Vanochtend sta ik een halfuurtje vroeger op. Uiteindelijk vertrek ik toch pas om half negen. Het is een vreselijk gedoe om alles op orde te krijgen voor ik kan vertrekken. Maar ik hoop op beterschap en anders is het maar zo. Ik wil me er niet in opjagen.
Op de receptie, bij afgifte van de sleutel krijg ik mijn pelgrimspas terug en ook nog twee flesjes water mee: die zullen welkom zijn, want het belooft een warme dag te worden.
Weer wat gedoe bij de start van de route, maar uiteindelijk toch weer goed op weg. Ik had gehoopt op een min of meer vlakke of dalende rit, maar daarvoor moett ik eerst over de gemeente Berg en die heeft zijn naam niet gestolen. Wat een beklimming, en dat zo vroeg op de ochtend. Mijn motor is nog niet eens warm gelopen! Maar de afdaling naar Maastricht maakt veel goed. Ik kom rond half tien aan bij de St. Servaasbasiliek. Nog mooi op tijd om mijn fiets veilig te stallen en een deel van de eucharistie van de geboorte van St. Jan de Doper mee te maken. Het is mooi om op deze dag ook de communie te ontvangen. Ik blijf nadien nog wat na in de kerk, loop wat rond, blijf bidden bij het graf van St. Servaas en verwijl bij de sarcofaag. Wanneer ik de kerk wil verlaten kan ik langs de ingang niet meer naar buiten. Ik moet langs een andere weg naar buiten en passeer de kassa voor de toeristen. Een man kijkt me vreemd aan als kom ik van een andere planeet: ‘Waar kom jij nu ineens vandaan?’ Ik leg hem uit dat ik ben nagebleven na de viering en dus langs deze weg naar buiten moest. Buiten gekomen merk ik dat ik mijn helm en bril vergeten ben. Dus toch maar weer langs de kassa. Vervelende vent die ik ben…
Dan op weg naar Scherpenheuvel. Onderweg koop ik proviand voor onderweg en bel ik naar mgr. Luc van Looy. Hij neemt niet op, dus ik spreek een boodschap in met de melding dat ik naar Scherpenheuvel kom en of ik even kan langskomen. Ik fiets verder richting Hasselt. In België aangekomen ontdek ik ogenblikkelijk dat ik in het buitenland, mijn vaderland, ben. Een fietspad gewoon langs de grote weg, met hobbels en bulten, druk verkeer dat rakelings langs mij rijdt. Toch is er ook verbetering merkbaar. Sommige delen zijn opnieuw ingericht en duidelijk beter geschikt voor een fietser. Goed zo, Vlaanderen!
Ik rijd door Bilzen en voel me gecharmeerd door het marktplein. De kerk is open en ik loop er even binnen. Er hangt zelfs een schilderij van st. Frans van Sales. Het valt me op dat er voortdurend wel iemand de kerk binnenloopt, een gebedje prevelt, een kaarsje aansteekt. Het is goed dat er weer kerken open zijn gedurende de dag. Er is blijkbaar een nood bij mensen om even stil te vallen en te verwijlen.
Ondertussen belt mgr. Van Looy en zegt me dat ik welkom ben. Hij stelt voor dat ik bij hem blijf slapen. Een aanbod dat ik met heel veel dank aanvaard!
Ik rijd verder naar Hasselt. Tussen Bilzen en Hasselt ligt een prachtig fietspad midden natuurgebied. Zalig om door te rijden. Het doet goed na die onrustige N2.
Aangekomen in Hasselt herinner ik me dat ik ooit Hasselt ook aangeduid heb als bedevaartplek naar het heilig Paterke. Om de een of andere reden is die niet in mijn route terechtgekomen. Ik stop en kijk bij Google waar dat zou kunnen zijn. Op dat moment stopt een oudere man die uit tegenovergestelde richting komt. Hij vraagt of ik iets zoek. Ik vraag hem of de kerk met het heilig Paterke ver is. Hij begint enthousiast te vertellen en wijst me tot driemaal toe de weg. Het is helemaal niet ver. Dus ik rijd naar de kerk van de minderbroeders en ga daar even bidden bij zijn graf.
Ik eet mijn lunch op de bank voor de kerk en rijd dan verder naar Scherpenheuvel. Weer langs die vervelende N2. Stoplichten, veranderen van links naar rechts van de weg en dan weer andersom en telkens tweemaal moeten wachten aan stoplichten. Hobbels en lang gras dat langs mijn benen schuurt (in Vlaanderen is maai mei niet, maai de zomer niet), bergop, bergaf, wind tegen, wind in de zij, drukkende hitte… Onderweg vraag ik me af: ben ik nu op pelgrimstocht of op bedevaart? Is er wel een verschil? Het voelt niet aan als een leuk vakantietochtje.
Uiteindelijk kom ik - naar mijn gevoel - uitgeput aan in Scherpenheuvel. Het is kwart voor vier. Even bekomen, mijn laatste restjes water opdrinken, een appel eten en dan naar de basiliek om O.L.V. te bedanken voor de veilige rit en de toch weer mooie momenten die ik ervaren heb. Ik heb speciaal een noveenkaars aangestoken, want Scherpenheuvel is voor een Vlaming toch niet zomaar een bedevaartplaats.
Dan op weg naar het huis van Maria, de woonplaats van mgr. Luc. Ik word hartelijk ontvangen met een kleine verrassing: Toni Berek is er ook. Wat een fijn weerzien! Ik krijg een mooie kamer toegewezen. Lekker douchen en dan samen met mgr. Luc naar de vespers in de basiliek. Het samen bidden doet goed! Nadien word ik getrakteerd op een lekkere maaltijd en een heel fijn gesprek. Het is op die manier dus toch ook weer vakantie!
Dankjewel aan al de mensen die ik vandaag ontmoet heb, in het bijzonder voor de gastvrijheid hier in Scherpenheuvel.
Stilaan wordt het me duidelijk dat deze tocht een heel bijzondere ervaring is en zal zijn. Ik voel hoe ik, doorheen alles wat ik meemaak, weer meer mezelf lijk terug te vinden. En dat is toch een heel belangrijk doel van mijn onderneming. Ik ben God heel dankbaar voor dit moment en bid dat Hij mij en jullie allen verder mee begeleidt op deze tocht.
Geschreven door Dominiek.op.pelgrimstocht