Vandaag kan ik kalm aan doen voor een korte etappe. Er is wat regen voorspeld dus ik zal de buienradar in de gaten moeten houden. Rond 9 u ben ik weg. Eerst nog even naar de apotheker op de hoek. Van de pastilles met propolis mag ik er 6 per dag nemen en ik neem er al direct één. De route vertrekt via een kleine weg. Na goed 1 km begint het in de verte al te rommelen. Normaal moet ik nu het bos in, maar als ik de fietsersroute neem kom ik langs meer huizen en dus schuilplaatsen, het is wel wat omweg, maar ik neem het zekere voor het onzekere. Het is nog maar 10 voor 10 als ik een schuurtje met hooiopslag zie tegenover een ezelswei. Ik installeer me languit in het hooi en nog geen 10 minuten later klettert de regen neer. Ruim een uur blijf ik schuilen, die luxe kan ik me permitteren vandaag. Vervelen doe ik me niet, want mijn blog moest nog geschreven. Als er geen druppel meer valt vertrek ik weer. Alles ziet er fris uit en het lijkt of je nu alles veel beter ruikt. Ik ruik de coniferen, de kamperfoelie en de munt in de berm. Ik ruik schapen, maar zie ze niet, een kadaver, maar dat hoef ik niet te zien en dan een vijgenboom, maar de rijpe vijgen hangen te hoog. De zon prikt weer tussen de wolken en het droogt weer snel. Het pad gaat nu weer door de velden en het bos, waar nu wel wat modderige plaatsen zijn. Het is al 13.00 u en ik begin honger te krijgen. Een plek om enigzins te kunnen zitten vind ik pas 50 minuten later. Veel eten heb ik niet meer, wat kleine crackers en 2 babybelletjes met een fruitzakje en nog wat noten. Terwijl ik daar zit komen er 4 van die oranje vlinders aangefladderd. Plots zijn ze weg en even later zijn ze er weer. Ik merk dat ze niet op een bloem neerstrijken en volg er eentje. Ik kom erachter dat er een andere vlinder al in het gras zit, die niet opvliegt. Ha nu weet ik het. Paringstijd. Het vrouwtje zit met gesloten vleugels onopvallend in het gras. Uitdagend steekt ze haar achterlijf omhoog, waarop de mannetjes zich tussen haar vleugels persen om te paren. Nadien blijft het vrouwtje nog steeds zitten, wachtend op een volgende kandidaat. Eindelijk heb ik ze kunnen fotograferen, de oranje luzernevlinder. Als toemaatje krijg ik ook nog de kleine vuurvlinder al parend te zien. Het heeft me toch een half uurtje gekost, dus ik moet dringend weer op weg. Bijna de hele tijd heb ik over het grondgebied van Saint-Paul-la-Roche gewandeld zonder in het centrum geweest te zijn. Net voor Thiviers zie ik grote rollen voordroog liggen, dat had ik wel eens willen zien hoe ze die maken. Wanneer ik Thiviers nader zie ik oude schelpen in de stoep staan. De straten naar het centrum zijn groezelig met veel leegstand, ook hier overleven de kebab en de couffeur samen met een hondenkapsalon en een verzekeringsmakelaar. Op het eind van de straat verandert de sfeer plots en kom ik op een mooi kerkplein met een fontein sculptuur van een plaatselijke kunstenaar die ik wel met water zou willen zien. Ik spring even binnen bij de toeristische dienst voor een stempel. Dan zoek ik de rue du Graveur Pierre Bouillon 13. Het is weeral zo een groezelige straat en ik stop bij een verlaten meubelzaak. Ik bel David ( bij wie ik reserveerde) en hij komt er aan. Ik ben toch juist, door een lange gang komen we bij een trap. Op de eerste verdieping is het. Voorbij de deur ziet het er verrassend netjes en gezellig uit. Normaal kunnen hier 8 pelgrims terecht, maar ook hier heb ik het rijk voor mij alleen. Restaurants zijn er op maandag niet open, misschien de pizzeria zegt David. Maar op de hoek is een grootwarenhuis, dus vanavond maak ik zelf scampi’s met gebakken ui en tomaat met een polentaschijf. Voor morgen heb ik broodjes en kaas. Op tafel ligt hier ook een waarschuwing voor de honden morgen. Ik bekijk welke route ik als alternatief kan nemen. Mijn doel is aankomen en risico’s nemen hoort daar niet bij.
Geschreven door Vera.op.pelgrimstocht