Eerst nog even een update van de statistiekjes op het einde van de via Monastica:
Afstand 302 km, hoogtemeters 1645, stappen 560919
Ik stapte 7 keer de grens over (B/NL - NL/D - D/NL - NL/B - B/F - F/B - B/F), dat zal nu wel een poos duren tot de volgende 😉
Over 47 bruggen en onder 34 door, over 3 sluizen en 1 veerpont, langs 13 bunkers en ruïnes, langs 22 kruisen en 30 kapellen en 5 mini-bib.
Bij het opstaan voelde ik dat mijn voet niet helemaal gerecupereerd is. Gisteren ben ik tot aan mijn limieten gekomen, nochtans denk ik niet zozeer dat het de kilometers waren, maar er zaten ook nog 570 hoogtemeters bij waarvan een flink deel over moeilijk terrein. Ik beslis om een rustige etappe in te lassen. Bij de gemeenteherberg van Aubigny-les-Potheesis er nog plaats en er zou nog een pelgrim zijn. Ze verwittigen me dat er in het dorp niets open is en dat ik eten moet voorzien voor s’avonds en het ontbijt. De pijn die ik blootsvoets voelde is wel weg als ik mijn schoenen aantrek. Rond 9 u ben ik weg en wandel richting de Carrefour die ik op de weg hierheen tegen kwam. Dan zie ik dat bij de bakker een wachtrij staat en omdat ik er tegenop zag om zo ver terug te wandelen ga ik ook in de rij staan. Ik koop een broodje en 2 croque monsieur. Dat zou moeten toekomen. Ik stop nog even bij het toeristisch bureau voor een stempel, de kerk is hier zelfs op zondag niet open dus weg ben ik.
Rocroi uit loopt lekker, ik moet opletten om niet te snel te gaan want ik weet dat ik dat zal bekopen. In Sévigny-la-Forêt kom ik langs het kerkhof en ik drink nog snel wat water voor ik mijn fles weer bijvul. Op de zerken merk ik op dat de dames de naam van hun man aannemen, ik weet niet of dat ook wettelijk zo is, maar ik voel mezelf wel geëmancipeerd.
Dan kom ik op de Route Forestière du Fond d’Amezy, het is heerlijk wandelen en ik neem geregeld een pauze. Voorbij het bos, in Chilly veranderd het landschap. Weilanden en granen wisselen elkaar af in een weids glooiend landschap. In L’Echelle loopt de route langs het kasteel met torens uit de 16de eeuw en een 17 de eeuwse kerk, die jammer genoeg ook niet open is.
De weg gaat verder langs de velden en ook een eind langs de spoorweg. Bij een pruimenboom kan ik niet voorbij gaan zonder er enkele te plukken. Dan loop ik Aubignies-les-Pothées binnen. Het was in de 13de eeuw het belangrijkste dorp van het kerkelijk domein Les potées, bestaande uit 17 dorpen. Het werd geschonken aan het kapittel van Reims door de moeder van de aartsbisschop die Clovis heeft gedoopt in Reims eind 5e eeuw. Potestas betekend bezittingen.
Na een telefoontje vind ik al snel de openstaande deur van de gemeenteherberg. De pelgrim die er al is heet Henk. Hij is na een kleine maand onderweg hier vrijdag toegekomen met een blessure aan zijn knie. De paar dagen rust hier hebben hem echter geen beterschap gebracht en morgen komt hem hier iemand ophalen. Het is natuurlijk jammer dat je moet stoppen, maar hij heeft er vrede mee. Het onderkomen is summier, er is een veldbed, toilet, keuken ( maar geen gerief), stroom en water. Het voornaamste is er, alleen geen douche en WiFi, maar ik vind het prima.
PS: aan de drie van tante Mène, geen zorgen, ik heb een drinkfles met een speciale survival filter voor alle water.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht