Als ik wakker word, besluit ik om toch een dagje in Cienfuegos te blijven. De stad verdient wat meer aandacht dan een uurtje op het centrale plein én mijn lijf kan wel een rustdag gebruiken. Fysiek gaat het prima, maar ondanks de factor 50 ben ik flink verbrand en mijn zitvlak vindt een zadelvrij dagje ook heel prima.
Tijdens het ontbijt vraag ik Jesus hoe het zit met de inkomens in Cuba. Hij vertelt dat zijn vrouw een gespecialiseerd arts is en lang heeft gestudeerd. Haar maandinkomen was 65 CUC (iets meer dan 65 euro). Als elektrotechnisch ingenieur verdiende Jesus standaard 25 CUC, maar kon met extra klussen bij verdienen tot 60 CUC. Een straatwerker verdient 25 CUC. Maar hij kan er makkelijk een paar straten bij pakken en verdient dan het dubbele.
Zowel Jesus als zijn vrouw hebben hun baan opgezegd tbv de casa. Het is hard werken. Ze hebben flink klandizie nodig want een startlicentie kost al 100 CUC, daarnaast moet hij voor elke kamer 45 CUC per maand afdragen plus 10% van de winst. De overheid verdient dus heel goed aan de casas... het is een raar systeem. Zoveel goed opgeleide mensen die dan noodgedwongen deze move maken. Jesus vertelt dat ze het vooral voor het geld doen, hij wil hun kinderen graag laten studeren, maar ze doen het ook om mensen te ontmoeten. Ze hebben geen geld om te reizen maar op deze manier reist de familie een beetje over de wereld en kunnen ze engels oefenen. Ook zoon (18) en dochter (15). Later op de dag -als Jesus me trakteert op een biertje aan de Malecon (de boulevard)- vraag ik hem of hij zijn oude beroep niet mist. Hij antwoordt dat hij enorm in dubio zit want hij kan een goede baan krijgen in Equador, voor zijn vrouw en hem geen probleem, maar dan moeten ook de kinderen mee.... Dat zou betekenen dat hij zich aansluit bij de 25% cubanen die in het buitenland wonen....
In de ochtend verken ik Cienfuegos, maar het is te heet en te druk in de stad. Aan het begin van de middag gaat Jesus me op zijn scooter voor naar mijn nieuwe casa omdat die van hem vol zit. Het is de casa van zijn vrienden in de wijk Punta Gorda, de meest luxe wijk die ik tot nu toe heb gezien. De casa ligt praktisch aan de baai. Wat een contrast met de armoede onderweg...Deze mensen zijn allebei jurist en hebben ook hun baan opgezegd om een casa te runnen....Ik heb bijna de behoefte om hier een politieke partij te beginnen😜.
Het biertje midden op de dag hakt erin en ik kies voor een siesta in de hangmat op het dakterras van de casa. Ongelooflijk die cubanen, zo gastvrij. Je hebt een eigen kamer, maar ze vinden het volkomen normaal dat je daarnaast gewoon hun tuin, dakterras etc gebruikt. Privacy is hier geen groot ding.... in één ruk lees ik het boek 'As in tas' van Jelle Brandt Corsius uit. Gaat over fietstocht naar de middellandse zee met de as van zijn overleden vader (Hugo Brandt Corstius) in de tas. Fijn boek.
Aan het eind van de middag fiets ik naar de uiterste punt aan de baai. Volgens de Lonely Planet is er een mooi uitkijkpunt, maar het blijkt een viezig parkje. Een paar mannen houden me staande om te vragen waar ik vandaan kom. Eén van hen blijft maar zeggen 'I love you forever'. Volgens mij heeft hij geen idee wat-ie zegt😂.
En terwijl een vriendelijke man (uiteraard tegen een geringe betaling) op mijn fiets let, drink ik op een terras aan de Malecon (nog net voor het noodweer) een Pina Colada op mijn vrije fietsdag🏝☀️🍸Morgen bijna 90 km naar Trinidad.
Geschreven door Waar.is.Marieke