Na wat laatste voorbereidingen rijden we naar het museum van de Mille Miglia. We kunnen wat eten en daarna moeten ruim 400 auto’s op numerieke volgorde worden gezet. Dat gaat toch redelijk soepel, terwijl iedereen popelt, we willen aan de bak. Veel vervaarlijk geronk van Bugatti’s en Ferrari’s. De Mercedessen hoor je nauwelijks. In één ervan ontwaren we Jackie Ickx, de voormalige F1 coureur, die ambassadeur is voor Chopard. En nog steeds deelt hij handtekeningen uit. Het eerste deel van de rit gaat door veel plaatsen en langs Milaan. We passeren de files door ruimte in te pikken tussen de twee rijen in. Zoals de hulpdiensten. Aan ons hebben ze echter niks, maar wel veel plezier. Plak een nummer op de auto en je hebt allerlei privileges. Al dan niet onder begeleiding van de politie. Desondanks houdt het erg op. Pas na Milaan wordt het rustiger en veel leuker om te rijden. Bijvoorbeeld door de rijstvelden met de ondergaande zon. Daar kan de AC laten zien wat ie kan. Zeker als Thijs hem een beetje op de staart trapt. Het weer is redelijk. Vlak voor vertrek kwam het met bakken uit de lucht. Gelukkig hebben wij daar niet veel last van gehad. En bij wachten is de paraplu een uitkomst. Ik probeer elke dag een beeld te fotograferen. Italië staat er mee vol. Dus keus zat. Net een klein beetje gegeten en dan naar bed. Morgen 12 uur lang rijden.
Geschreven door Jena.reisverhalen