We zijn aangeland in een vakantiekolonie. Het klimwerk naar de Col de la Sinne is heftig en kost veel inspanning. Daar staat tegenover dat we door de prachtige Gorge de Cians fietsen en rotsen in allerlei kleuren kunnen bewonderen. Vooral de rode rotsen hebben wij nog nooit gezien. Aan weerskanten van de col liggen dorpen, hoog in de bergen. De ene, Pierlas heeft iets met de familie Grimaldi van Monaco en opvallend vinden we de begraafplaats. In het andere dorp aan de andere kant van de col met de naam Ilonse, hebben we koffie gemaakt omdat er onderweg nul voorzieningen zijn. Wij vragen ons af wat mensen beweegt om in dit soort dorpen te gaan wonen. Je rijdt zeker een half uur over de smalle kronkelweg om op een doorgaande weg uit te komen. En dan moet je nog naar je bestemming. Op de fiets wordt je al draaierig van alle bochten, laat staan in de auto. De afdaling over de slechte weg gaat over 11 km en brengt ons weer tot beneden in een dal. Waar we niet op gerekend hebben is daarna nog een stijging van zo’n 400 m naar het dorp Isola. Met de warmte van de middag en al het klimwerk in de benen wegen de laatste loodjes zwaar. Ook blijkt de camping in Isola omgetoverd te zijn naar een desolaat camperpark dat nauwelijks bezet is. Ze gaan liever ergens gratis op een parkeerplaats staan, zo lijkt het. Isola blijkt geen hotel te hebben maar wel een vakantiekolonie waar kinderen kunnen aansterken. En wij ook ook. We gaan hier vast goed recupereren om morgen de Bonnet, retteketet (dank aan Ineke A.) op te rijden. Bijzonder is het kruis dat is neergezet ter nagedachtenis aan de wegwerkers die hier verongelukt zijn.
Geschreven door Jena.reisverhalen