We verlaten Lodève via ongelofelijk slechte weg. In tegenstelling tot het centrum wonen hier mensen die wat gefortuneerder zijn, maar het wel moeten doen met meer gaten dan asfalt. In de binnenstad wonen vooral Franse buitenlanders. Lodève was vroeger een industriestad waar schapenhuiden tot leer werden verwerkt en waar de blauwe Franse uniformen werden gemaakt. Dat is allemaal voorbij en dus kakte de stad in. De kathedraal en het museum zijn toeristische trekpleisters. De tocht gaat richting Cirque de Navacelles, een enorm diep gat in een hoogvlakte. We zien het dorp onderin liggen. Het blijft een heel bijzondere plek waar we al een paar keer zijn geweest. Ook een keer met de fiets maar toen voelden we niks voor de afdaling en de klim. En nu met bepakking doen we het toch. De route gaat er door, dus wij moeten ook helemaal naar een diepste punt om er daarna weer uit te trappen. Dus eerst het zoet en dan het zuur. We zijn andersom gewend. Vergeleken met 30 jaar geleden is het wel heel toeristisch geworden. maar niet voor ons want wij zijn hier bijna de enige bezoekers. De gemeentecamping in Le Vigan zit dicht omdat de prefect de elektrische installatie heeft afgekeurd. We besluiten door te rijden naar de camping Val d’Arre waar we vroeger een mooie vakantie hebben gehad. Bij de aankomst zeiden we al, ze hebben hier goed geboerd. Bij het afrekenen snappen we hoe dat zit. € 32 voor een grasveldje van 10 bij 10 voor één nacht. En in de televisiezaal staat nota bene nog een oude beeldbuis tv die telkens mekkert over gebrek aan een goed signaal. Dus de antenne is ook naatje. Dus geen tour kijken. Ook dit voelen wij als een dieptepunt. En de douches zitten dicht tot vijf uur, wat een belachelijke regel! Hier komen we dus nooit meer. Aan de andere kant hebben we wel weer hele mooie landschappen gezien, veel vlinders met als toppunt een enorme zwerm op een lavendelstruik.
Geschreven door Jena.reisverhalen