Vrijdag 31 mei is het, we hebben nog anderhalve week, het glas is nog halfvol, zo voelen we ons echt, er komt maar geen eind aan deze fijne vakantie. Vandaag hebben we weer zin in een bezoekje aan weer een onbekend stadje, we gaan naar Martina Franca, een half uur dik rijden van onze locatie Don Onofrio in Macchia di Monte. We nemen ons voor om daar langs de Aqua & Sapone te gaan, een drogisterij-zaak die hier in heel Puglia zit. In Bari zat er een zaak vlakbij ons hotel, we kochten er goeie shampoo en lekkere geurtjes voor deze vakantie. Vandaag hebben we spullen nodig voor onderhoud en beheer van onze gebitten; Ruut heeft last van een lichte ontsteking in zijn tandvlees, het hield hem zelfs uit zijn slaap. Ook ik merk dat mijn 60 plus gebitje meer onderhoud nodig heeft dan ik nu geef. We missen goede tandpasta en mondwater en Ruut heeft nieuwe ragertjes nodig. We hebben het er maar druk mee, met bedenken wat we nu weer nodig hebben. Op weg naar het stadje rijden we vermoedelijk niet helemaal goed, we komen in een uitermate mooi wijkje op een berg terecht, er staan trullo en andere beeldschone huizen met mooie tuinen en ineens zien we een minaret! We stoppen meteen en maken er foto’s, lopen om het vervallende gebouw heen, door de verwaarloosde tuin. Het is er doodstil, maar prachtig. Dan stappen we weer in de auto en tuffen verder door het prachtige landschap.
Dan parkeren we in, gaat dit keer van een leien dakje. Koffie om wakker te worden in een tentje buiten en centrum en dan gaan we lekker Martina Franca doorkuieren. Ook dit stadje is weer beeldschoon, het oude centrum is een lust voor het oog!
Dit stadje ligt op een berg en heeft een verrassend mooi pleintje met een ronde muur met bogen, schitteren. Dus ook hier weer veel foto’s, en ook gaan we de basiliek in - ik ben het meest onder de indruk van de fraaie ronde banken - en strijken uiteindelijk neer in een iets buiten het toeristencentrum gelegen straatje in restaurant Gaonas waar we de enige gasten zijn. We zitten buiten, in een smal straatje. Hier eet ik voor het eerst de beroemde orrechiette, de oortjespasta van Puglia met een zalige romige saus met draadjesvlees. En als toetje een overheerlijke pana cota. En een glas koele lokale witte wijn, Verdeca, maakt het helemaal af. Wat een fijn restaurant, vader zwaait de scepter, zoonlief bedient en de kok kookt de sterren van de hemel.
Na de lunch kuieren we nog wat door het stadje en gaan dan weer richting onze Fiat. Als we bijna bij de weg naar de parkeerplaats zijn, twijfelen we even: gaan we links, gaan we rechts. Ik wil links, Ruut gaat rechts. Een oud dametje, gezeten in een nis van een muurtje, slaat ons gade en staat ineens op, met een stralende lieve lach met parelwitte kunsttanden, en houdt een heel verhaal in het Italiaans, we verstaan het niet erg goed, maar ze is zo lief, we blijven graag een naar haar kijken en luisteren en knikken begrijpend en zeggen wat dingetjes terug. Het gaat in zo’n gesprekje niet om wat er gezegd wordt, maar om hoe er gepraat wordt en wat er tussen mensen gebeurt: liefde!
Hierna gaan we links- nee toch rechtsaf, naar onze Fiat, maar nee, eerst toch nog even lopend naar Aqua & Sapone, waar we goed slagen met allerlei onderhoud en beheersmiddelen voor onze gebitjes.
Daarna weer en route naar huize Don Onofrio waar we best een beetje tot onze schrik zien dat in het appartement naast ons, gasten zijn gekomen. Wat betekent dat we onze prachtige veranda moeten delen met ze. En als we boven zijn, zien we dat het niet om twee oude toeristen of zo gaat, nee, er huist een heus groot Italiaans gezin naast ons van wel zes personen. Met vier kinderen! Ai! Zo te zien hebben ze zich onze terrasstoelen eigen gemaakt, da’s even wat minder. Als we onze boodschapjes e.d. hebben opgeruimd, bel ik met moeder Vera en daarna gaan ook wij toch echt even op onze eigen stoelen buiten op de veranda zitten. Een van de buurjongens - een Italiaanse Dikkie Trom - wil net op mijn stoel gaan zitten maar doet toch maar een stapje opzij. Zitten we daar met ons tweetjes op ‘ons’ balkon dat ineens geconfisqueerd is door een heuse Italiaanse familie. Die wel merkt dat het voor ons minder fijn is en bij een andere tak van de familie, die van het hoek-appartement rechts van ons op balkon gaat zitten. Nou, daar zitten we dan tussen twee families in.
Later op de avond komen onze linkerburen weer terug, voetballend en wel, een bal rolt naar binnen. We zijn dan zelf weer binnen maar okay, helemaal fijn voelt dit territorium-matig niet. Dat heeft Don Onofrio niet handig geregeld, vinden wij.
Maar goed, rond negen uur is de hele familie, zowel die van links als die van rechts, uit eten en wordt het weer even rustig, als vanouds, zeg maar. Pas rond middernacht komen ze weer terug om meteen te gaan slapen.
Zaterdag 1 juni is het en ik heb toch wat onrustig geslapen, me bewust van de geluiden ineens om ons heen van andere gasten. Wat waren we verwend hiervoor, dat realiseer ik me nu wel. We hadden het pand zo goed als voor onszelf en ineens zijn er andere gasten die je hoort praten en met stoelen schuiven.
Iets over acht uur begint het leven bij de familie links en rechts van ons: ze staan meteen voor 100% aan. Wat een kakofonie! Kinderen die praten en schreeuwen, een vader die zo te horen aaneen loopt te telefoneren. Echt een Italiaanse film. Wij gaan eerst maar met de voordeur dicht (gewoonlijk gooien we die meteen open) douchen en aankleden. Laten we maar gaan, we ontbijten wel in Cisternino, want daar willen we vandaag naar toe. Het is niet zulk mooi weer, het regent en het is wat grijzig buiten. Wel lekker warm overigens. Voor onze deur is het een gekrakeel van jewelste, de volumeknoppen gaan voluit. Als ik dan uiteindelijk de voordeur openzwaai en mijn hoofd op de hoek steek, kijk ik recht in het gezicht van een stuk of acht mensen rond de tuintafel die ik bon giorno wens en die mij allemaal tegelijk bon giorno terug wensen met een big smile en een paar roepen: wil je koffie? Neem koffie! En wat croissantjes erbij, toe, neem maar lekker wat croissantjes. Ik stap naar buiten en wordt omringd door een paar dames die heel lief en blij roepen dat Italië een heel leuk en mooi land is en echt, we moeten koffie en croissantjes nemen. Ik krab verlegen achter mijn oren, denk: Uhm, we wilden eigenlijk net weg, moeten we nu eerst nog koffie drinken? Even een minuutje, zeg ik en ga weer naar Ruut die nog binnen is: ze vragen of we koffie met ze komen drinken. Nou, Ruut wil ook liever en route maar dan staat er al een buurvrouw voor de deur met een bordje met twee dul-ces en die nemen we natuurlijk met liefde aan. Dan gaan we maar snel naar onze Fiat en tuffen naar weer een mooi nieuwe stadje dat we gaan ontdekken: Cisternino.
Daar zijn we in ruim een half uur - alles ligt hier zo’n beetje een half uur van ons appartement - en ook hier is het weer prachtig en oogstrelend. Eerst ons ontbijt: elk een room-soes-achtig taartje met een bak cappuccino. Schandalig lekker. We schieten weer prachtige plaatjes, dit stadje blinkt uit in een wat meer artistieke poëtische stijl, alles ziet er mooi en verzorgd uit. Veel potten vol planten voor de deur en op trappen. Gedichten en spreuken op muren en bordjes. Dit stadje is toeristisch - ook hier vind je ze alleen in het centro strocico - maar het is wat rustiger. Kan ook aan het weer liggen: af en toe spettert het en het is grijs en soms wat frisjes.
We raken ook hier weer in gesprek met een wat oudere dame, dit keer met een onwijs lieve hond, een soort sheppard hondje, heel jong nog en nog totaal niet opgevoed. Ze laat zich lekker door ons kroelen, het hondje bedoel ik en onderwijl praat de dame honderduit in het Italiaans en we doen weer of we het begrijpen, we begrijpen ook wel wat, namelijk dat het hondje nog maar 10 maanden jong is. Dan vliegt het beestje los, zo het pleintje op om een ander netjes aangelijnd hondje lastig te vallen. Zowel dat hondje als zijn baasje worden heel boos, het hondje gromt en het baasje scheldt en moppert op het dametje dat zich er geen sikkepit van aantrekt.
Hierna strijken we weer neer bij alweer een schitterend restaurantje, Lagravin, waar we goed eten, ik dit keer ijskoude gekookte gamba’s , okay, heel goed en vers maar eigenlijk vind ik ze gebakken in de knoflook lekkerder, en daarna een schaaltje met verschillende soorten vlees, echt heel goed! En een bak sla! Super gezond.
Het grappig is dat Ruut ervaart dat we ons hier tonnetje rond eten en vooral snoepen en ik juist het tegenovergestelde. We eten hier wel heel goed, alles is goed en gezond okay, die croissants als ontbijt of zo’n taartje gevuld met room is misschien niet gezond, maar we eten hier echt veel minder dan thuis. Daar eten we drie keer per dag maar grazen we ook nog zo twee of drie keer per dag, eten we koek bij de koffie en chocolade bij de thee. Echt, ik ben ervan overtuigd dat we thuis veel meer - te veel - eten. Ruut zie ik in elk geval slanker worden, no kidding.
Na de lunch bij Lagravin zoeken we onze Fiat weer op en koersen af op Pezze di Greco. Deze plaatsnaam spreekt zo tot onze verbeelding, het betekent: een stukje Griekenland. We stellen ons bij voorbaat Griekse witte huisjes bij voor, met blauwe deurtjes enzo. Niks blijkt minder waar. Pezze di Greco is super Italiaans, een dorpje waar 1 drukke provinciale weg doorheen loopt en waar echt niet zo heel veel bijzonders valt te zien, behalve dan een oogstrelende oude roze groen geverfde villa, leegstaand, al aan het vervallen. Maar mooi!! We nemen foto’s. Dan weer verder met onze witte Flits, we gaan toch nog even naar VillaNova, even aan het strand liggen. Ruut neemt nog een duik in de zee die flink kouder is dan de dagen hiervoor. We zien de donkergrijze lucht wegtrekken, maar het blijft een beetje frisjes.
Eigenlijk stellen we de terugkeer naar ons appartementje uit, biechten we elkaar op, we hebben niet veel zin in de familie links en rechts en voetballen Dikkies Trom voor onze deur. Maar als de zon echt definitief verdwijnt achter een dikke wolk gaan we toch echt weer naar Don ONofrio, waar het op onze veranda dit keer helemaal stil is, maar we vermoeden dat de familie aan het eten en het feesten is in de feestzaal achter ons, want daar horen we weer flink harde muziek uitschallen.
Geef niks, wij vermaken ons prima in ons fijne appartement, eten de laatste hapjes uit de ijskast, morgen de laatste dag hier, dan wordt het mooi weer dus dan gaan we naar het strand.
Zondag, onze laatste dag bij Don Onofrio. Gelukkig is het mooi weer, dus we kunnen lekker naar het strand. Na het ontbijt koersen we direct door naar VillaNova, waar we eerst gewoontegetrouw een paar cappucino’s drinken op het terras van de Beach Club. Daarna krijgen we het maar druk met chillen op onze bedjes, met parasol, de zon prikt behoorlijk dus we blijven in de schaduw. Af en toe een duik in de zee, die vandaag wilder is dan normaal. Het is druk op het strand met vooral heel veel Italianen die lekker een dagje komen zonnen. En aardig wat mensen gaan uitgebreid eten op het terras, tussen de middag zit het daar behoorlijk vol en wat kunnen ze toch eten, die frele Italianen. Wij houden het maar weer bescheiden bij een bordje spaghetti, maar voor hen is dat nog maar het begin. Een stelletje zit vlak bij ons en we vinden al dat hun tafel bomvol eten staat; als dat afgeruimd is komen er gewoon weer nieuwe schalen met vlees. Asjemnou, hoe krijgen ze het weg? Berengezellig trouwens, al die bezoekers kennen elkaar en staan eerst uren lang met elkaar te kwekken voordat ze gaan eten. Sfeervol! Wij geinen weer met de leuke ober uit Gambia, die zich weer van zijn onderkoelde kant toont. We hebben echt een heerlijke dag. De strandwachter heeft het trouwens druk, hij lijkt ontspannen te zitten daar aan de waterkant, maar als er iets gebeurt, fluit hij snerpend hard op zijn fluitje en brult met een stem van blokbeton over de zee bijvoorbeeld naar een stel kornuiten dat hun voetbal kwijt raakt. De bal wordt te ver gegooid en komt in een heel harde stroming terecht, hopla, daar gaat ‘ ie, zo de Adriatische Zee op. Weg bal! Een manse aap op een JetSki scheurt zo richting ons strandje maar de strandwacht brult over zee dat hij op moet zouten! En rechtsomkeert maakt de manse aap, toch maar weer terug de zee op. Goeie strandwachter, vinden wij, blijkbaar is het vandaag gevaarlijk zo met die stroming. Er zijn ook niet voor niks boeitjes uitgezet, die markeren tot hoever je mag zwemmen. En welke idioot op een JetSki denkt nu zomaar dat hij in een rot vaart tussen de poedelende badgasten kan gaan scheuren?!
We zien nog wel meer die dag; namelijk dat er hier wel heel veel dikke jongetjes zijn. Echte bambino’s, niet een beetje dik maar flink Te Dik! Met spek tietjes en grote vetrol-buiken. De meisjes hier zijn allemaal slank, echt mooie poppetjes zijn het, met ranke figuurtjes en lang zwart haar. Zouden die jongens hier dan toch vet gemest worden door hun Mamma’s?? Je zou het haast denken. En wij het Mediterane dieet maar roemen, maar blijkbaar kun je daar ook te dik door worden. Of het komt door de chips en frisdrank die jongens misschien meer tot zich nemen dat meisjes? Bijzonder. En echt een rotgezicht, zulke jonge jongens - soms nog kinderen - zo ongemakkelijk dik.
Eind van de middag, we blijven lang chillen op onze bedjes, zo gezellig, er draait een goeie dj bij de Beach Club, maar eind van de middag begin van de avond moeten we toch echt weer terug naar Don Onofrio. Eerst nog even onze dagelijkse ronde langs de Conad, Ruut heeft het er maar moeilijk mee dat we daar vanaf morgen niet meer komen; hij hecht echt heel erg aan dit soort dagelijkse routines en geniet van het aanbod van deze grote supermarkt. De Conad ligt in een overdekt winkelcentrum, De Conforama. Bijzonder genoeg is het daar juist op zondag-avond enorm druk. Door de weeks kun je er een kanon afschieten, maar nu, zondag-avond, is het er super-gezellig druk. Veel mensen slaan dan blijkbaar in voor de hele week maar gaan ook nog even winkelen in de kledingzaken en de meubelzaak. We doen nog even een rondje door het winkelcentrum, zien nog een keer de oudere - arme - mensen die met verlangende ogen kijken naar de uitkomsten op een scherm voor de loterij bij de tabasco. Te dromen van een rijk welvarend leven.
Dan echt voor de laatste keer naar ons fijne appartement en thank the lord, als we aankomen is het weer als vanouds: heerlijk rustig, we zijn de enige gasten, iedereen is weg. De hele Italiaanse familie is weg! Wat een rust, wat een stilte. We gaan er eens lekker voor zitten op ons balkon, dan nu weer van ons is. Wat fijn dat we deze laatste avond nog samen kunnen genieten van de stilte, de rust, de ondergaande zon, de ruisende palmen en de vogeltjes die rond-rommelen en mooie geluidjes maken. Zucht.
We gaan laat slapen, nog een keer in onze nu heel rustige stille slaapkamer.
Heerlijk geslapen, alletwee, het weer is wel omgeslagen. Af en toe regent het lichtjes buiten en de lucht is grijzig. Voor ons helemaal prima, we moeten toch verkassen en een stukje toeren, alhoewel, we gaan niet ver, we verhuizen naar Masseria Torro Rossa bij Fasano. Blij dat daar nog een paar dagen vrij gekomen zijn. Ons oorspronkelijke plan om weer een dagje strand te doen laten we voor wat het is, we besluiten Fasano met een bezoekje te vereren, hebben het vorige keer nog niet goed genoeg bekeken, vinden we. En slim, want Fasano licht op een steenworp afstand van de Masseria.
We hebben een mooie ochtend in dit fijne stadje, dat veel groter is dan we aanvankelijk dachten. Doordat we af en toe door de bergen reden de afgelopen weken, zagen we Fasano van bovenaf en dat was echt een heel omvangrijk stadje, met een oud centrum en heel veel nieuwbouw erom heen. Vermoedelijk heeft hier ook een regionale functie, we zien aardig wat mensen af en aan lopen bij het gemeentehuis op de Piazza. En, zo mooi, in de afgelopen weken is overal verlichting voor het LichtFeest aangebracht. Heel hoge houten stellages zijn het, witgeschilderd, met mooie stervormen en die stellages zijn weer bedekt met duizenden gekleurde lichtjes. We zoeken op waar het nu voor is, die lichtfeesten en leren dat in Puglia in elke stad met een patroonheilige een week of wat een lichtfeest is. In Bari was het bijvoorbeeld begin mei, in Monopoli is het in augustus en met het licht eren de bewoners de patroon-heilige. Helaas vind ik zo snel niet wanneer het lichtfeest in Fasano is.
Al kuierend belanden we op een oud pleintje waar we een grappige oude in elkaar gefabriekte fiets zien staan, voor een Pietje Pukkel achtig rommel-hok, even oneerbiedig gezegd. Nieuwsgierig stappen we het hokje in want we zien er mooie, oude dingen liggen, oud gereedschap, schilderijen en foto’s. Er zit een man achter een bureautje die het heel erg leuk vindt dat we zijn domein betreden en we raken met hem in gesprek. Hij spreekt goed Engels en dat komt doordat hij op 17 jarige leeftijd in New York geraakte, eerst op familiebezoek maar uiteindelijk is hij daar gebleven en werd beroeps-marinier; hij werkte op de machine kamer van Vliegdekschip J.F. Kennedy. Wauw, wat een verhaal weer. Toen zijn vader oud en hulpbehoevend werd, ging hij terug naar Fasano, zorgde voor zijn vadertje - wat lief - en raakte hier in love en trouwde. Hij heeft twee volwassen dochters, waarvan er een wat ongeduldig voor de deur op hem staat te wachten, want ‘ mamma zit op je te wachten’! Hij moet weg, dus. Voordat we afscheid nemen maakt dochterlief nog een mooie foto van ons drietjes voor de deur van zijn ‘ rommelhok’ . En oh ja, dat oude gereedschap was van zijn over over grootvader die het gebruikte voor zwaarden voor het leger van Garibaldi, we weten wel, GAribaldi, die anderhalve eeuw geleden al die deel staatjes ophief en er 1 Italië van maakte. Wederom: wauw! We kijken nog eens om ons heen in dat ‘ hokje’ met weer heel andere ogen. Zien familie op de foto’s waar ook weer verhalen bij horen. Echt weer zo’n mooie ontmoeting!
Het is overigens erg warm geworden, de bewolking zorgt niet voor verkoeling, het wordt juist broeierig warm. We strijken her en der neer voor een glaasje verkoelende Ice Tea en water, een koffie hier, een watertje daar, zoiets. Tussen de middag eten we nog een tosti en dan koersen we af op Masseria Torro Rossa, waar we vroeger dan gepland van harte welkom zijn. We rijden er zo op af, geen probleem en worden hartelijk ontvangen door Dominica, die ons vol trots onze kamer laat zien; we hebben het geluk dat we ene upgrade kregen, we krijgen de kamer met whirlpool, omg!! Haha ,wat wuft! De kamer is prachtig! De Masseria indrukwekkend! Het landgoed eromheen prachtig, de tuin waar we morgen gaan ontbijten is een sprookje. Danig onder de indruk zijn we. Eerst doen we een heerlijke siësta op ons bedje, wat opvallend lekker ligt, het matras blijkt van koudschuim, althans, we vermoeden dat dat het geheim is. Ik heb voor het eerste geen rugpijn als ik opsta, een wonder! Gaan we thuis ook kopen, spreken we enthousiast af. We kuierend over het terrein en maken foto’s, zijn zoals gezegd, danig onder de indruk, er blijkt nog een grote feestzaal te zijn, met een eeuwenoud kerkje, zomaar, op eigen terrein. Bijzonder, blijkbaar konden rijke boeren vroeger een kerkje op hun land laten bouwen?
‘s Avonds vereren we nabijgelegen Pezze di Greco met een bezoekje, helaas, de via google gevonden pizzeria is nog gesloten en we scheuren van de honger. Dan maar een belegd broodje bij een mooi klein zaakje vol heerlijkheden, kaas, vleeswaren, verse broodjes, gedreven door een jong stel dat eerst een beetje verlegen een gesprekje met ons begint; waar we vandaan komen en in no time gaat het over Amsterdam waar de man ooit een dag of wat geweest was om lekker te blowen, haha, het zal een keertje niet zo zijn. Wij roemen de vrijheid weer die we zagen op Sicilie in de automaten waar je niet alleen frisdrank en chips kon kopen maar ook zakjes weed. Goeie policy, hier, vinden wij.
Met een zak met heerlijke warme focacia rijker gaan we op het dorpspleintje zitten, altijd leuk, mensen kijken en onderwijl lekker smikkelen. Daarna besluiten we om de patisserie/cafe op het pleintje nog wat te drinken en aldaar laten we ons verleiden tot een taartje, ik een Canoli, Ruut een Croissant Crema, en allebei hebben we spijt want ze taartjes zijn niet zo vers meer, dus we eten eigenlijk tegen heug en meug. Maar de koffie en de frisdrank zijn okay. De buikjes zijn gevuld, het leven is goed.
Later op de avond besluiten we ons luxe whirlpool uit te gaan proberen, zo gezegd, zo gedaan. Tja, dat is dus wel even een dingetje, zo’n groot bad vullen, dat duurt uren. Als er een flinke bodem water in zit, gaat Ruut er al in liggen, ik voeg me later, maar we hebben geen idee hoe het bad kan gaan bubbelen. Nou, dat valt een beetje tegen, dus maar dan, als we wat sip de kraan dicht draaien, begint de whirlpool te bruisen. Nou ja! Toch nog even genieten, dus, maar al na een kwartiertje stop het ding er weer mee. We gaan er maar uit, lekker slapen, wel eerst nog even in onze badjassen naar buiten, genieten van het mooie uitzicht, de lichtjes op het terrein staan aan, het is hier sprookjesachtig mooi. Dan naar bed, heerlijk slapen op dat wonderbaarlijk goede matras.
En geslapen hebben we, wat een verrukking. Opgefrist door een helaas wat lauwe douche, gaan we opgewekt naar de prachtige tuin waar de ontbijt balie staat. Er is al een tafeltje voor ons gedekt op het terras. We maken kennis met Eva, die de ontbijt-keuken bestiert. Genieten van de lekkere hapjes, alles puur natuur en romen het onbijt af met een goede cappuccino en een lekker zoetigheidje. Dan proberen we echt, nee, nu echt, rustig aan te doen en in en rond ons appartement ons heil te vinden. Wat lezen en rommelelen, ik schrijf. Voorgaande alinea’s, maar al snel hebben we allerlei gewoonweg weer zin in een rondje strand en we tuffen naar VilloNova, het ons oh zo bekend strandje met de fijne beachclub. Daar huren we een lekker bedje met parasol, genieten van zon en zee, en van een ijsje en eind van de avond tuffen we weer terug naar Torre Rossa. Daar is het een kwestie van lekker douchen en he, we leren ineens dat de koud- en warmwater-kranen hier andersom zitten dan thuis. Ergo: we genieten van de warme douche en wassen zand en zout uit onze haren. Lekker opgefrist gaan we vol verwachting naar het restaurant, vooraf al helemaal blij gemaakt door onze buurtjes Velletri. Als we plaats hebben genomen op het terras buiten, staat ineens Tejo - de besnorde neef van de Velletri buurtjes - bij ons en schudt ons de hand. Hij vertelt dat Liliane helemaal heeft gebeld dat wij er zijn, de buurtjes zijn beautiful people, had ze gezegd, nou, da’s een compliment. Tejo haalt ook nog Gino uit de keuken, de oudste broer van Marcello en wat leuk, hij lijkt echt veel op zijn broer. We gaan met ze op de foto en Tejo mailt meteen door aan Liliane dat we elkaar hebben ontnomen. Sweet. Daarna gaaan we eten en he begint goed, met een amuse en dan mogen we kiezen van de kaart, maar toch wel een beetje pressie wordt er uitgeoefend door de manager, die zich nogal bemoeide met onze keuze. We vermoeden dat er vanwege hett kleine aantal eters maar weinig van de kaart in huis is - met alle begrip uiteraard - en worden een beetje een bepaalde richting in geduwd. Wat resulteert in een voor mij wel heel karig gerechtje bestaande uit een soort van couscous. En dan valt de bediening stil, wel raar, er wordt niet meer gevraagd of we verder nog iets willen. Blijkbaar zijn ze bang dat ik toch nog mijn tweede portie wil kiezen, haha. Gelukkig voor hen houden we ons slechts bij het dessert. Nou, een klein beetje een deceptie was het wel. Lichtjes misnoegd verlaten we het restaurant en kuieren nog wat over het terrein, maken foto’s en gaan daarna lekker in de Spa, ja, ook hier is het dus zo dat warm en koud precies andersom zit. Het grote bad loopt nu snel vol en bubbelt als nooit tevoren. Genieten! Dan lekker slapen op dat heerlijke matras.
Woensdag 5 juni, we moeten hier alweer weg, nog een keer dat ontbijtje in die sprookjesachtig mooie tuin. Terwijl we daar zitten zien we dat er voorbereidingen getroffen worden voor de bruiloft morgen, in de feestzaal op het terrein. Tejo had ons dat verteld. Een camera- / fotografie-ploegje loopt af en aan. Wij gaan na de dis inpakken en als we naar onze Fiat lopen, ontmoeten we nog een keer Teo, even een mooi gesprekje ten afscheid en dan: go ahead naar het Zuiden. Naar Hotel Palazzo Circolone in Poggiardo.
De rit neemt anderhalf uur in beslag. Google Maps brengt ons weer precies daar waar we moeten zijn. Hoe zuidelijker we komen, hoe meer verontrust kijken we om ons heen. Wat vreselijk: alle olijf-boomgaarden zijn zo goed als dood. Morsdood. Het is een spookachtig gezicht. Op en rond Fasano zagen we ook wel wat dode bomen, maar hier gaat het om boomgaarden met duizenden bomen! Vier jaar geleden is - naar blijkt - hier via een koffie-plant uit Zuid-Amerika een virus binnengeslopen en dat virus heeft het vanwege de toegenomen droogte en hitte hier reuze naar zijn zin en heeft inmiddels miljoenen olijfbomen dodelijk ziek gemaakt. Een ramp voor de landbouw en economie hier, natuurlijk, maar dat niet alleen, het ziet er verschrikkelijk uit.
Ee beetje sip worden we er wel van maar als we Poggiardo inrijden, zijn we weer afgeleid: wat een prachtig antiek dorpje is dit! Het centrum is oogstrelend, alles oud, antiek, barok, plaveisel van eeuwenoude kasseien. Ons hotel blijkt midden in het centro storico te liggen. Blij checken we in, onze kamer heet Sabbia, wat zand betekent en is echt een paleiskamertje, met een betegelde vloer, een hoog raam met luiken. We installeren ons en gaan eerst de markt op; er blijkt hier elke woensdag een Grote Markt te zijn met een regionale functie. Voor zover wij zien staan er echt alleen maar stallen vol kleding en schoenen. De marktlui zijn trouwens ook net aan het opruimen, we hebben een beetje pech. We eten een sandwicht in een nagelnieuw beeldschoon restaurant/cafe, Taxos geheten. Het personeel merkt ons enthousiasme over de inrichting op en laat ons de rest van de ruimte zien. Ze bestaan nog maar een half jaartje, vertellen ze en de zaken gaan goed! De barman geeft ons een goede tip voor een mooi strand hier in de buurt: Alimini Beach. Google Afbeeldingen laat ons een strand zien dat kan concurreren met de Maladiven! Goed advies, thnxx.
Daarna gaan we toch maar even lekker zwemmen in het kleine zwembad in de tuin, waar een abrikozenboom naast staat, vol rijpe vruchten waarvan er af en toe een het water in plonst of te pletter valt op de stenen met een kledder sap dat alle kanten op spat. Voorwaar geen straf hier. Ruut moet natuurlijk weer zo’n abrikoos proeven: goedgekeurd!
Begin van de avond slenteren we wat door de buurt, altijd leuk en interessant om te kijken hoe mensen wonen en hoe de huizen en de ruimtelijke ordening hier eruit zien. We zien vooral veel kleine winkeltjes, veelal sjiek, blijkbaar wordt hier aardig verdiend of er wordt aardig verdiend aan de toeristen met geld. Fijn te weten in elk geval. Onderweg zie ik een aanplakbiljet over een concert dat om zeven uur ‘s avonds aanvangt en onbewust ben ik daar even mee bezig, in de zin van; uhm zeven uur een concert hier, dat is hier toch bijna etenstijd? En waar is hier een concertzaal? Toeval of niet, we belanden in het park bij het centro storico en zien dat het daar opvallend druk is. het stroom vol, eerder. Ineens horen we van die soundcheck geluidjes! Een elektrische piano met een brom in het geluid. Aha! Hier is het concert dus. Natuurlijk blijven we kijken; het gaat om een jeugdorkest, een soort fanfare of harmonie met gitaren en blazers, viool en een piano en drumstel. Een jongen staat in het midden en zingt uit volle borst. Leuk dat we dit meemaken, wat een tref! In het publiek natuurlijk vaders en moeders, opa’s en oma’s en broertjes en zusjes. Om ons heen - we staan verdekt opgesteld - schoolvriendjes en - vriendinnetjes. Gezellig. In het perk achter ons wordt trouwens druk gewerkt door een beeldhouwer, die met een boor uit kalksteen mooie vormen houwt. Er staan daar ook stoeltjes maar die worden vooral ingepikt voor bezoekers van het concert. Er liggen ook boekjes met informatie waarin staat dat het Lyceum voor kunstzinnige vorming - een soort Fluxus - honderd jaar bestaat deze zomer. aha, vandaar al dit in het park! Wel bijzonder dat zo’n klein stadje of dorp een eigen kunst-academie heeft. ONder de schone tonen van When the Saint is marching in’ kuieren we weer terug naar ons hote.
Omdat we toch een beetje moe en lichtjes verreisd zijn, eten we in het restaurant bij het hotel en ook dat is voorwaar geen straf! We eten er heerlijk en ronden af met een dessert bestaande uit een ijs-cup, met gesuikerde nootjes enzo. Zeg daar maar eens nee tegen! Hotel en restaurant zijn bij voorbaat al driedubbeldik goedgekeurd. We ronden de dag af met toch nog even een rondje fotograferen in het donker: juist in het donker is het centro storico beeldschoon, al was het maar vanwege de antiek ogende lantaarns die een prachtig licht geven.
Het is donderdag 6 juni en het is weer eens onze lievelingsdag. Zo zeggen we dat van het begin van deze vakantie dagelijks tegen elkaar, net als Knorretje in Winnie de Poeh. Dat doen we ook omdat we nog niet willen denken aan het naderende eind van deze vakantie. Elke dag is het onze lievelingsdag, zeggen we gewoon. Maakt niet uit wat voor dat het is, haha.
Maar vandaag is wel een beetje speciaal, broertje Peter Paul wordt 60 en dat is gedenkwaardig. De hele dag en de dagen ervoor ook, zijn we druk aan het appen met Angelique over zijn cadeau, ze is er maar druk mee. PP zelf is meegetroond door zijn vrienden voor een motor-weekendje in De Eiffel. Ook zijn er vandaag verkiezingen voor het Europese Parlement en dan is het ook nog D-Day!
Wij gaan lekker naar dat prachtige strand, hebben zin in een dagje zon en zee. Tuffen over landelijke weggetjes en OMG, door de dode boomgaarden, wat een triest gezicht! Stoppen bij een schattig dorpje, het kerkje zie er van veraf zo mooi uit, hier moeten we even kijken! Het dorpje heet Palmariggi. Als we om ons heen kijkend over de Via Montegrappa lopen, stopt er aan de overkant een zwart Fiatje Rugzak met twee mannen. Buon Giorno! Roept de bestuurder. Wij groeten vriendelijk terug maar da’s blijkbaar niet voldoende. De bestuurder stapt uit en begint tegen ons te praten en noodt ons binnen. We komen op een heerlijk beschaduwd binnenplaatsje en kijken onze ogen weer eens uit. De twee mannen blijken broers en bestieren hier een B&B, Borgo Dei Filitti geheten. Ze maken zelf een zwembad in de tuin, hebben de ombouw klaar, althans, er kan nu beton in gestort worden. Een warm klusje, lijkt het ons. Of we koffie willen! natuurljk, graag en in no time zitten we met de gebroeders om tafel aan de espresso en we voeren een geanimeerd gesprek. Blijkt dat de olijfboomgaarden echt niet meer te redden zijn; alle olijfboeren zitten zonder opbrengst dus zonder inkomen en de overheid helpt niet. Sommige boeren hebben inmiddels nieuwe bomen geplant, het duurt vijf jaar voordat die iets op gaan brengen. Maar er wordt ook druk onderzocht door de wetenschap welke andere landbouw hier kan gedijen, in het wel heel heet geworden zuid-Italië waar het veel te droog is. Er wordt gedacht aan Mango-teelt, cactus-boomgaarden en wiet-plantages, jawel!
Ten afscheid mogen we nog een kijkje nemen in de wijnkelder, ook weer zo ontzetten mooi ingericht en heerlijk koel. Het staat er vol lokale wijnen en rosé en er blijkt hier een wijnproeverij te worden gehouden.
Als we elkaar de hand schudden zie ik ineens wat me onbewust al enorm opviel; de broers hebben allebei felblauwe ogen. Onwijs mooi! Hoe dat zo komt, vraag ik, hebben ze Noormannen onder de voorvaderen? Jaja, zegt broer nr. 1 - de praatgrage - maar meer ook niet.
Maar mooi staat het: zulke donkere mannen, getinte huid, zwart haar en dan die felblauwe ogen!
We kuieren nog even verder door dit dorpje, worden bekeken en bekijken anderen. Nemen nog een kop koffie met water - ik moet zo kuchen door de droogte hier dus ik koop ook maar een doosje pastilles. De barman is weer onwijs aardig, rent ineens snel naar achteren en komt terug met een oven-schaal vol versgebakken hartige hapjes, die we wel moeten proeven natuurlijk. Zo lief :-)
We gaan door, naar het strand en niet gelogen, maar we staan even te knipperen met onze ogen! Een groot wit zandstrand, die knal-azuurblauwe zee! We worden meegelokt door een parkeerwachter naar Cocobay waar we ligbedjes en een parasol huren en er verder een verrukkelijke middag hebben. We zwemmen in de inmiddels lauwe zee, poedelen in de golfjes, het waait vandaag nogal en zien ineens aan de overkant de contouren van bergen van - denken wij - Albanië! Yes! We lunchen bij cocobar en onze ober blijkt een taalvirtuoos met mensenkennis, ziet meteen dat we Nederlanders zijn en zegt van die grappige dingen die hij even later in het Duits ook weer tegen Duitsers zegt. De clown van de zaak, zeg maar.
‘s Avonds tuffen we weer terug door die verdrietige landerijen, eten bij Taxos, echt een succes, dat restaurant. Het is er druk, genoeg klandizie dus voor deze nieuwe zaak. Ook hier ronden we af met een veel te lekker ijs-dessert van een ijsmaker uit de buurt. Dan toch nog even dat prachtige centro storico in, het is doodstil in de donkere straten en lange stegen. Er hangt hier iets… iets mysterieus. Een pand - een oeroud klein kerkje - intrigeert mij mateloos. Aan de zijkant staan drie kruizen, op het dak van die roomse engeltjes, maar op de voorgevel een bekleding die we niet goed thuis kunnen brengen. Heel vrolijk en creatief, kleurig, met mozaïek-steentjes en in de dakgoot een soort vaasjes in het blauw.
Dit is wel een bijzonder stadje, zo, met dat kunst-lyceum, dat antieke centrum, de paleisjes - niet alleen ons hotel is een oud paleis, er zijn hier meer van die oude paleisjes - en dat sfeertje dat open en vriendelijk maar toch ook een beetje in zichzelf gekeerd is.
We love it!
Als we ons hotel naderen, realiseert Ruut zich ineens dat hij het kaartje met toegangscodes is vergeten, ligt nog in de kamer! OMG! Hoe komen we nu binnen??!! Gelukkig heeft iemand poort nummer 1 niet goed gesloten, dus we kunnen bij de glazen schuifdeuren. Klop klop klop op de ramen naar de paar hotelgasten die voorbij lopen, een Engels echtpaar dat ons gaat helpt. Prodi, gered.
Bedtijd, we slapen hier heerlijk in onze paleiskamer.
Oei, vrijdag is het ineens wel erg warm geworden. Onze voornemens om voor dag en dauw op te staan om heel vroeg naar Alimini Beach te gaan, laten we maar even voor wat het is. Door de warmte slapen we gewoon te lang en zijn we te suffig om actief te doen. We ontbijten laat en gaan heerlijk zwemmen en een beetje chillen in het zwembadje van het hotel. Zo’n dag wordt het. We doen ‘‘s middags een tukje op ons bed, zo heerlijk, gewoon lekker aan toegeven, als je moe bent door de warmte, gewoon chillen.
Drinken een straffe espresso aan de bar om wakker te worden, nuttigen een soort espresso ijs-koffie vooraf, gewoon, om even te proberen, we vinden het niet zo’n succes trouwens. Eten een pizza in Taxos en kuieren ‘‘s avonds door dit mooie stadje met zijn spannende stegen en stikdonkere hoekjes. We leren Poggiardo zo echt goed kennen, doos onze wandelingetjes ‘‘s avonds. We zien zoveel moois, die grote, oude huizen, heel vervallen soms maar dan blijkt er toch nog iemand te wonen! Een vervallen Teatro Anita, pal naast de kerk! Zo fotogeniek! We kieken wat af. Dat eeuwenoude kleine kerkje met drie kruizen op de zijgevel maar met die artistieke mysterieuze gekleurde gevelbekleding voor (zie foto’s). Ook wel fijn, zo’n dagje rust in en rond het hotel. Maar mogen weer actie, zeggen we als we gaan slapen.
Wat we ook doen; zaterdag gaan we wel op tijd en route, na het ontbijt gaan we met de Fiat naar Alimini Beach, naar CocoBay, bedjes en parasol huren en chillen maar. Beetje tukken, beetje in de schaduw, beetje i de zon, beetje zwemmen in die lauwe azuurblauwe zee, mensen kijken, lekker lunchen bij CocoBay op het terras. Wat een dag!
Rozig tuffen we ‘‘s avonds weer terug naar ons hotel, waar we eerst nog even fruit en broodjes en yoghurtjes inslaan bij Conad; wat we op onze kamer lekker oppeuzelen. Dan weer een rondje door het dorp, zo mooi, nu ook met het licht van het blauwe uurtje.
We nemen ons voor om zondag ook weer een dagje strand te doen, maar als we wakker worden, wat later dan gepland en aan het ontbijt zitten, besluiten we toch anders. Ondanks de warmte, het wordt boven de 30 graden, gaan we toch nog eeeeeeventje kijken in Otranto, toch zonde om daar niet geweest te zijn, zeggen we tegen elkaar. En dan daarna toch nog even naar CocoBay.
Zo gezegd, zo gedaan. In no time scheuren we weer door wegen en velden, over landelijke weggetjes, langs Palmariggi - waar we nu dus zulke mooie herinneringen aan hebben - en al snel parkeren we in in een buitenwijk van Otranto. Gaat allemaal heel soepeltjes. We koersen zo af op centro storico, wat pal aan zee blijkt te liggen. Het is hier net als in al die oude steden en stadje in Puglia weer ontzettend mooi maar ook enorm toeristisch. En het is best warm, dus we zoeken snel de zee-zijde op. Daar waait het een beetje en na een kop koffie met een ijs-coupe, dalen we af naar de kade waarlangs vooral lokale bewoners zo lekker aan het zwemmen en het poedelen zijn en zich laven aan het zonnetje op de stenen kade. Levensgenieters! Wij gaan tegen het muurtje zitten, in de schaduw, mensen kijken, dit keer ook mensen in plezier-vaart-bootjes, voor anker liggen ze, vlakbij, kinderen springen hopla zo van de boot en klimmen er weer op en plons, weer te water.
Tussen de middag krijgen we ineens toch wel trek, dus op naar de pizzeria die we op de heenweg al zagen liggen. We vinden ‘m en nemen plaats, bestellen elk een pizza diabolo, lekker pittig met salami en pepertjes. Fles water erbij, goed voor onze lijven, pittig eten en veel drinken. Er komen vier HOllanders binnen, twee mannen, twee vrouwen en da’s voor ons altijd even een dingetje; eerst gaan ze achter ons zitten maar gelukkig, ze verhuizen naar een ander plekje. Ik heb goed zicht op ze, zie de ober zijn ding doen, vandaag hebben we als specialiteit bla bla bla en het gezelschap luistert aandachtig. Pakt dan de kaart erbij, toch even verder neuzen blijkbaar in het menu en ineens begint een van de 2 vrouwen nogal luid te praten, mij valt het op in elk geval. Ze klinkt een beetje ruzie-achtig. Wij krijgen inmiddels onze pizza en smullen. Dan ineens staan de vier HOllanders op en lopen met grote stappen zwijgend het restaurant uit. Toch vreemd, het valt iedereen wel op. De vrouw die al wat bozig sprak beent weg en schiet een steegje in, waar we haar niet meer zien maar des te beter horen! Wat Gaat Ze Te Keer! Woedend is ze, haar man probeert haar tot rede te brengen maar het lukt hem niet. Deemoedig staat hij daar naar haar te luisteren. Wij horen af en toe wat ze zegt, nee brult, zo woedend is ze, het spat ervan af! Wauw! De ober komt deels ontdaan maar ook wel heel erg nieuwsgierig aan ons vragen of wij weten wat er is. We vertellen wat we tot nu begrijpen, dat ze heel erg boos is om de anderen in het gezelschap van vier. De andere man en vrouw zijn stilletjes weggelopen en zitten aangeslagen te wachten op een stoeprandje. Horen, net als wij, de vrouw brullen in dit steegje. Dan is ze uitgebruld en samen met haar man beent ze naar haar reisgenoten toe. Nou, denken wij, ze zal wel haar excuses aanbieden maar nee hoor, daar fulmineert ze er nog eens flink op los en blijkbaar moet de andere man het ontgelden want die loopt met hangende schoudertjes ineens weg, als een geslagen hond. Het drietal er achteraan en daar gaan ze, uit beeld.
De rust keert terug in elk geval en wij eten met smaak onze duivelse pizza op, rekenen af en zoeken de auto weer op. We gaan nog even naar CocoBay tenslotte. Daar gekomen blijkt het zo enorm druk te zijn, de Italianen gaan zondag zelf oh zo graag naar hun stranden, de parkeerplaatsen staan bomvol. We tuffen noodgedwongen verder, vinden een parkeerplekje maar niet bij CocoBay maar bij Clear Water beach. Ook mooi, we moeten eerst een stukje wandelen door het sparrenbos, zalig, alsof we toch nog een beetje op wandelvakantiie zijn. Huren een bedje met parasol en genieten van het n u wel heel warme zeewater - is dat wel goed, zo warm, vraagt Ruut zich ongerust af - het voelt als een lauw-warm bad. Nog even een paar uurtjes chillen en rond half zeven, zeven uur zoeven we weer terug in onze Witte Schicht. Opvallend, Google Maps brengt ons elke dag wel weer op andere routes. Nu belanden we in een fantastisch klein oud dorpje, Specchia Gallone, wat Franse Spiegel betekent. Onder de indruk van de sfeer die hier hangt, stoppen we, stappen uit, kijken rond en maken foto’s. Een oude vervallen boerderij, eerder een Masseria, wordt - gelukkig - door de overheid opgeknapt. Wat een prachtig project!! In de kerk is net de zondagse mis, de deuren staan open dus we horen de pastoor preken en zien de mensen aandachtig en stil luisteren in de kerkbankjes. Op de aanplakbiljetten voor doden zien we dat ene Mateo hier op 4 juni is overleden en maar 59 jaar werd.
Op het terras van het café zitten wel 20 opa’s met elkaar te praten.
We zijn er maar even, nog geen halfuurtje, maar krijgen alweer zoveel mee over dit dorpje. Het is prachtig!
Dan weer verder, over landelijke weggetjes, de lucht is trouwens heel erg stoffig vandaag, Sahara-zand misschien, vragen we ons af, maar het geeft wel heel bijzonder licht. Ik maak een fotootje en dan gaan we weer verder. In Poggiardo slaan we nog weer even wat fruit en yoghurt in - stukken watermeloen en bramen - en dat peuzelen we op onze kamer op. Met smaak. Daarnet nog een keer, nu echt voor de allerlaatste keer, een rondje dorp. Geen foto’s meer, we hebben alles al gekiekt, maar gewoon even lekker op een bankje zitten en kijken naar de politie die controles houdt aan de voet van de kerk. Bestuurders aanhoudt en ze om hun papieren vraagt.
Als het heel erg stil wordt op straat, het is half elf, gaan we dan toch echt weer naar onze kamer. Douchen, dit stukje schrijven en dan voor de allerlaatste keer lekker slapen in dit Palazzo.
Morgen in pakken, naar CocoBay, daar chillen om dan ‘‘s avonds naar Bari te rijden, de Fiat in te leveren (snif) en dan met de shuttlebus naar het vliegveld te gaan, waar we om tien uur ‘s avond opstijgen en half een ‘s nachts in koud en regenachtig Amsterdam weer gaan dalen.
Finito! Basta!!
Geschreven door SoulVoet