Deze morgen heb ik mijn voet goed ingesmeerd, mijn blauwe teen is dik, ik denk dat die verstuikt is. Ik trek mijn sokken en mijn nieuwe schoenen aan. Mijn tenen hebben meer ruimte en ik kan ze bewegen, dat voelt beter. Deze pelgrim vindt op zijn weg weer wat hij zo nodig had. We gaan samen gezellig ontbijten. Anne gaat vandaag met me mee wandelen en Liesbeth zal met Linde voor picknick zorgen en voor een overnachtingsplaats. We rijden terug naar Saint-Palais, ( in die kleine Fiat 500 passen we maar net als ik de kar op schoot neem) daar waar ik gisteren door hun verrast werd stappen Anne en ik uit. Het weer is ideaal, al snel gaat het door het bos de eerste berg op. We komen voorbij het ene na het andere mooie vergezicht. Ganzen trekken over ( is dat een teken voor slechter weer?). Anne probeert een van de vele roofvogels te fotograferen, wat niet gemakkelijk is. Een rode wouw (denk ik) komt wat dichter overgevlogen. We komen boven bij de stèle van Gibraltar. Nadien gaat het naar beneden en weer naar boven tot bij de kapel van Soyartz. Daar eten we een madeleineke en bewonderen het landschap rondom en genieten van het mooie weer. Er staat een oriëntatietafel waar je kan lezen wat je eigenlijk ziet. In Ostabat wachten Liesbeth en Linde ons op met de picknick bij het Baskisch sportveld, waar we kunnen zitten op de tribunes. Linde loopt met me mee naar de kerk. Wanneer ik in het livre d’or schrijf wil zij haar naam er ook in schrijven. We komen duidelijk dichter bij de Pyreneeën, de heuvels worden hoger, de vergezichten spectaculair. We komen overal schapen tegen vandaag. Een ooi die pas gelamd heeft, een nieuwsgierige ram die de kudde niet volgt en een kudde die de weg naar huis kent zonder begeleiding. Er zijn ook meer wandelaars, fietsers en recreatie ruiters. Onderweg kunnen we natuurlijk lekker bijkletsen, de kilometers schieten dan ook sneller op en boven al, mijn voet houdt stand. Intussen heeft Liesbeth overnachting gereserveerd in een appartement net achter de gîte Beilari, waar we eind april met Jaak, Hugo,Thieu en Micheline geslapen hebben. Het pelgrims bureau is nog open en ik spring er binnen voor een stempel. De weg over de pas is gesloten er is vorige week brand geweest bij Orisson, wie er zich toch waagt wacht een fikse boete zeggen ze nog. Ik krijg de routebeschrijving van de voie de Valcarlos mee, want die staat niet in mijn beschrijving. Ook is er een website waar ze dagelijks een update geven welke refugio open zijn. We nemen afscheid van mijn oude wandelschoenen, die laat ik er achter. We installeren ons in het appartement, ik steek mijn was in de machine. Anne gaat al douchen en Linde gaat naar het toilet, plots roept ze ‘ oh my god dit geloof je noooooit…ze hebben hier roos wc papier, zo mooi’. Het kindertaal gebruik is niet meer dat van vroeger. We gaan eten in een restaurant vlak bij, we maken het niet te laat voor Linde. Terug bij het appartement komen we Pierre nog tegen, die wil wel over de pas gaan morgen, ik zeg hem dat ik dat niet ga doen.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht