Vanaf Cabo de Gato wilden wij een rondje doen door de woestijn. Het eerste dorp waar wij stopten was Los Molinos del Rio Aguas. In dit dorp zijn in de jaren zestig en zeventig meerdere buitenlandse gezinnen neergestreken om te onderzoeken of ze met duurzame technieken goed konden leven in de woestijn. Schijnbaar is dat goed gelukt. Zo te zien wonen er toch nog wel een aantal gezinnen. Het dorpje heeft alleen maar natuurlijke wandelpaden, er kunnen geen auto's binnen, die staan aan de rand buiten het dorp. Ik vond daar een leuke sfeer hangen. De volgende stop was bij Sorbas, een stadje dat hoog op een steile leemheuvel is gebouwd en waar de rivier in een lus omheen kronkelt. Wel even klimmen naar boven. Het was naar ons idee nog een aardig authentiek stadje. De laatste stop die dag was Lucainena de las Torres. Hier ligt een Via Verdes over een oud spoortraject wat naar de vroegere mijnen liep. We twijfelden nog even of we dit gingen fietsen, want in de grafiek liep de terugweg nogal stijl naar boven. Na het stadje te hebben bekeken besloten we het toch maar erop te wagen. Het was maar een traject van vijf kilometer en in het uiterste geval was dat nog wel terug te lopen. Het was een prachtig traject. Ik heb er erg van genoten. En het is ons gelukt om de hele terugweg zonder te lopen weer boven te komen. We vonden het wel genoeg voor deze dag en vonden een plekje aan het eind van een doodlopend weggetje om te kunnen overnachten. We konden zelfs nog even onder de palmboom een boek zitten lezen.
Het volgende traject is nu echt het woestijngebied in bij Tabernas. In dit gebied zijn ook veel western opnamen gemaakt. Binnen een aantal kilometers vonden we wel drie themaparken over deze films. Bij een van die parken startte ook een wandeling door de woestijn en dat sprak ons veel meer aan. En dat was een schot in de roos. Wat een prachtig gebied, steeds weer heel verschillend. Op een gegeven moment zagen wij water over de weggetjes lopen. Vreemd in de woestijn, maar een kilometer verderop kwamen we bij een oase met palm- en eucalyptusbomen. Verder zaten en in het gebied erg veel kloven en veel rondgevormde afgesleten heuvels. En de schaduw van een van de cowboys kun je op de foto nog terugvinden. Wij wilden niet bij het park overnachten, maar een paar kilometer verderop vonden wij een plek waar wij een mooi overzicht over het landschap hadden. Dus hier konden we nog even nagenieten.
Almeria was de volgende bestemming. We vonden een plek bij de kust, waar we langs de boulevard naar de stad konden fietsen. We kwamen langs de "Cable Ingles", een verlenging van de spoorlijn tussen het station naar de haven. Hier konden ze zo vanaf de trein de grondstoffen via een valluik in de boten lossen. Dit systeem wordt niet meer gebruikt, maar is nu een wandelpromenade. In het centrum zagen we de kathedraal, die meer op een vesting lijkt dan een kerk. Het is maandag, dus alles is dicht. Dit gold ook voor het kasteel waar ik wel een kijkje wilde nemen. Verder was de binnenstad rommelig, soms een complete bouwput en veel bekladdingen op muren. We raakten er niet gecharmeerd van. Dan maar weer over het heerlijke fietspad terug naar de camper. We hadden geen zin om weer langs de plastic kassen verder te rijden, dus we besloten om een tocht langs de bergen te maken door het gebied Las Alpujarras, wat aan de zuidkant vast zit aan de Sierra Nevada. Een weg met heel veel bochten, leuke witte dorpjes en fantastische vergezichten. We zijn regelmatig uitgestapt om een dorpje te bekijken. Die zijn als het ware aan de berg vastgeplakt. De weggetjes in de meeste dorpjes die wij bezocht hebben zijn ontzettend stijl. We moesten soms echt even rusten voor we aan het eind van de straat waren. Ik denk dat 75% van de bewoners ook niet met hun auto bij hun huis kunnen komen en/of parkeren. Ook zijn het maar enkele huizen die een eigen tuintje hebben. Sommige mensen weten er nog wel heel wat van te maken met een paar potten op soms de onmogelijkste plekjes. Wel hebben die dorpen vaak meerdere pleintjes met banken, ook om elkaar te ontmoeten. Wat verder opviel is dat veel van die witte dorpen een bruine kerk hadden die met de toren hier duidelijk bovenuit stak. Onderweg namen we nog een afslag de Sierra Nevada in, met als hoogste punt 2000 meter. Hier lag nog geen sneeuw. Jammer. Het is ook verboden om in een natuurpark te overnachten, dus wij zijn gedraaid en hebben onze route vervolgd. We maakten een overnachting in Ugijar, waar we ook weer even konden lozen en water bij vullen. De volgende dag door met deze tocht. We gingen naar Trevelez, het hoogst gelegen dorp in Spanje op 1475 meter. We konden daar op een pleintje overnachten, waar nog een marktje stond. Zo konden we mooi onze groente en fruit voorraad aanvullen. Jaap had een wandeling gevonden vanuit Trevelez, die niet al te zwaar was. We liepen hoog in de bergen over een smal pad, langs een heel helder beekje. Soms werd het pad aan de andere kant wel onderspoeld, maar we zagen dat er ook restauraties waren gedaan.
Het plan was verder om een camperplaats te zoeken in de buurt van Granada, om met de bus naar de stad te kunnen. Onderweg kwamen we nog een kapelletje tegen waar een waterbron was met vijf pijpjes uit de muur. Het water was behoorlijk ijzerhoudend. Volgens de beschrijving scheen het water uit ieder pijpje weer anders te smaken, maar dat hebben we niet geprobeerd. We streken neer op een camperplaats in Beas de Granada met de bushalte naar Granada vlak voor de deur. Hier konden we nog even een was draaien en hebben nog een wandeling gemaakt door het buitengebied met allemaal amandelbomen en olijfbomen. En met het uitzicht op de besneeuwde toppen van de Sierra Nevada. Die hadden we aan de andere kant ook wel gezien, maar aan de noordkant lag beduidend meer. We merkten dat de wind begon aan te trekken, dus het werd af en toe behoorlijk fris. Er is ook regen op komst. Vannacht heeft het dus vreselijk hard gewaaid en geregend. Ik ben er diverse keren van wakker geworden en dacht over onze trip naar Granada vandaag. Moeten we dat wel doen. Na overleg vanmorgen met Jaap hebben we toch maar besloten om het wel te doen, want wat moet je anders de hele dag in de camper te zitten. Om kwart over elf hebben we de bus gepakt en we konden redelijk dicht bij de wandelroute die we hadden gevonden uitstappen. We begonnen in de wijk Albayzin, een mooi Arabisch stukje van de stad, met smalle straatjes en leuke Arabische winkeltjes en restaurantjes. We liepen door naar het uitkijkpunt waar we het Alhambra konden zien. We hadden besloten hier niet naar toe te gaan, want we zijn er ooit geweest en ik kan mij nog herinneren dat toen we over de muren naar de stad keken ik dacht dat lijkt me ook wel leuk, maar daar was toen geen tijd voor. Dus nu alsnog de oude stad ontdekken. De straten waren af en toe zo smal dat je met de paraplu's over elkaar heen moest rijken om elkaar te kunnen passeren en een keer moest hij zelfs ingeklapt worden, want hij was te breed. Daarna zijn we doorgelopen naar de wijk Sacramonte, een oud gedeelte met een aantal grotwoningen. Toen verder terug naar beneden, waar we via een aantal winkelstraten bij de kathedraal terecht kwamen. Hij staat zo ingebouwd dat we niet een mooie foto van de buitenkant kunnen krijgen. De binnenkant is een en al pracht en praal, met onder andere twee grote pijporgels in het midden van de kerk. Daarna nog een eind door de straten gedwaald. We hadden inmiddels tien kilometer gelopen. We gingen nog even ergens een kopje koffie drinken, omdat we nog iets te vroeg waren voor de bus. Het was wel spannend of de bus wel zou komen, want we zagen wel allemaal schoolbussen langs rijden, en na de bus van drie uur was de volgende pas om zes uur. En daar hadden we absoluut geen zin in met die regen. We kwamen aardig nat en verkleumd weer aan bij de camper. Inmiddels zijn we weer lekker opgewarmd. Morgen komen Mieke en Bram ons weer een week vergezellen, zoals ze in Portugal ook hebben gedaan. We hebben er erg veel zin in.
Geschreven door Jaap-Trijntje-camper-Europa