Aanvankelijk hadden we iets anders bedacht, namelijk een stuk van het Zuiderzeepad en dan specifiek dat van Volendam, Marken en nog verder van Volendam naar het Noorden. Maar dat pad is ruim 28 kilometertjes en dat vinden we, mede gezien het feit dat we al een maand niet hebben gewandeld - want: mijn zestigste verjaardag in het weekend, de zondag erop slecht weer en weer een zondag later het optreden met onze band Moondance bij Struinen in de Tuinen in Maarssen, jawel allemaal geldige redenen om niet te wandelen, toch - iets te veel van het goede.
Vlak voor het slapengaan selecteren we iets anders, een NS-wandeling - wel zo makkelijk - van Abcoude naar Weesp via Nigtevecht langs De Gein en De Vecht. Een sjieke route, want een rijk gebied, we verheugen ons erop.
Voor ons doen vroeg, het is kwart voor elf, stappen we gepikt en gedreven in de koets. Op naar Abcoude. Ter voorbereiding heb ik de wandelroute toch maar uitgedraaid op papier, dat leest makkelijker met onze oude oogjes, en een fullcolour landkaartje draaide ik ook uit, tip van vriendin Ada, ervaren wandelaarster die zei dat je je met een landkaartje beter kunt oriënteren. Je alleen oriënteren op de pijltjes op je phone schermpje kan leiden tot verdwalen, zei ze, omdat je als je in een onbekende omgeving bent, niet goed kunt bedenken waar je nu precies in dat landschap loopt. Met een blik op dat kaartje wordt dat voorkomen.
Dus dit keer niet met de phone maar met een aantal A-viertjes in de hand, betreden wij het wandelgebied. We hebben een stukje gesmokkeld, lezen we. Wij beginnen bij het oude stationsgebouw van Abcoude, een fantastisch monument in een oogstrelende omgeving - het is nu een sjiek hotel - in plaats van bij het nieuwe NS-stationsgebouw. Dat ligt een kleine kilometer hier vandaan.
We moeten ons dus even herorientieren. Kilometer 1 op de beschrijving kunnen we skippen. We lopen direct lang rivier De Gein. Iets uit een schilderij van Monet, die rivier vol met waterlelies. Fraaie huizen en huisjes aan de oever, stuk voor stuk mooi opgeknapt, weerspiegelen in het water. Soms wordt de overkant aan het oog onttrokken door het hoge riet aan onze kant van De Gein. We komen al snel bij molen Delphine, een fraai exemplaar, Zaankanters als wij zijn verwachten wij een groene molen maar deze is beige met bruin met donkerrode details.
Uiteraard kieken we weer heel wat af. Ik nog steeds met mijn phone alhoewel ik sinds kort in een nieuwe camera heb. Maar daar wil ik nog mee oefenen. Na vijf jaar bijna dagelijks fotograferen met mijn phone, vind ik het best weer moeilijk om met een echte camera te fotograferen. Ik heb 'm alvast gekocht voor de wandelretraite volgend jaar, heb dus nog wel even om weer te oefenen met focus, licht, diepte, iso en al dat soort ingewikkelde dingen.
We vervolgen ons pad en moeten bij een driesprong omringd door sprookjesachtig mooie huizen en huisjes, naar rechts, richting Fort Nigtevecht. We laten De Gein achter ons en lopen over een smalle weg.
Oorspronkelijk kun je als wandelaar na een paar kilometer het land in, wandelen over de dijk behorend bij het fort. Maar dat pad blijkt afgesloten, we vermoeden vanwege de koeien en schapen die er vrij rondlopen. Wandelaars zouden ze af kunnen schrikken. Geeft niks, we lopen gewoon een stukje om. Al snel bereiken we de prachtige entree, een door hoge bomen omzoomd pad naar het Fort.
Omdat het dit weekend 'Open Monumenten-dagen' zijn is het redelijk druk in het rond het fort. Het ziet er allemaal mooi, aantrekkelijk en hip uit. Buiten op het terras voor het fort kun je heerlijk zitten, wat wij ook doen natuurlijk. We kunnen het ondanks ons strenge afspraken met onszelf niet laten (tien kilo afvallen, elke dag sporten): we bestellen een verrukkelijk stuk home-made taart (kokos, chocolade en nog iets zaligs romigs erbovenop) voor bij de - nee geen zwarte koffie - cappuccino. Lichtjes beschaamd lachend peuzelen we met smaak van onze taart.
Het is goed toeven hier. Gezellig, veel bezoekers komen samen, met gezinnetjes, vriendinnen, stelletjes. Iedereen neemt een kijkje in het fort. Dat is een hip en aantrekkelijk verblijf, met een aantal in vintage-stijl ingerichten kamers en een toffe trainings- annex vergaderruimte. Ook een fijne wijnwinkel houdt er huis. Jammer dat we moeten wandelen, anders had ik er graag een glaasje gedronken.
We maken ook nog een wandelingetje om het fort, bekijken een paar ronde betonnen gebouwtjes met koperen bolvormige dingen op het dak. Hier werd blijkbaar vanuit met kanonnen gevuurd.
Het fort is in 1903 gebouwd en maakt onderdeel uit van de Stelling van Amsterdam.
Als we alles goed hebben bekeken en zelfs gerieflijk een plas op een toilet in het fort hebben kunnen doen, verlaten we het terrein en komen op een met gras begroeid pad. Zeer oncharmant, maar hier moeten we een redelijk hoog prikkeldraad-hek overklimmen. Een uit twee hoge treden bestaande trap beklimmen en weer afdalen, daarbij het prikkeldraad proberen te ontwijken. Hoe verzinnen ze het?! Voor De Man een geinig momentje, zijn vrouwtje zo te zien stuntelen. Natuurlijk maakt hij mij weer bang door te zeggen dat er stroom op het prikkeldraad staat. Met hoog opgetrokken benen, mezelf daarbij krampachtig vastklampend aan een paal, maak ik de overstap. Goed foto-momentje, voor De Man, dus.
Opgelucht lopen we verder. We hebben 't zonder kleerscheuren overleefd. We komen bij een werkelijk waar kilometerslang fietspad, omgeven door oude hoge bomen aan weerszijden, lang het Amsterdam-Rijn-kanaal. Wat indrukwekkend, wat een omgeving hier! We lopen over het pad, rechts van ons het fort, links dat brede brede kanaal dat glinstert in het prachtige najaarslicht. Heel in de verte zien we een stuk of vier enorme aken aankomen. 'Die gaan we vast onder ons door zien varen als we straks op de brug zijn'. Want niet ver weg ligt daar De Liniebrug en daar moeten we overheen om aan de overkant te komen.
Wat een prachtig ontwerp, zo gaaf, deze brug. We moeten eerst een deel van de brug op dat zich naar boven meandert, hoger en hoger, tot we bij de echte brug over het Amsterdam Rijnkanaal komen. Opgetogen, als kleine kinderen, maken we foto's van deze mini-kopie van die prachtige brug in Sevilla. En ja hoor, de grote aken zijn nu bijna bij de brug. Als we in het midden gaan staan en over de reling kijken, zien we ze zo onder ons varen. We filmen en fotograferen erop los. Kunnen ons haast niet los maken van deze bijzondere plek. Het is majestueus!
Als we verder gaan, de brug achter ons laten, komen we weer op zo'n meanderend deel, dat nu voor ons dan, naar beneden gaat en waar fietsers vol plezier over zoeven. Zo'n superleuk gezicht! Wij wandelaars moeten de brug eerder verlaten via een trap naar beneden.
Nu zijn we aan de overkant van het kanaal en al snel betreden we het dorp Nigtevecht. Langs een jachthaventje lopen we, de brug over en daar zijn we op de Dorpsstraat. Ziet er allemaal zo mooi uit hier, allemaal fraaie huizen en huisjes met hun achtertuinen grenzend aan De Vecht grenzend. Bofkonten, die lui hier!
Na een paar kilometer wordt de bebouwing minder dicht en zien we De Vecht beter. Een glinsterende brede meanderende waterlijn in het landschap. Boten en bootjes doorklieven de waterlijn. We gaan even rusten op een bankje aan de waterkant, vlakbij een landhuisje waar de bewoners klaarblijkelijk pompoenen en kalebassen kweken. Voor aan het pad van het huis liggen ze te koop in allerlei soorten en maten en kleuren. Oogt als uit een sprookjesboek, dit tafereel.
Wij eten onze krentenbol en slobberen uit onze Doppers. Het is best warm, de voorspelde 19 graden is volgens ons flink overstegen. De bewolking is opgelost, de lucht is stralend blauw met van die schilderachtige hollandse wolkjes. De Man ondertussen leest op de uitgedraaide routebeschrijving, dat De Vecht in de Middeleeuwen een belangrijk vaarwater was voor de scheepvaart. Het was De verbinding tussen de Zuiderzee en De Rijn. We zien het helemaal voor ons, hoe het er hier in die tijd uitzag. Al die grote houten zeilschepen. 'Wat zal dat een mooi gezicht geweest zijn.'
Nu vaart er van alles aan pleziervaartuigen, van klein tot groot. Wij kijken naar de schippers en aanhang, de schippers en aanhang kijken naar ons.
We vervolgen ons pad. We zijn niet moe, tot nu toe is het goed te doen geweest. Het totaal aantal kilometers van deze wandeling is 17 en we hebben er meer dan de helft opzitten. Nog energie genoeg, alhoewel de pootjes zich na het opstaan deerlijk laten voelen. Merkbaar dat we een maand niet gewandeld hebben. Maar zoals altijd, na een paar minuutjes is de stijfheid alweer weg.
Met soepele tred verlaten we Nigtevecht en komen bij een splitsing in de waterwegen. De Vecht gaat rechtdoor, wij slaan linksaf en volgen daarbij een zij-riviertje dat naar Weesp stroomt. Ineens zien we zo'n theekoepeltje, wat plompverloren staat hij daar mooi te zijn aan de rand van een park-achtige enorme tuin. Al snel zien we dat die tuin onderdeel uitmaakt van een groot terrein rond een kasteeltje. Wauw! Echt een verrassing, dit! Als we het kasteel passeren zien we dat er allemaal appartementen in gemaakt zijn. De bewoners zijn gezien de automobielen voor de deur niet bepaald armlastig. Op het grindpad rond het kasteel staat het vol met van die auto's waar die van mij qua prijsstelling wel vijf keer in kan. Op zijn minst.
We laten deze sjiek-de-friemel bedoening achter ons en komen uit bij een pad met een groot waarschuwingsbord: pas op voor DE enoooooorm lange bocht. Juist in die enooooorm lange bocht moeten wij de weg verlaten. Via een romantisch boerenerf, waar we nog even knuffelen met een pasgeboren kalfje, de navelstreng hangt nog niet eens helemaal opgedroogd aan zijn of haar bruin-witte buikje, komen we op een Swiebertjes-landweggetje. Helemaal zoals het moet, dit pad. Links en rechts van ons vlak land wat de klok slaat - kerktorentjes in de verte - en wij lopen daar te genieten als gekken van zoveel moois. Na een kleine kilometer is daar opeens rechts van ons een enorm groot maisveld. Links alweer wat bebouwing, soms functioneel, soms architectonisch hoogstaand. Helaas, ook aan dit pad komt een eind. We zijn in de bebouwde kom geraakt van Weesp. Eerst de buitenwijk vol jaren zeventig/jaren tachtig woningen. Met van die ruime tuinen en inmiddels allemaal voorzien van zonnepanelen. Wat hebben we het toch goed in Nederland!
Voordat we het echte, oud-Weesp kunnen betreden, moeten we een drukke verkeersweg oversteken. Gedaan met de rust. Ze rijden hier als gekken. Of om nog net het oranje licht te halen of om als idioten op te trekken als het groen is. Arme bewoners langs deze weg, wat een teringherrie!
Maar zodra we een kleine honderd meter verderop een alleraardigst woonwijkje inslaan, we moeten hierdoor heen om het centrum van Weesp te bereiken, is er niks meer te horen van het verkeer. We genieten van hoe leuk en hip al die jaren dertig huisjes eruit zien. Bijna iedereen heeft er echt iets van gemaakt, van deze huisjes.
Via het Molenpad verlaten we deze jaren dertig wijk.
Het Molenpad brengt ons bij de entree van oud-Weesp, duidelijk een vestingstad gezien de omheiningswal en de gracht. Het is nog steeds heerlijk weer, zo'n graadje of 23 met van dat nevelige septemberlicht. Het is niet heel heet maar we hebben het toch behoorlijk warm. En onze pootjes zijn nu we bijna 16 kilometertjes gelopen hebben, best wel moe. We zijn blij als we het pittoreske oude centrum bereiken. Steken een brug over van een fraaie gracht en strijken neer op een terras bij het voormalige stadhuis, dat nu een museum is.
Weesp heeft geen eigen stadhuis meer nodig, zal ergens nog wel een nieuwbouw nood-locatie hebben in de stad, maar het merendeel van de gemeente-ambtenaren werkt hier sinds 2019 niet meer. Destijds is de gemeentelijke organisatie samengevoegd met dat van de gemeente Amsterdam. Of eerder andersom. De Weesper-moppies zijn binnengehaald door die Amsterdamse branieschoppers . Omdat ik zelf al jaren interim bij de gemeente Amsterdam, heb ik 't proces van nabij mee kunnen maken. Die schuchtere Weespenaartjes die zich staande moesten zien te houden in de moloch die gemeente Amsterdam heet. Wat zullen ze dit sjieke, fraaie stadhuis en dit pittoreske gezellige stadje missen!
Op het terras gezeten voelen we pas echt dat we moe en warm zijn. En we hebben Dorst! Ik bestel een Tonic, De Man een alcoholvrij biertje. Krijg ik me daar een bel Gin Tonic?! Eigenlijk had ik 't terug moeten laten halen, maar als ik na een paar slokjes door het papieren rietje - helemaal duurzaam & anno nu, dat rietje - merk hoe ontzettend lekker ik dit vind, dit drankje, laat ik het met alle liefde voor wat het is. Ik slobber met genoegen dat grote glas leeg. Dan maar aangeschoten, want wat kun je anders verwachten na een dag wandelen en weinig eten? En ja hoor, als ik opsta om naar het toilet te gaan, voel ik me alsof ik op het dek van een schip sta. Heerlijk! Lichtjes zwalkend ga ik naar de wc en geraak ook nog eens meteen in de juiste: de dames. Zie je wel? Geen enkel probleem. Na de plas probeer ik Moondance, mijn band, ook nog eens te slijten aan het barpersoneel, maar nee, ze doen hier niks met live-bandjes, nou jammer dan - en ik loop lichtjes zigzaggend weer terug naar De Man. We gaan toch maar weg, jammer jammer, want we moeten nog naar het station want met de trein terug naar Abcoude, het begin- en het eindpunt van onze wandeldag. En voordat we daar zijn...
Eigenlijk zouden we het niet doen, maar als we eenmaal in het oude centrum rondlopen, gaan we toch even van 't ene straatje naar het andere. Twijfelen nog even of ook niet even een biertje moeten drinken bij dat fantastische Bier-cafe, maar nee, we gaan verder. Lopen de verkeerde kant op, weer terug en misschien moet ik toch maar eventjes iets eten, opper ik. 'Ben je dronken dan', vraagt de man. 'Nou, neeeee, maar iets eten zou wel prettig zijn.' We stuiten op een klein maar fijn tokootje alwaar we pasteitjes kopen. Voor elk een. Gezeten op een vensterbank tegenover cafe VechtBrug peuzelen we onze heerlijke hapjes op onderwijl genietend van de door drank overwelmde zangpartij van een door het cafe ingehuurde zanger die niet zingen kan, maar die onbeschaamd hard meezingt met een ingespeelde band met van die Hollandse Krakers. En de kroegbezoekers zitten er heerlijk van te genieten, met z'n allen met een pot bier in de handen, om de grote tafel heen. Geweldig! Zo super Hollands, dit!
Weer wat verder ontnuchterd, lopen we nu de goede kant op, helaas, het stationsgebouw van Weesp komt in zicht. Oh jee, vlak voordat we de poortjes doorgaan, realiseren we ons dat we geen mondkapje bij ons hebben. 'Tjeeeees! Hoe moet dat nu?!' 'Ach, we verzinnen wel wat hoor. Het is maar een stationnetje verder, Abcoude.'
Al snel arriveert onze trein, we kunnen er meteen in. 'Aaaah, kijk, niemand draagt een mondkapje, zie je dat?' In onze coupe spelen vijf kindjes dwars door elkaar, en geen van hen draagt een smoeltje. Hun moeder wel, streng houdt zij vanachter haar kapje haar kroost in de gaten.
Wij kruipen een beetje weg in een hoekje. 'Weet je wat? We doen gewoon de onderkanten van mijn wandelbroek voor onze monden.' Giechelig, nog steeds die gin-tonic, zitten we daar. Ik duw mijn hoed verder over mijn oren en pruts de stof van de onderpijp onder de rand. Zo ben ik net een orthodoxe jood! Onderwijl zien we op het display in de trein dat we niet helemaal goed hadden gedacht, dat van dat ene stationnetje verder. We moeten er nog uit in Amsterdam-Duivendrecht en daar weer overstappen naar Abcoude. Wat een gedoe! Zonder mondkapje!
We stappen over, gaan zitten en zien: ' ach, jee, nog drie stationnetjes te gaan. Dat wordt lastig als de conducteur komt.' En Die Komt! Maar hij is heel aardig, aanschouwt mijn joods-orthodoxe uitmonstering en de man die de onderpijp van mijn broek strak om zijn gezicht heeft getrokken en vraagt: 'Hebben jullie geen mondkapjes?' 'Neuh, we waren aan het wandelen maar moeten nog een stuk verder met de trein bladiebladiebla.' Nou ja, geen enkel probleem, dus. De conducteur is een jofele vent en zegt: 'Nou, ach, het is dat jullie nog maar 1 halte verder moeten. Anders had ik jullie er wel een paar kunnen lenen, hoor.' De schat!
In Abcoude aangekomen moeten we nog wel even een kilometertje wandelen: van het nieuwe naar het oude station. Maar da's geen enkel probleem. Wel duurt het even een minuut of wat voordat onze gewrichten weer soepel mee doen. Maar dan doemt daar toch echt weer dat sjieke oude stationsgebouw van Abcoude op alwaar onze koets voor de deur geparkeerd staat.
Moe maar tevreden tuffen we terug, rijden pittoresk Abcoude uit, belanden op de A2, zoeven Amsterdam langs, komen weer in het Zaanse en voor we het weten, zitten we weer thuis aan een kopje soep met een broodje omelet du fromage.
Geschreven door SoulVoet