Daar was 'ie dan, de langverwachte geheime wandeling, bedacht door schoonzus Loes. Waarvan we eigenlijk stiekem al wisten waar 'ie was, omdat zwager Toon 't al had verklapt. Maar dat mocht de pret niet drukken, we hebben er zin in, het weer is uitgelezen en we zijn blij Krommenie even een dagje te kunnen ontvluchten want we werden echt krankjorum van het vliegtuiglawaai. Elke halve minuut 2 vliegtuigen tegelijk over je dak, tussen half 7 en half 10 in de ochtend - op zondag, he - ik geef het je te doen.
Dat we een beetje brak door slaapgebrek zijn, vergeten we al snel als we bij Loes en Toon nog even snel de planten en bloemen in de tuin van hun fraaie nieuwe huis bewonderen. Daarna gaan we op pad. Zoeven in hun electrische bolide naar Almere, alwaar we een afslag te vroeg nemen. Komt doordat zwagerlief een van de twee bezoekerscentra heeft ingevoerd op de navigatie en precies de verkeerde. We moeten die van Lelystad hebben maar we koersen eerst af op die van Almere. Zoiets. Helemaal niet vervelend, vinden we. Terwijl we honderduit kletsen en het lichte gekibbel - over dat we op de verkeerde weg zijn beland - tussen schoonzus en zwager glimlachend aanhoren vanaf de achterbank, snorren we door Almere dat laat zien dat de noemer stads een weids begrip is. Hier is het geen stad, hier is het landelijk. Op een parallelweg van de A10 zijn we beland, rechts in de verte zien we de auto's over de snelweg scheuren, links van ons een kanaal waarlangs moderne huizen in allerlei kleuren en maten waaronder knalrode. Tof! Er is hier langs het kanaal blijkbaar iets in de maak voor een evenement, maken wel op uit de talloze openbaren toilethokjes aan de waterkant. Een bizar gezicht, die blauwe pieshokjes zo netjes evenwijdig aan elkaar geplaatst, geen mens in de buurt. Vlak voor het eind van de weg staan er zelfs van die witte festival-tentjes waarvan er een bestemd is voor de pers. We vermoeden dat hier iets gaat plaatsvinden van een internationale viswedstrijd ofzo. Er staan een paar grote borden met aanduidingen over zoiets.
Uiteindelijk vinden we het juiste plekje waar we de auto parkeren en waar we van start kunnen gaan. Oostvaardersplassen, staat er op een bord en het pijltje wijst richting bezoekerscentrum. We sjorren rugtasjes om en smeren onze huid in met zonnebrandcreme. Geen zin in rooie armen en benen dit keer.
Bij het bezoekerscentrum - Buitencentrum Oostvaardersplassen - staat een bord met daarop de wandelingen afgebeeld plus het aantal kilometers. We kiezen voor 2 wandelingen die we achter elkaar gaan lopen: de Zeearend-wandeling van ruim 5 kilometer en het Lange Pad dat ook net even meer dan 5 kilometertjes telt.
Eerst de Zeearend wandeling. We gaan van start, lopen over een smal geplaveid wandelpad dat flink overwoekerd is door struiken en dichtbegroeide bermplanten. Dat het hier best drukbezocht is, valt op te maken uit het gedrag van tientallen snoekbaarzen die, zodra ze mensen aan komen horen lopen met hun bekjes wijdopen onder de brug blijven 'watertrappelen'. Goed afgericht, die vissen hier. We negeren deze verwende krengen en lopen door. 'Op naar de zeearenden. En oh ja, de paarden', zeggen schoonzus en zwager enthousiast. Vorig jaar voorjaar wandelden ze hier ook en toen hadden ze heel veel wilde paarden gezien die op een van de open velden druk heen en weer renden, steigerden en hinnikten. Ze waren er deerlijk van de indruk geweest en het klinkt prachtig. Zoals in die fantastische film over dit gebied, De Nieuwe Wildernis uit 2013. Een aangrijpend verhaal over het leven van een paar paarden die een jaar lang gevolgd worden door de filmers. Mocht je deze film nog niet gezien hebben, dan zou ik zo zeggen: snor 'm op op internet, ga zitten en geniet!
Vandaag oogt het gebied minder ruig dan in de film. Daar is het stralend mooie weer vast debet aan. In de film lijkt het wel altijd te stormen, regenen en sneeuwen. Vandaag staat de zon hoog aan de hemel en alhoewel het licht al zacht en nevelig is, is het nog flink warm. Ik ben blij dat ik mijn lederen wandelhoed op heb gezet en me heb ingesmeerd met factor 30.
Naast het mooie weer maakt de aanwezigheid van aardig wat andere wandelaars - waaronder veel vogelaars met van die indrukwekkende telelenzen bungelend om hun nek en steevast begeleid door hun sportieve eega's - dat het vandaag vriendelijk en toegankelijk oogt. Als een perfecte plek voor een mooie zondagmiddag-wandeling.
De paarden, Konikpaarden, zijn er wel - we zien ze ineens vlakbij ons - maar blijken volledig Zen. Ze staan in een groepje bij elkaar, onder een paar bomen. Ze lijken zich beschermend op te stellen, staan in een kring om een paardje dat op de grond ligt. Even zijn we bang dat het niet goed met haar gaat, leeft ze nog wel, vragen we ons zelf af. Maar ineens fladdert haar oor. En even later staat ze wiebelig op. Ze lijkt zwanger maar we twijfelen toch want ze is niet echt dik. Evenwel, ze gaat snel weer liggen en de andere paardjes gaan weer om haar heen staan. We weten 't niet, kunnen niet goed bedenken wat er aan de hand is en lopen weer verder, op naar een vogelhut dat oogt als een Aziatisch theehuis.
Binnen in de hut is het heerlijk koel. Er zijn van die vierkante uitsparingen in de houten wanden waar je met je verrekijker of telelens uren naar de vele, vele vogels verderop in de plas kunt kijken. Wij gaan een verdieping hoger en bekijken de omgeving vanachter ramen. Er staat een grote telelens waardoor je de ganzen in de verte ziet rommelen en levendig doen in het water. Zwager heeft iets heel moois bij zich, een mono-verrekijker op een statief. Daardoor zie je alles nog veel beter, verfijnder. Ik zoem even in op een vogel, een wit rank vogeltje op echt enoooorm hoge dunne pootjes. 'Wat gaaf', roep ik uit. 'Zulke dunne hoge pootjes heb ik nog nooit gezien bij een vogel.' Het blijkt een Stelt-Kluut te zijn, deze parmantig hoog-op-de-benen-vogel.
We gaan weer door, pauzeren even om een paar broodjes en krentenbollen te verschalken - zitten daar heerlijk in het zonnetje - wandelen weer fluks verder en belanden bij het beginpunt. Daar gaan wij dames eerst even lekker plassen in het bezoekerscentrum. Aangenaam verrast zijn we, als we op zoek gaan naar het toilet en over het prachtige terras moeten lopen, waar de gasten heerlijk koffie zitten te drinken en te brunchen. Wat een droomplek!
Een bezoek aan het toilet blijkt ook nog eens gratis, wat wil je nog meer! Maar het wordt ons moeilijk gemaakt om geen geld uit te geven, want we moeten langs tafels vol mooie spulletjes. We bedwingen onze kooplust, laten de schattige artistieke vogel-beeldjes, waterdrinkbakjes en andere leuke hebbedingetjes voor wat het is.
We voegen ons weer bij de mannen en gaan op zoek naar het startpunt van het Lange Pad. Even wat onduidelijkheid over waar we precies moeten beginnen, wij - de man en ik - volgen braaf want ja, zij hebben de wandeling uitgezocht, he. We vinden het startpunt voor deel 2 van onze wandeling. Openen het zware metalen schuifhek en belanden op een lekker wild pad dat ons langs allerlei mooie plekken brengt. Hier staan opvallend veel vlierbessenstruiken en bramenstruiken. De meeste vruchten zijn nog niet rijp, maar het ziet er prachtig uit. Overdadig en sexy hangen takken vol vlierbessen en bramen over het pad naar ons te lonken. De mannen kunnen deze verleiding niet weerstaan, plukken wat vruchten en peuzelen ze op. Hierna wandelen we weer stevig door maar merken dat het toch wel erg warm is geworden. Vandaag zou het kwik oplopen tot 24 graden en da's voor wandelaars best warm. We worden er zweterig en dorstig van. Mogen weer even pauzeren van onszelf en zien een mooi rustpunt. Op een heuveltje. Welgemoed beklimmen we het pad maar ach, er zitten al een paar mensen op het bankje en die gaan niet voor ons opzij, helaas. We kijken dan maar staand uit over een weids veld vol wilde zuring en andere prachtig bloeiende planten. Vlak voor ons, aan de voet van het heuveltje, ligt de spoorlijn waarover om de zoveel tijd de sprinter naar Lelystad voorbij raast. Aan de waterkant daar weer achter zit een Zilverreiger, de witte variant op de Blauwe Reiger. Er vliegen er nog meer rond. Majesteus, met van die grote vleugels met een flinke spanwijdte. Ook zien we roofvogels rond cirkelen en bidden maar helaas, geen zeearenden. 'Die hebben het nu waarschijnlijk te goed, zo, in dit jaargetijde en zitten ergens uit te buiken in een boom ofzo.'
We dalen weer af en wandelen verder door een door hoog gras overwoekerd pad. Komen weer bij een groot houten hek en als we daar door zijn, moeten we een weg oversteken. Komen op een nieuw stuk met ook weer prachtige watertjes en door bloemen overwoekerd land. Nog heel veel koolzaad hier, iets waarvan ik altijd dacht dat dat alleen maar in het vroege voorjaar bloeide. Hier staat het er nog vol mee.
Zwager heeft het al de hele weg over Puttertjes. Van die kleine zangvogeltjes met zo'n rood mutsje op, die hier voorkomen. Hij wil ze graag zien en hoopt ze te kunnen spotten. 'Ze kunnen heel mooi zingen', zegt hij. 'In Spanje noemen we ze Jilguero en daar vingen de mensen ze vroeger door ze te lokken op kleverig spul, dan bleven we daaraan vastplakken.' 'Aaaah, die Spanjaarden, altijd zo wreed, he?' En we hebben het ook nog even over de Italianen, die ook zangvogeltjes vangen, in netten. Ik vertel over mijn Sardijnse oom die gewend was om gebraden vogeltjes te eten. En als dan tijdens de Kerstdagen zijn familie op bezoek kwam, nam die heerlijk gemarineerde vogeltjes mee die vol trots werden geserveerd aan de kersttafel in bijzijn van ons, Hollandse kindertje. Die er griezelend naar zaten te kijken, hoe ze die vogeltjes ook nog op gingen eten!!
En dan ineens laat zich een Puttertje zien. Zwagerlief en de man zien er net nog eentje in de bosjes wegduiken. Mission completed ;-)
Na een klein half uurtje komen we weer bij een vogelhut, een kleinere versie met weer van die vierhoekige uitsparingen. Zwaluwtjes vliegen ons om de oren. Naar blijkt wonen ze in deze hut, als we omhoog kijken zien we een aantal nestjes hangen met daarin jonge zwaluwtjes die hun snaveltjes hongerig open houden. En pa en moe maar van hot naar her vliegen om hapjes voor ze te vangen.
Iets verderop mogen we weer even pauzeren, ondanks dat het aantal kilometers goed te behappen is, zijn we best moe door de warmte en door de zon op ons kop. We gaan even zitten aan zo'n prachtige solide bank met tafel. 'Staatsbosbeheer', staat erop. Even wat fruit verschalken en alweer wat drinken. Omdat het zwager niet lekker zit dat we niet nog meer en wat wildere paardjes hebben gezien, gaat hij op verkenningstocht en loopt een stuk in zijn eentje een pad over. Komt weer terug met de mededeling dat ze er echt niet zijn. 'Ook die hebben het in dit jaargetijde vast te goed', zeggen we dan maar. 'Die liggen nu gewoon heerlijk te chillen in de schaduw onder de bomen. Niks geen geren en gesteiger voor het oog van de wandelaars. Dat komt vast wel weer in het voorjaar, als de mannetjes elkaar te lijf gaan en indruk willen maken op de wijfjes.'
Wat we wel zien zijn naast de overdadig gevulde vlierbessenstruiken, struiken vol met knalrode bessen. Ze zien er verrukkelijk uit maar geen idee of ze eetbaar zijn. Ik zet ze op de kiek en laat ze hangen, durf het niet aan. Bovendien, zou ik ze willen plukken, dan zou ik met blote benen door de talloze brandnetels moeten banjeren. Ik laat ze dus hangen en voeg me bij het drietal. We lopen door, zijn alweer bijna aan het eind van de wandeling. Steken de weg weer over, belanden op het stuk van het Lange Pad waar we ook begonnen en vandaar uit komen we weer op de weg naar het Bezoekerscentrum. Schoonzus stelt voor om even lekker wat te gaan drinken op dat weergaloos mooie terras en dat is niet aan dovemansoren gericht. We laven ons aan lekkere koude drankjes en ijs. Zitten daar zo lekker in het zonnetje met achter ons de Oostervaardersplas die glinstert in het augustuslicht. Willen hier nog wel uren blijven maar ja, aan alles komt een eind. Ook aan deze mooie augustusdag waarop we Konikspaardjes zagen, een Puttertje, Witte Reigers, ganzen, zwaluwtjes, roofvogels en Steltkluut, heel veel bessen en bramen en heel veel wilde bloemen in allerlei mooie, warme roze-rode en gele nazomerkleuren.
Rond half vijf zoeven we weer terug in de elektrische bolide. Terug naar het Zaanse alwaar de vliegtuigen alweer in grote getale in de lucht hangen, klaar om af te dalen naar Schiphol.
Geschreven door SoulVoet