Vannacht om 3u wordt ik wakker, ik moet dringend. De verklaring waarom ik me zo slecht voelde, zou het van de sushi zijn? Ik kan gelukkig nog terug slapen tot 7 u. Ik moet weeral en ik ben blij dat mijn buik eindelijk leeg is. Om me klaar te maken en de tent op te ruimen heb ik uiteindelijk ruim een uur nodig. Ik vertrek, moet de weg zoeken, want op mijn route staan stippellijntjes en dan zie ik opeens een gele pijl. Het is hier klimmen en dalen, er komt een pittig stukje over boomwortels, gevolgd door een smal diep uitgesleten pad waar mijn kar steeds kantelde. Ik maak de bagage los, draag eerst 2 zakken verder en kom dan terug voor de kar met 3 de zak. Dit 3 keer, en dan moet ik dwars door de maïs. Wanneer ik boven kom zie ik in de verte Luik liggen. Vanaf nu is het enkel dalen tot Jupille. Door een massa wegen- en spoorwegwerken is het even zoeken. Langs de Maas liggen hier een heel stel woonboten. Het is intussen 13:00 u wanneer ik het centrum bereik. Ik zet me op een van de terrasjes om te eten en mijn blog van gisteren te schrijven. Ik bestel boulette Liégeois, maar kan nog steeds niet goed eten. Vermits hier geen internet is moet ik nog elders iets zoeken en dat wordt de Mac Donalds. Als mijn blog de lucht in is ga ik naar de kathedraal voor een stempel. Het is druk in Luik en ik vind het was smoezelig. Ik koop nog een Luikse wafel ( dan heb ik 2 Luikse specialiteiten op) en doe nog wat inkopen in de Carrefour. Rond 16:00 wandel ik via park Bouveroi Luik uit. Ik zoek naar een overnachtingsplaats, op mijn kaart stond een stipje met refugio 17, Georges Meurs, maar ik kon geen contactgegevens vinden. Uiteindelijk kom ik erachter dat ik 24 u van tevoren moest contacteren. Ik probeer te bellen, maar mijn gsm valt plat en omdat ik mijn horloge had geladen met de powerbank, was die ook plat. De eerst volgende overnachtingsplaats is over 17 km( dat zie ik niet zitten). Dan maar naar dat adres wandelen op hoop van zegen. Gelukkig kom ik een café tegen, ik drink een water onder het afdak en vraag om mijn gsm te laden. Er zitten redelijk wat mensen op het terras wanneer het plots flink begint te regenen. Ze vluchten onder het afdak en ik zeg dat ze wel aan mijn tafel mogen zitten. Ik zoek op mijn iPad waar ik moet zijn. Een man ziet de schelp op mijn bagage en vraagt waar ik naar toe ga. Ik zeg dat ik nog een slaapplaats zoek bij refugio 17. Ha zegt hij, dat is bij mij. Georges Meurs is mijn vader, hij is 92 jaar en je moet bij hem de sleutel halen en de stempel. Jammer dat je niet vroeger belde, dan had hij eten gemaakt. Richard ( zo heet de man) belt zijn vader alvast en wijst me de weg. De regen blijft echter aanhouden en uiteindelijk brengt hij me bij zijn vader. Georges blijkt in Kleine Brogel geboren te zijn en is blij nog eens Limburgs te praten. Hij vertelt over zijn reizen met de fiets naar Compostela toen hij 70 was. In zijn huis zijn nog overal de sporen van de overstroming van vorig jaar te zien. De keuken hangt met haken en ogen aan elkaar, maar hij gaat binnenkort een nieuwe krijgen. Zijn eiken meubels hebben waterranden. Hij had 1,5 m water in huis en toen ze nadien kwamen opruimen hadden ze al zijn vliegen ( hij maakte speciale vliegen om op zalm te vliegvissen ) weggegooid. Voor die vliegen werd hij tot in British Columbia uitgenodigd. Hij toont me zijn doosjes met vliegen en hoewel ik er niks van ken voel ik dat dit speciaal is. Hij vertelt me ook hoe hij op het laatste nippertje zag dat ze zijn boek, met al de namen van de pelgrims die hij te gast had, weggegooid hadden. Hij zag het boven de rotzooi uitsteken en zei dat ze hem in Luik hadden horen schreeuwen en het nog op het nippertje kon redden. Ook ik schrijf mijn naam in zijn dierbaar boek. Ondanks de hartenpijn die het water hem bracht, blijft hij een tevreden man, die zich met hart en ziel inzet voor de pelgrims. Deze man verdiend extra hemelpoorten. Tevreden ga ik naar de refugio, (waar je niet naast kan kijken), neem nog een douche, maak me een thee en eet wat. Het begint weer flink te regenen, ik ben blij dat ik nu niet in de tent lig, zeker omdat mijn buik nog steeds rommelt.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht