Het ontbijt in de jeugdherberg is eenvoudig en voldoende. Zonder allerlei snoeperijen die je elders wel kunt pakken en echt niet laat staan. Tenminste wij niet. Normaal vallen we af van een fietstocht. Dit keer vast niet. Te weinig klimmen, te korte afstanden en te veel lekkere verleidingen. We hopen op een mooie tocht langs de Loire met die prachtige kastelen. We zien heel veel acacia’s in bloei en populieren met daarin de typische ‘bollen’ van de maretak. Eén van de ingrediënten van de toverdrank van Asterix. Sinds het recept verloren is gegaan, wordt er weinig meer geoogst. Alleen nog voor kerst om boven de deur te hangen. En goede wensen te doen. Wij fietsen er onderdoor en wensen wat meer zon. In Cléry zijn de zwaluwen druk in de weer om hun eigen versie van een kerkportaal te maken. Heeft wel wat weg van de moderne architectuur die we gisteren zagen. En de vergezichten? Oude bruggen en een kerncentrale. Bij de laatste worden we getrakteerd op een concert van honderden kikkers die het aan de rand van de Loire uitstekend naar de zin hebben. Al met al geen kasteel gezien. Wel heel veel over een lange rechte dijk gefietst. De laatste meters naar het hotel navigeer ik met Maps.me. Die leidt ons door het centrum van Blois met een ongelofelijk steile klim. Ik hoor Ans al achter me mekkeren. En vooral ook als blijkt dat we weer moeten afdalen. Wat een malheur!! Had ik dat niet beter uit kunnen zoeken? Blois heeft een koninklijk kasteel op een rots aan de Loire. Mooi aan de buitenkant en waarschijnlijk is binnen nergens op bezuinigd. Wij wonen voor een nacht in de achtertuin, vlak achter het kasteel. We zien Blois terwijl het regent en de zon schijnt. Kermis in de hel volgens moeder Van Nuenen. Tussen de buien door het hotel weer opgezocht.
Geschreven door Jena.reisverhalen