Zoals gewoonlijk wordt ik even voor ze en wakker, Marie slaapt nog, ik ga stilletjes de kamer uit. Het ontbijt is pas om 8 uur, ik heb dus nog tijd om mijn boel weer op te ruimen. Mijn was is niet droog, die stop ik in een aparte zak zodat ik die snel weer kan uithangen straks. Ik werk mijn blog af. Tegen achten haal ik mijn kleren in de kamer, Marie slaapt nog steeds, ik maak nu gewoon lawaai, stop mijn spullen in de plastiek vuilzakken die ik hier vond ( paarse met lavendel geur) en dan in mijn tas. Hopelijk blijft nu alles droog er in. Marie wordt eindelijk wakker en ik zeg dat ik al ga ontbijten. Aan tafel bekijk ik in de Njam njam dodo gids welke hostels er nog open zijn. Pamplona vind ik te ver( +30 km) met al de hellingen die op het programma staan, Zubiri is te dicht bij. Ik besef dat het niet gemakkelijk is wanneer je niet echt de etappes uit de gids volgt nu het seizoen op veel plaatsen is afgesloten. Mijn host zegt dat pension Tau in Larrasoaña open is, maar je kan er pas vanaf 12 u reserveren. Nog even tanden poetsen, kar laden en dan neem ik afscheid van Marie die richting Roncevalles gaat. De zon schijnt weer waardoor ik instant goed gezind aan de etappe begin. Vrij snel kom ik op de plek waar ik in april heb opgegeven. In het riviertje met de stapstenen stroomt nu veel minder water en ik ga er gewoon doorheen. Op het hoogste punt van de Erro gaat het pad over de drukke baan, daar waar in april het een gezellige boel was bij de foodtruck , ligt nu er alles een beetje troosteloos bij. Ik ga op een stenen rand zitten en eet het mandarijntje op wat ik nog van Liesbeth kreeg. Er komen nog twee pelgrims de weg over. Ze stoppen bij me, het zijn Damien en Rosi uit Slovenië, ze vertrokken deze morgen uit Roncevalles en gaan naar Pamplona. Nou zeg dat zijn 2 etappes in één keer, dat is aan mij niet besteed, ik laat ze passeren. Terwijl ik daar zit komen nog twee pelgrims voorbij, jongeren, met een buon camino lopen ze door. Het is half twaalf als ik weer opstap, met een beetje geluk vind ik in Zubiri een bar om iets warms te eten. Het is druk in Zubiri, er staan guardia civil bij het kruispunt, er staan hier en daar tentjes opgesteld, maar ik snap niet wat er gaande is. Bij de sporthal is een terras open. Er is alleen maar pizza te krijgen, dus dat wordt het. Terwijl ik aan mijn koffie slurp komt er een rallywagen aan met veel lawaai, dan nog een en weer een. Ah zo, een rallywedstrijd dus, vandaar al die guardia civil. Ik moet naar binnen gaan zitten want ik moet noog bellen voor mijn overnachting en intussen is er zo veel lawaai buiten dat telefoneren niet meer kan. Gelukkig is er plaats, alleen kan ik er vanavond niet eten. Vermits het maar een kleine 7 km is kan ik op mijn gemakje hier eten. Bij de oude brug probeer ik Anne te bellen om Linde proficiat te wensen met haar 5de verjaardag. Anne is in de Herenstraat op zoek naar de eenhoorn taartvorm en de icing. Ze gaat samen met Linde de verjaardagstaart maken voor het feestje morgen. In de verte zie ik Urdaniz liggen, waar we in het voorjaar logeerden. Over de stijle trap gaat het via het industrieterrein van magnesitas Navarra (Magna), het is één van de grootste magnesium mijnen met export naar meer dan 60 landen. Voorbij de afslag naar Urdaniz kom ik op de route die ik met een geblesseerde knie liep, het valt me op dat er toch veel is wat ik me niet meer herinner, misschien komt het omdat ik toen samen wandelde met die Koreaanse. Even verder neem ik de afslag naar Larrasoaña. Net voorbij de brug over de Arka zie ik Damien en Rosi weer. Ze zeggen dat er hier niets te vinden is om te overnachten, ze zijn hier komen zoeken omdat Rosi twee blaren heeft en niet meer tot Pamplona wil gaan. Ik zeg dat ik hier in pension Tau reserveerde en geef het telefoonnummer. Hij belt en er is nog plaats dus we wandelen er samen heen. De vrouw des huizes is er niet, de zoon ontvangt ons. Damien vraagt hem of hij een taxi kan bestellen om ergens naar een restaurant te gaan, ik zeg dat ik dan ook mee ga. Wanneer ik klaar ben met douchen blijkt dat er geen taxi te krijgen is daarom zorgt de zoon voor een paar tortilla’s tegen 18.00 u. Eerst hang ik nog al mijn vochtige spullen op. Intussen is nog een pelgrim aangekomen, Rolf uit Duitsland. Wanneer ik naar beneden ga zit Ute ( ook uit Duitsland) al aan tafel, we zijn dus met 5 pelgrims hier. Ze zijn alle vier nog maar net vertrokken en lachen als ik zeg dat ik al aan het aftellen ben. Het wordt een gezellige avond met verhalen heen en weer. Rolf krijgt tranen in de ogen wanneer ik het filmpje laat zien van Linde die naar me toe holt in Saint-Palais, waar Liesbeth en Anne me met hun bezoek verrasten. Tegen 22.00 u gaan we naar boven, Ralf verontschuldigt zich omdat hij de haardroger mee heeft om zijn schoenen te drogen. De regen gisteren heeft bij hen dus ook de nodige problemen gegeven. Ik ben blij dat mijn schoenen wel droog waren deze morgen. Het weerbericht is in ieder geval gunstig voor morgen.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht