Wat gaat de tijd toch snel. Alweer een poosje geleden dat ik geschreven heb. Afgelopen week hebben we een rondje om Beja gedaan door een prachtig natuurpark. Vanuit het stuwmeer zijn we eerst doorgereden naar de dam van 100 meter hoog, die ervoor gezorgd heeft dat oa Luz onder water kwam. Het was erg indrukwekkend. Ik snap wel dat dit project moest gebeuren, voor de elektriciteitsvoorziening en irrigatie van de omgeving. Door de klimaatverandering zou er anders steeds minder groeien, dit blijkt ook wel uit de vele bosbranden van de laatste jaren. Bovendien hoopte men dat het meer toeristen aan zou trekken.
Wij zijn verder gereden via Moura naar Serpa. Wel aardige, maar geen stadjes die op ons netvlies zijn blijven hangen. De volgende dag zijn wij doorgereden naar Mina de Sao Domingas. Hier hadden we een gezellige camperplaats aan het meer, waar in het weekend ook veel Portugezen naar toe komen. We besloten om hier maar een paar nachtjes te blijven. Dit plaatsje en de omgeving bezaten vroeger kopermijnen. Deze zijn in de jaren 60 gesloten. De gebouwen zijn ruïnes geworden. Er is nog veel vervuiling van het water in het gebied van de mijnen. Maar de omgeving leent zich wel voor schitterende foto's met prachtige kleuren. Er was een rondwandeling van 14 kilometer uitgezet, waarin we een indruk van het gebied kregen. Ze zijn nu met Europees geld bezig de grootste vervuiling op te ruimen.
De volgende dag nog een mooie wandeling gemaakt over prachtige boeren weggetjes. We vonden onderweg een sleutelbos, wat voor ons wel duidelijk was dat het van een camper was. Terug gekomen op de camperplaats hebben wij door de afstandsbediening bij iedere camper in te drukken de eigenaar weten te achterhalen. Hij was er erg blij mee en kwam ons een flesje wijn als beloning brengen.
Maandag gingen wij verder naar Mertola. Dit stadje heeft een heleboel musea die gezamenlijk de geschiedenis van de stad en de omgeving vertellen. Tot rond 1200 was de streek in handen van de Moren. Daarna in handen van de christenen zijn er veel wijzigingen aangebracht. Je ziet van beide culturen nog zaken terug. In Mertola zijn ook nog enkele opgravingen uit de Romeinse tijd van de 6e en 7e eeuw zichtbaar, met oa delen van mozaïekvloeren. Omdat op maandag alle musea gesloten zijn, hebben we een tochtje gemaakt naar Pulo do Lobo, een mooie waterval tussen de rotsen. Verderop ligt nog een dolmen. We hadden een wandelroute uitgezet van 6 km. Een makkie dachten wij, maar wat viel dat tegen. Het was de zwaarste route tot nu toe, klimmen en klauteren over de stenen en af en toe zelf je weg zoeken. Soms moesten we ook terug, omdat we het pad kwijt waren. We hebben drie uren over deze wandeling gedaan en 's avonds behoorlijk spierpijn. Aan het eind van het pad stond een bord dat het een zware wandeling was en alleen voor geoefende wandelaars geschikt. Tja.
Op dinsdag dus eerst de musea gedaan in Mertola. Helaas waren er enkele dicht in verband met restauratie. Het voordeel was wel dat de geopende nu gratis waren. Alweer een meevaller dus. Erg interessant om door dit dorp te gaan. Na de middag zijn we doorgereden naar Castro Verde. Hier hebben we op een camping overnacht om weer eens even de was weg te werken. We zagen in de folders dat er een groot vogelgebied rond dit stadje was met een educatief centrum 7 kilometer verderop. Wij op de fiets er naar toe. Schijnbaar hadden we een afslag gemist en kwamen langs een boerderij waar drie grote blaffende honden op ons af kwamen. Ik heb het niet zo op boerderijhonden die je tegemoet komen. In het verleden nare ervaring mee gehad. Maar we liepen wel vast en ik wilde niet nog een keer langs die boerderij. Tenslotte de fietsen maar over het hek met prikkeldraad gehesen, gelopen door het weiland tot we eindelijk het centrum vonden. Het was ons al opgevallen dat we maar weinig vogels zagen. Het centrum was dicht, maar je kon aanbellen. De beheerder kwam naar buiten en vertelde ons waar de wandeling liep, wel 200 meter en weer terug. Zijn Engels was niet al te best en wij vonden 200 meter wel een beetje weinig. We zagen verderop een vogelkijkhut dus zijn we doorgelopen. De beheerder had ons in de gaten gehouden en kwam gelijk met de auto achter ons aan en zei dat we terug moesten. Schijnbaar waren alle vogels even gevlogen, want het enige wat we zagen waren kraaien en duiven, precies de vogels die wij niet op de foto hoeven. Een teleurstellend tochtje dus. Terug naar de camping, waar we nog meer vogels zagen dan in het veld, om 's middags het stadje nog even te verkennen.
De volgende dag door naar Beja. Deze heeft als belangrijkste attractie een Clarissenklooster. De kerk die er bij hoorde was voor ons gevoel erg overdone, vol met verguld houtsnijwerk. De kloostergangen vond ik wel mooi. Op de heenweg zagen we een kerkje staan, wat helaas gesloten was. Dit had ook weer het uiterlijk van een gebouw gemaakt door de Arabieren. De volgende morgen zou het weer open zijn en zijn er toen naar toe gegaan. We hebben een poos met de vrouw die de kerk open deed gepraat over de geschiedenis van de Moren en de christenen. Ik moet zeggen dat ik deze kerk veel mooier vond in al zijn eenvoud dan de barokke kerk van gisteren.
Daarna hebben we weer een mooi plekje aan een stuwmeer gevonden, waar ik lekker onder de luifel heb zitten puzzelen en ons voorbereiden op de komst van Mieke en Bram morgen. Zij trekken een week met ons mee. Hier hebben we heel veel zin in.
Geschreven door Jaap-Trijntje-camper-Europa