!
Het licht is prachtig, gefilterd door de hoge bomen. Omdat we onze plas al heel lang ophouden, krijgen we een beetje last van niet helpende gedachten. Nerveus spieden we naar een geschikte plasplek, die er wel zijn maarrr... dan komen er net weer mensen aan... zucht. Ineens zien we een prachtig plek vol bosjes en struiken et voilà, broek naar beneden (ik dan) en plassen maar. Ruut kiest een fijne boom uit. Net op tijd ritsen we onze broeken weer dicht, want ja hoor, we horen alweer stemmen van kletsende dames. Maar oef, wat lucht dat op!
Gestaag stappen wij voort tot aan een prachtig duinmeertje vol eendjes en meerkoeten en andere rond spetterende watervogels en vier majestueuze zwanen: een vader en moeder met twee kinders. Hier nemen we weer eventjes pauze: Ruut moet wat eten van mij anders krijgt hij nog de hongerklop. Hij volgt mijn dwingend advies op en werkt zijn boterhammen braaf weg.
Daarna weer door: we lopen weer door een stuk bos; twee babbelende meisjes van een jaartje of 9 achter ons. Ineens spreekt een van hen mij aan. Of ik Nederlands spreek, haha, ja hoor, zeg ik. Ze zijn verdwaald, vertelt ze, want ze waren hier met haar grotere zus en haar vriendin. Mochten van haar moeder even met hun viertjes doorwandelen; de grote zus had zich echter verstopt of was weggelopen en nu liepen ze hier met zijn tweetjes en geen idee waar ze waren. Mocht ze even met haar moeder bellen? Tuurlijk, dus al snel hangt ze met een verontruste moeder aan de phone; die zegt dat ze daar maar moeten blijven, dan haalt ze ze wel weer op. Terwijl de meisjes een plekje om te wachten zoeken, ziet Ruut ineens een ander meisje achter een boom springen, samen met een ander meisje. Hoe ziet jouw zus eruit, vraagt hij, heeft ze lang donkerblond haar? Ja! Nou, dan is je zus daar, achter die boom. Boos beent het meisje samen met haar vriendinnetje naar haar grote zus die even verderop met haar vriendin stiekem naar ons stond te gluren. We laten het kibbelend viertal achter ons.
Onderweg zien we veel maar vooral heel grote paddenstoelen staan, van die zwammen, in groepjes of grote bruine elfenbanken. De zwammen zijn groot als pizzaborden, wauw! In de bossen hier zie je trouwens nooit van die rood met witte stippen paddenstoelen, alleen maar bruine, witte en grijzig. Daar moeten we het mee doen. Een deel van de bomen is al kaal, een deel juist nog vol groen blad. De grond in het bos is vochtig en vol bladeren.
We beginnen ons wel te realiseren dat we pittig door moeten stappen, deels omdat we hier nog maar net over de helft van de wandeling zijn, maar ook omdat de zon al vroeg gaat dalen nu het wintertijd is; rond vier uur zal het gaan schemeren. Daarom houden we er flink de pas in. Lopen nog steeds door het bos en de duinen en net als we denken dat we dat gaan verlaten, mogen we nog even een kilometertje pittig klimmen over super steile duinen. Oef!
We komen zelfs langs een soort van klimduin, zo hoog en steil is 't hier dus. Zweet op mijn kop, ik voel mijn wangen gloeien en ik begin zowaar een beetje te mopperen op Ruut, die de wandeling heeft uitgezocht en (niet) vooraf heeft bestudeerd. 'Wat is het zwaar, joh, ik krijg een beetje Buggeru flash backs (een helse wandelroute op Sardinië die we niet redden want te zwaar en deels via de auto (lift) aflegden, zie verslag wandelretraite 2022). Hoe veel kilometertjes is deze wandeling eigenlijk? Echt 'maar' 20?' 'Geen idee', antwoordt Ruut (die net doet of hij gek is, maar ik weet wel dat hij 't niet goed heeft gelezen vooraf); nou ja, dat het een lange wandeling is, dus, dat weet ik wel.'
Als we de pittige klimmetjes achter de rug hebben, komen we ineens bij de uitgang van dit duinengebied, een trap af en daar staan we ineens weer aan een geasfalteerd weggetje langs allerlei vakantiehuisjes en landerijen voor bloementeelt. De Bleek, heet het gebied dat we net achter ons lieten. Het weggetje leidt ons naar Egmond aan de Hoef, langs soms echt heel verouderde vakantie-huisjes: 'tjeetje, je zal dat maar gehuurd hebben, kom je hier aan, dan wil je toch meteen rechtsomkeert maken, zo antiek' ... en verder boerderijtjes waar een slimme boer een honden-was hok heeft op het erf; daar kun je je hond in een soort van car-wash ding laten wassen, gaaf!
De hemel raakt overigens meer en meer bewolkt, het zonnetje verdwijnt achter grote wolken en begint ook al te dalen. Rond drie uur, half vier is het inmiddels. Als we de drukke autoweg oversteken zijn we in Egmond aan de Hoef. De buitenwijkjes hier zijn niet echt oogstrelend, vinden wij althans, maar het oude centrum rond de Ruine van Egmond is dat wel. Daar blijven we dan ook even zitten: Ruut heeft het eventjes moeilijk, hij is moe, kan gebeuren. Liever loopt hij door, zegt hij, want 'anders moet ik zo weer op gang komen en bladiebla'. 'Nee, zitten', zeg ik 'en eet nog even wat'. Ik ken 'm, hij slaat nogal eens het eten over en krijgt daar dan ineens last van. Beter over de wandeldag kleine beetjes te eten dan ineens heel veel, heeft de ervaring ons geleerd (zie ook het wandelverslag 2022, van Sutera, waar we ziek werden doordat we niet goed hadden gegeten).
Wat zitten we daar mooi, de ruine achter ons, het eeuwenoude pittoreske straatje voor ons: hemelse plek toch weer. Maar, de zon begint echt te dalen, het wordt frisser ook, als we zo stil zitten, voelen we dat het echt niet meer warm is. Jasjes maar weer eventjes aan and up we go. Egmond aan de Hoef weer uit, langs een drukke rotonde, bij de tweede afslag eraf, dus dat doen we netjes maar hela hopla, de dame van Komoot moppert ineens dat we niet goed gaan, we moeten terug.
Huh? Hoe dan? Dan zien we een bordje met de welbekende gekleurde pijltjes voor wandelaars het land in wijzen: hier is blijkbaar een wandelpad, over het weiland! ja hoor, daar moeten we over, dus daar gaan we. Ik mopper weer even, want 'foei, ik ben moei en dan toch nog tig kilometertjes over een hobbelig graspad lopen?! Niet zo mijn ding.' Maar als snel keert het tij; het pad is reuze mooi en loopt pal langs de Egmonder Binnenvaart, een prachtig - vast heel oud - vaarwater omringd door riet en links van ons uitgestrekte weilanden met koeien en schapen. Om de zoveel honderd meter moeten wel steeds zo'n hekje voor wandelaars over klimmen en omdat we nu echt moe dus een beetje stram zijn, kost ons dat bij elk hekje steeds meer moeite maar gaaf is het wel. Heel in de verte zien we een grote luchtballon, de zon staat nu echt laag, het wordt schemerig, we zijn echt helemaal alleen met zijn tweetjes hier in dit prachtige landschap. Naar schatting is dit wandelpad een kleine vier kilometer, dan moeten we een bruggetje over en rechtsaf - oh nee - weer een lang graspad over, maar we zien dat dat na een kilometertje wel ophoudt, want daar staat een sluiswachters-woning.
Blij dat het graspad hier overgaat in een pad met schelpenzand, wat voelt dat hemels aan onze vermoeide voetjes en zo lopen we de laatste kilometers naar Heiloo. Wat is het hier stil, trouwens. Op een paar fietsers na zijn wij de enige twee die over dit pad gaan. Wat nieuwerwetse tuinderswoningen her en der larderen het pad. We kijken nu wel wat vaker op de route op de phone, hoeveel moeten we nog want oef, wat zijn we moe! 'Nog een paar kilometertjes tot we weer bij het startpunt zijn, ai, even doorbijten dus.'
Dan zijn we aan de rand van Heiloo, lopen langs bizar grote nieuwe villa's en moeten dan door een wat onduidelijk stuk aangelegd bos - zou het hier een soort heren sociëteit zijn want wat lopen hier veel mannen rond in de buitenlucht - en he, daar zijn we weer bij het stukje hondenuitlaatpark, een rommelig park trouwens; opgetogen zijn we als de royale nieuwbouwwoningen opdoemen waar we bij het begin ook langs liepen: hoera! bekend terrein, nog een paar straten door en dan ... zijn we bij het station en daar staat mijn lieve karretje trouw te wachten en durven we allebei te kreunen en te steunen want man man, wat zijn we moe! De stappenteller zegt dat we zo'n 31.000 stappen hebben gezet, 23 kilometertjes! Ook wel iets om trots op te zijn: we hebben onze conditie weer wat verder opgevijzeld. Allemaal voor die wandelvakantie die we nog moeten regelen.
Op de terugweg zetten we wel de blower voluit want we dampen nog helemaal na. Zoonlief appt onderwijl hoe we het gaan doen met eten en he, goed idee, zoon, bestel jij alvast maar wat bij onze vrienden van Damiano! Dat wordt dus 2 pizza! En een bord spaghetti voor mij. En grote koppen thee, want we moeten echt even bij-drinken, hebben onderweg merkbaar te weinig gedronken, zo'n dorst als we nu hebben.
Terugkijkend op deze wandelroute: heel mooi, enorm afwisselend maar best pittig, niet alleen vanwege het aantal kilometers, maar ook vanwege de steile klimmetjes in de duinen en de eindspurt over het lange graspad, dat hakte er bij ons wel eventjes in. Veel mooie rustpunten onderweg, ook her en der fijne horeca, het is een toeristische plek tenslotte. Op zondag is het wel erg druk in het bos en de duinen, met al die fietsers en andere wandelaars.
Geschreven door SoulVoet