Het heeft vannacht de hele nacht geregend en gestormd. Gelukkig heb ik mijn tent goed vastgelegd met de scheerlijnen. Om acht uur valt er nog af en toe een bui. Dat betekent dat ik mijn koffie in de tent moet maken en daar ook ontbijten. Een voor een maak ik mijn tassen klaar. Dat moet ook in de tent gebeuren, dus het neemt allemaal wat meer tijd in beslag. Wanneer ik om kwart over tien vertrek, is het gelukkig droog, maar wel bewolkt.
Er staat een zuidenwind, maar dat valt voorlopig nog mee.
De tocht langs de oceaan is prachtig. Jammer dat het nevelig is en zo zwaar bewolkt. Ik rijd langs mooie stadjes en dorpjes die zeer toeristisch zijn. Komoot wil me voortdurend de heuvels insturen, maar ik volg gewoon de kustweg. Het is om, maar een stuk gemakkelijker. Wanneer ik Baiona verlaat kom ik in een compleet ander landschap. Het is heel ruw en rotsachtig, de dorpjes zijn klein en er is niks anders dan alleen maar woningen: geen winkels of bars. Het ergste is echter dat er een hevige zuidenwind opsteekt die me recht op de neus slaat. Het lijkt wel of ik ben de hele tijd een beklimming aan het doen, terwijl ik zo verheugd was dat ik langs de kust een vlakker parcours zou hebben. Ondertussen realiseer ik me dat ik iets essentieel vergeten ben vandaag: ik had inkopen moeten doen voor het middagmaal in Baiona, maar ik ben dat helemaal vergeten, zo sterk was ik met de tocht bezig. Gelukkig heb ik genoeg energierepen, mocht het nodig zijn. Maar, als de nood hoog is, is de redding nabij. Op de weg naast het parcours duikt plots een bar op. Ik twijfel niet en ga daar een empanada met kip eten. Een moment van rust doet me goed, want ik voel dat mijn spieren last hebben van de harde wind. Gelukkig was ik er gisteren niet, zei de barvrouw. Toen was de wind nog veel heviger. Nou, voor mij moet het niet méér te zijn, hoor. Windkracht vijf is vandaag meer dan genoeg!
‘s Middags kom ik meer op de camino terecht. Het is meestal een gravelpad, maar goed berijdbaar en niet zo steil als de gewone weg. Ik kom zelfs langs een klein kapelletje. Het is lang geleden dat ik nog de kans gehad heb om een kapelletje te bezoeken en een kaarsje aan te steken. Ik maak er gretig gebruik van en benut ook nu weer de kans om even uit te rusten.
De tocht gaat verder. Ik heb de indruk dat de wind iets minder hard waait, maar toch nog behoorlijk is. Onderweg kom ik een mooi beeld tegen van een rustende pelgrim. Daar bel ik naar een camping in Portugal voor een plek. Geen probleem, ik kan komen. Met alle energie die ik nog in me heb fiets ik verder. De gps geeft nog vijftien kilometer aan. Stilaan kom ik aan de grens van Spanje met Portugal. Ik verwacht een brug te zien, maar neen, het is een pont. Die vertrekt om het uur, vanaf drie uur. Het is bijna drie uur, maar ik zie geen boot, niet aan de oever, niet een die het water oversteekt. Ik loop wat rond op zoek naar informatie. Er komt iemand met een scooter aan en een ander met een auto. Die roepen naar me. Zij doen de veerdienst, althans een van hen. Hij moet nog eerst brandstof halen voor de boot. Ze tonen me de boot: het is een kleine motorboot. Ik vraag me af hoe ik mijn fiets daar veilig op krijg. We hebben een leuke babbel. Wanneer ik vertel dat ik bijna vierduizend kilometer gefietst heb en hem op pindat de route toon, is hij heel lovend. Ik heb, volgens hem, het record gehaald. De vorige hadden drieduizend vierhonderd kilometer gefietst of gewandeld, dat wist hij niet meer zo goed. Na een kwartier komt de schipper met een jerrycan brandstof en ik daal de loopplank af met mijn fiets. Ik haal voor alle veiligheid mijn tassen maar van de fiets en samen hijsen we de fiets in de boot. Ik moet mijn fiets goed vasthouden want de boot gaat met een hoge snelheid over het water en hotst over de golven. Geen kans dus om een foto te maken van de overtocht. Ik kom gelukkig veilig aan en zet voet aan wal op Portugese bodem. Wat een ervaring! Enkele fietsers die wachten op de volgende boot helpen me de loopplank op. Ik moet nog een tiental minuten rijden tot de camping. Het is een kleine, rustige camping, gelegen aan de oever van de rivier Miño. Het seizoen loopt op zijn einde. Er is dus ook niet veel volk. Nadat ik me geïnstalleerd heb ga ik iets drinken in de bar en wil ik even naar de rivier lopen. Ik geraak in gesprek met een Duits koppel dat hier is komen wonen. Ze nodigen me bij hen uit en trakteren me op een biertje. We zitten een hele tijd te kletsen. Wanneer ze vertrekken, ga ik terug naar mijn tent. Ik krijg het koud en wil iets warmers aantrekken. Het wordt tijd om iets te eten. Ze serveren hier een heerlijke dorade waar ik voor bezwijk. Ik heb immers iets te vieren: dat ik in Portugal aangekomen ben. Het geeft me een heerlijk en gelukzalig gevoel. Na het eten ga ik nog een poosje aan de oever van de Miño zitten mijmeren en ben dankbaar voor dit moment, voor deze dag.
Portugal heeft dezelfde tijdzone als Engeland. Het is hier dus een uur vroeger dan elders in Europa. Morgen zal het dus om zeven uur al licht zijn, maar vanavond is het reeds om negen uur helemaal donker. Ik ben benieuwd om de komende dagen iets meer over de gewoontes van de Portugezen te leren kennen.
Ik ga toch maar op tijd naar bed, want ik heb wat slaap van vorige nacht in te halen.
Geschreven door Dominiek.op.pelgrimstocht