Volgens de kaart van de ANWB konden we vanuit Ormoz langs een en dezelfde weg door Kroatië richting Servië rijden. Dit is een weg van rond de 250 Km. Het klopt ook wel alleen stond er niet bij dat het voor ongeveer 80% een groot lintdorp is, met een afwisseling van 40-50-60 en 70 km per uur. En geen plek om tussendoor te stoppen. Wij zochten een plekje om te lunchen, maar we hebben zeker een uur gereden en gezocht naar een plekje waar we even konden stoppen, maar die was er niet. We zijn op een gegeven moment maar van de weg af gegaan en hebben bij een kerk geparkeerd. We hebben er zeker wel 5 uren over gedaan om deze 250 km te rijden. Dit was echt ontzettend saai. Gelukkig vonden we wel een leuk plekje om te overnachten. Dit was een soort park, wat gebruikt werd als parkeerplaats bij een zwembad. Helemaal achterin stonden we heerlijk afgezonderd.
De volgende morgen door naar Servië. Wat ons opviel is dat er langs deze weg geen enkele verwijzing naar plaatsen in Servië stonden aangegeven. Bovendien waren er enkele opbrekingen, dus het was even zoeken voor we bij de grens waren. Hier kregen we onze eerste stempel in ons paspoort. Nadat de camper geïnspecteerd was mochten we doorrijden. Gelijk over de grens begint Nationaal Park Fruska Gora. Hier wordt op zondag heel veel gepicknickt door de plaatselijke bevolking. Het zag er heel gezellig uit. Dit park bevat ook nog 26 orthodoxe kloosters. We hebben een rondje extra gereden om er een paar te bezoeken. Ook kwamen we langs een herdenkingsmonument van de tweede wereldoorlog. Het laatste klooster in het park was Krusedol, wat volgends internet een van de mooiste is. Dit viel ons echter tegen, want binnen zagen we bijna niets, omdat de lichten niet aan waren. Dus daar maar in de buurt een slaapplekje zoeken, wat we vonden aan een meer. Het begon gelijk te onweren. Wat zonde voor al die dagjesmensen in het bos. Toen we net op dit plekje stonden kwamen er drie projectielen over de camper heen, met ontzettend veel herrie. We hoorden later dat dit waarschijnlijk bedoelt was om bewolking uit elkaar te drijven om hagel te voorkomen in verband met gewassen. Gezien het dreigende onweer is het wel aannemelijk. Verder hebben we hier rustig geslapen.
Belgrado werd de volgende bestemming. We kwamen tegen de lunch aan bij de plaats waar we de camper konden stallen, vlak bij een erg drukke weg. Vlakbij was een bushalte naar het centrum, drie kilometer verderop. Aangezien we nog geen Servisch geld hadden hebben we die maar gelopen. Vanuit een fort had je een mooi gezicht over Belgrado. Hier was ook een uitstalling van allerlei militair materieel. Daarna doorgelopen naar het centrum. We hebben tussendoor een paar mooie kerken bekeken. We hadden nog naar het Joegoslavië museum gewild, maar omdat de afstanden daar best wel groot zijn en het inmiddels half vijf was, hebben we daar maar vanaf gezien. Wel was er een leuk straatje met allerlei busjes, vol met gevulde boekenkasten. We mochten er een op de foto nemen. Volgens de eigenares van dat busje is dat al jaren een traditie om vanuit de busjes boeken te verkopen. We waren inmiddels best wel moe, dus we hebben een leuk terras in het centrum gezocht en daar heerlijk gegeten. Daarna per bus weer naar onze camper toe. Ondanks de drukke weg hebben we geslapen als een blok.
Om Belgrado weer uit te komen was wel even een klusje de volgende dag. We gingen op weg naar de ouders van een collega van Els die ongeveer 80 km onder Belgrado een huis hebben en het gezellig vinden als ze Nederlandse visite krijgen. We vonden het wel spannend, want we kenden ze verder helemaal niet. We werden echter allerhartelijkst ontvangen en hebben heel wat afgekletst in het Nederlands. Zij komt oorspronkelijk uit Servië, uit de plaats waar ze dat huis hebben en ze is getrouwd met een Albanese Kosovaar. Ze hebben elkaar in Nederland leren kennen en hier ook hun kinderen opgevoed. Het huis in Servië hebben ze gekocht om regelmatig hun familie te kunnen bezoeken. We kregen een rondleiding over hun (land) goed, zoals ze het zelf noemen. Ze zijn bezig om voor alle drie hun kinderen een verblijf te creëren, zodat zij later met hun gezinnen kunnen blijven komen. Beneden voor de ene dochter, boven met een aparte opgang voor de andere dochter en in de tuin nog een apart huis voor hun zoon, ieder met een eigen keuken en badkamer en twee slaapkamers. Heel bijzonder met een prachtige tuin. We kregen nog een lunch aangeboden, zoals zij die gewend zijn, met gebakken paprika's, een vlees- en kaas schotel en burek met kaas en spinazie. Erg lekker allemaal, maar wel veel scherper dan wij gewend zijn. Na een paar uren hebben we afscheid van hun genomen en zijn via een toeristische route verder naar het zuiden getrokken. We vonden een slaapplekje aan een recreatiemeer bij Kragujevac, ook weer met allerlei zitjes. Er was een speeltuin en klimpark voor de kinderen en er zaten veel mensen te vissen. Ook weer heel gezellig allemaal. Wij hadden het advies gekregen van de Serviërs om door Kosovo naar Noord- Macedonië te reizen. Wij vonden dit wel spannend, maar volgens hun moest het geen probleem op leveren, Dit scheelde ons zeker een halve dag omreizen. Dus dan er toch maar op wagen. We hebben onderweg nog het Monestry Studenica bekeken, een van de beroemdste kloosters van Servië. En toen de grens over. Dit leverde niet zoveel problemen op. Weer een stempel in het paspoort erbij en een verzekering betalen, omdat Kosovo niet op de groene kaart staat. Wat wel gelijk opviel is dat er niet een welkom bord met snelheden etc. stond, zoals gebruikelijk bij binnenkomst in een land. Er hingen wel heel veel Servische vlaggen. Na een poosje kwamen we langs een permanente politiecontrolepost, zoals je die ziet in oorlogsgebieden. Gelukkig konden we ook hier door rijden tot Mitrovice. Kosovo heeft praktisch geen campings, maar we konden de camper kwijt bij een restaurant net buiten de stad. Hier was een prachtige tuin bij, met heerlijke zitjes onder een soort tuinhuisjes. Van het personeel hoorden we dat we hier konden blijven staan voor de nacht. Na Mitrovice waren alle Servische vlaggen verdwenen en hingen er Albanese vlaggen. Wat ook opviel was dat alle blauwe strookjes op de nummerborden waren afgeplakt. Het gebeurt regelmatig wanneer er iemand met een Servisch kenteken rondrijdt, de auto wordt beschadigd. Zo zagen we dus wel wat van de spanningen die er in dit land nog steeds is. Waren wij omgekeerd eerst in Kosovo geweest en dan Servië ingaan, dan kom je er niet in, omdat je dan illegaal de grens bent overgestoken bij Kosovo. Afijn, een nacht in Kosovo was voor ons wel genoeg. Wij door naar Noord-Macedonië, waar we een paar nachten aan het Ohrid meer willen doorbrengen. We hadden een camping gevonden bij Struga.
Vanmorgen eerst maar eens rustig aan doen, een was gedraaid, alles weer eens opruimen en schoonmaken. Vanmiddag zijn we op de fiets gestapt naar de badplaats Struga. Dit is niet het soort plaatsje wat wij leuk vinden, dus we hadden het vlot bekeken en weer terug naar de camping. De was was gelukkig helemaal droog. Nog wel even geprobeerd het water in te gaan, maar verder dan mijn knieën kwam ik niet. Het was mij veel te koud. Aan het eind van de middag zijn we nog even naar een veertiende-eeuwse grotkerk hier in de buurt gelopen. Morgen verplaatsen we naar de overkant van het meer om Ohrid te bekijken, naar dat lezen jullie wel in het volgende verslag.
Geschreven door Jaap-Trijntje-camper-Europa