Voor het ontbijt moeten we naar de bar gaan beneden. Pierre is als eerste klaar en vertrekt al. Ik maak nog eerst mijn blog af. Wanneer ik mijn tanden ga poetsen is ook Daniel bijna klaar. Navarrete is niet groot dus je bent er zo doorheen. Net buiten het dorp kom ik bij de begraafplaats met een herdenkingsbeeld voor een overleden pelgrim, ik sta er even stil. Ernaast staat de toegangspoort van het oude Hopital de Juan de Acre, waarvan we gisteren de ruïne zagen voor we Navarrete binnen kwamen. In 1887 heeft een architect ze naar hier verplaatst. In die tijd was dat gebruikelijk, er was geen aandacht voor bestaand erfgoed. Aan de overkant van de weg ligt een typische keramiek handel. Daar draait de weg de wijngaarden in. Er staat een fikse wind in de valei, gelukkig is het rugwind. In de verte hangen de wolken laag over de bergtoppen, die eronder verborgen liggen. Het snoeien van de druivelaars is begonnen. Hier en daar worden de wijngaarden afgewisseld door olijfbomen. Ik wordt ingehaald door vier jonge Koreaanse pelgrims die een foto willen van een pelgrim met veel kilometers in de benen. In Korea staat een pelgrimstocht naar Santiago hoog aangeschreven in je curriculum vitae, vandaar dat je zo veel Koreanen tegen komt hier. Bij Ventosa zie ik granaatappels hangen in eigenlijk een grote struik. Het is voor het eerst dat ik die zie. Jammer dat ze te hoog hangen om er een van te plukken. In Ventosa is alles dicht, de kerk, de bars, de albergues en zelfs de toiletten. Op de weg naar het dorp is een tentoonstelling waarvan ik er eentje echt leuk vind. De wind laat zich nog steeds erg voelen waardoor ik niet veel zin heb om te pauzeren. Bij het wijndomein Arvia zwaait het uithangbord heftig heen en weer. Wijn proeven zit er ook niet in, want ook hier is alles dicht. De aarde waar Rioja zijn naam aan dankt wordt alsmaar roder. Even worden de wijngaarden onderbroken door bomen en struikgewas langs de oude Romeinse weg van Italië naar Spanje. Hij klimt over de alto de San Antòn waar ik bij de mirador een wijds uitzicht heb over de Rioja wijnstreek ( waar Logroño overigens de hoofdstad van is). De rode herfstkleuren doen de Rioja eer aan. Ik passeer twee Canadese pelgrims die even een praatje slaan. Ik zie Pierre weer, die op een bank zit te tekenen. Hij vraagt of ik wat wil eten, maar het waait me hier te hard en Nájera is niet ver meer. Het verwondert me dat er hier en daar nog zoveel druiven hangen, ik weet niet waarom die niet geoogst werden. Erg vind ik het niet want ze zijn nog heel lekker. Voor Nájera loopt het pad achter een industrieterrein door en dan door de gure buurten. Met de brug over de Nejerillo kom ik in het oude, mooie stadsdeel van Nájera. De kerk is hier ook gesloten. Pierre komt er aan en we gaan een bar binnen. Ik bestel wat om te eten, maar Pierre drinkt alleen een koffie en gaat dan kijken voor een albergue. Hij vindt iets op de route en ik wandel erheen en check in. Ik vertrek er wel onmiddellijk want ik zag onderweg dat het monasterio de Santa Maria la Real open is, daar wil ik wel gaan zien. Het is erg indrukwekkend en ik heb er heel wat foto’s gemaakt. Het klooster is tegen de rotswand gebouwd en in een grot staat het beeld van de Lieve Vrouw. Er hoort ook een tentoonstelling bij met reliekschrijnen en heiligen beelden. Wanneer ik buiten kom is het donker. Ik wandel het stadje in, door de hoofdstraat waar het nu drukker is, langs de cinema naar de brug en langs het water weer terug naar het klooster en de albergue. Daar maak ik kennis met Lili, een Canadese, Phil van Dublin en Dennis uit Rusland. De mannen gaan nog de stad in, Lili en ik blijven. Ik schrijf mijn blog.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht