Vandaag gaan we varen naar de Tremitische eilanden zo'n 20 km uit de kust.
Jongeman nr 2 aan de receptie heeft het netjes opgeschreven: de kortste weg naar de haven, de ligging van de boot, de naam van de boot (= Freccia Azzurra).
Volgens jongeman nr 1 was het allemaal facile-facile, jaja voor inboorlingen waarschijnlijk wel.
Om kwart na acht zijn we in de haven ( was toch nog een hele wandeling) en schepen we in
Het eerste stuk gaat langs de kust om in de volgende stad nog een lading toeristien aan boord te nemen.
Het is een fantastische tocht over de blauwe zee afgeboord met groene heuvels en witte rotsen.
Dan recht de zee over en na 2,5 uur zijn we op het eerste eiland, hier 6 uur rondhangen zien we niet zitten en dus gaan we op zoek naar tickets voor de rondvaart rond de verschillende eilanden. Met enig heimwee denk ik aan de eilanden in de lagune van Venetië, ook weeral 10 jaar geleden. Daar zijn poortjes met de naam van de eilanden op, je loopt door het poortje en je staat op de juiste aanlegsteiger. Hier is Zuid-Italië en dus moet je het allemaal zelf uitzoeken. Met de hulp van omstaanders en de macho's van de boot lukt het.
Op die boot zit achter ons een koppel uit Luik ( de man is Italiaan) en zo overlopen we nog eens de procedure: met deze boot varen we rond de eilanden, de boot zet ons af op een ander eiland en daar nemen we op eigen houtje een boot terug naar het eerste eiland waar de Freccia Azzurra ons om kwart na vier komt oppikken.
De boottocht is op meer dan één manier sensationeel: onze gids houdt zich moeiteloos in evenwicht op de achtersteven van de boot. De gids is een jonge dame, " goed gemaakt van poten en oren" die ook showt wat ze in huis heeft. Daardoor heeft ze wel de onverdeelde aandacht van het mannelijk deel van de passagiers. Maar haar uitleg is echt wel goed ! Een paar keer varen we een grot binnen, de ene keer om de verschillende kleuren wieren te zien, de andere keer om de verschillende soorten gesteenten te zien.
Het hoogtepunt is echter een halte van de boot op een plaats waar een standbeeld van Pater Pio ( jaja, die van gisteren) verzonken ligt. De passagiers krijgen de kans het water in te duiken om te trachten het beeld te zien en misschien zelfs aan te raken. Tot mijn verwondering duiken er inderdaad heel veel het water in.
Na de tocht komen we dus op eiland nr 2, dit systeem zorgt voor de plaatselijke middenstand want iedereen heeft honger en dorst ...
De boot naar eiland nr. 1 nemen is simpel: de 'schipper' roept luidkeels telkens hij vertrekt voor een overvaart van maar een paar minuten.
Op dat eiland zoeken we eerst een terrasje in de schaduw, de zon brandt ongenadig verder zonder zich iets van de weersvoorspellingen aan te trekken.
We gaan een eindje de weg van het oude versterking op en vinden er zowaar een schaduwrijk plaatsje om te zitten en tot onze stomme verbazing is daar een nis in de rotsen waar een kerststal "overzomert"
Precies op tijd pikt de Freccia ons op en weer gaat het de zee over waar nu toch wolken opduiken, zou de plaatselijke Frank Deboosere toch nog gelijk krijgen.
De wind steekt meer en meer op maar het blijft droog.
Het is ruim 7 uur als we ontschepen, we zetten er fiks de pas in en na een douche zitten we om 8 uur aan tafel. We vinden het flink van onszelf.
Na het avondmaal krijgen de weergoden toch gelijk: het bliksemt en dondert en de regen plenst neer.
Het kan maar een beetje afkoelen want morgen gaan we nog één (kleine) etappe meer naar het zuiden. Ostuni: here we come !
Geschreven door Ernaroland.on.the.road