Als we opstaan zien we dat het zonnig is en het is niet eens zo koud vanmorgen. Na het ontbijt lopen we een korte trail op het park. De trail voert ons langs bordjes met uitleg over planten, bomen en dieren die hier voorkomen. Ze proberen hier de mensen wel iets bij te brengen over de natuur, maar de gemiddelde Amerikaan is denken we niet zo geïnteresseerd.
Ruim voor acht uur zijn we weer onderweg. Payson is een langgerekt plaatsje, met veel toeristische winkels, het ziet er een beetje rommelig uit. Er staan authentiek aandoende pandjes die zo in een cowboy film kunnen worden gebruikt. Of het ook echt oud is valt te bezien, er gebeurt veel om de toeristen een indruk van het wilde westen te geven. Vlak na Payson, wat op 1500 meter hoogte ligt, dalen we af. Het is een mooie omgeving, de naaldbomen worden kleiner en het landschap wordt steeds kaler en rotsachtiger. Als we onder de 1000 meter komen zien we opeens overal in het landschap saguaro cactussen, imposante grote catussen die wel 15 meter hoog kunnen worden. Er staan er heel veel in alle maten. De weg loopt schitterend door een zacht heuvelend landschap met overal cactussen en geel bloeiende struiken. In de verte zien we het blauwe water van het Roosevelt Lake schitteren in de zon. Roosevelt Lake is een stuwmeer dat gebouwd is in de jaren 1920 om Phoenix en omgeving van water te voorzien. Het waterpeil is op dit moment behoorlijk hoog, er staan frisgroene boompjes half onder water. Op het meer zien we verschillende visbootjes varen. Verderop rijden we via een grotere brug langs de stuwdam. Ondertussen zijn we al een paar plekken gepasseerd waar je een bootje te water kan laten, veel van deze recreation areas zijn nog gesloten. Op de weg passeren we een doodgereden gilamonster, een grote dikke zwart met gele hagedis die giftig is, het is een bijzonder beestje dat ongeveer 60 cm lang kan worden. Even verderop stoppen we om hem van nabij te kunnen bekijken. De kans is heel klein dat we een gilamonster in de vrije natuur tegenkomen. Ze eten maar eens per maand en verstoppen zich de rest van de tijd onder de grond. We nemen toch maar een foto, ondanks de platgereden toestand van het beestje. Voorbij de brug bij de dam is een jachthaven met overdekte bootstallingen, waar de boten beschermd worden tegen de felle zon. Bij het bezoekerscentrum nemen we even een kijkje en zien nog net een paar leuke kwartels, Gambels quail, wegvliegen. Bij de jachthaven is er vanzelfsprekend een restaurant en zijn er allerlei bedrijfjes voor watersport, het is big business. We vervolgen onze weg en nemen even verderop de afslag naar het Tonto National Monument. De weg er naar toe is niet geschikt voor lange voertuigen en aanhangers. De weg gaat met haarspeld bochten omhoog. Het monument blijkt te bestaan uit een steile helling met cliff dwellings, huizen die in rotsholten zijn gebouwd. Vanaf de parkeerplaats zien we ze hoog boven ons liggen. Het is inmiddels rond de middag en behoorlijk warm, maar toch maken we de 200 meter steile klim naar boven. Bij het bezoekerscentrum is weer de gebruikelijke informatie te vinden over de indianen die hier leefden, en zijn er gebruiksvoorwerpen te zien zoals pijlpunten en aardewerk. Ook wordt aangeraden water mee te nemen op de tocht naar boven. De omgeving is prachtig, we zien overal verschillende soorten cactussen en struiken staan, die vaak in bloei staan. Boven ons zweven er een handvol kalkoengieren rond. In een mooie rotsholte staan nog een aantal woningen van leem. Er staat ook een parkranger bij, want in het verleden klommen er mensen op de woningen, dat is nu niet meer toegestaan. Op foto’s in het bezoekerscentrum zagen we op een foto uit 1906 dat er in toen meer muren overeind stonden als nu. De ranger vertelt ons dat de muren die er staan nog origineel zijn. Ze worden wel om de twee jaar onderhouden, om verdere erosie, o.a. door regenwater, tegen te gaan. De daken van de woningen bestaan uit pijnboombalken, met daartussen cactusvezels, die weer besmeerd zijn met leem. Zoals we bij meer plaatsen hebben gezien is ook deze nederzetting rond het jaar 1400 om onbekende reden verlaten. De terugweg naar beneden is gelukkig minder inspannend als de heenweg en geeft een schitterend uitzicht over de saguaro cactussen op de berghellingen en het meer op de achtergrond. Onze volgende stop is Globe, een mijnstadje dat omringd wordt door enorme afvalbergen van de kopermijnen. Ergens onderweg zijn we weer gestegen want we zien geen saguaro cactussen meer, deze groeien niet boven de 1000 meter. Het is inmiddels halverwege de middag en we besluiten door te rijden via en mooie route richting Superior, een plaatsje op de route naar Phoenix. De omgeving is weer anders als de afgelopen kilometers, maar weer uitzonderlijk mooi, met grote rotspartijen en grote losse stenen. Als we net voor Superior een bordje naar een RV campground zien besluiten we daar te gaan kijken of er plek is. De Oak Flats campground ligt in een natuurgebied en is volgens de beheerder gratis. Voorzieningen, afgezien van toiletten, zijn er dan ook niet, maar dat is niet erg, we hebben alles bij ons en kunnen wel een aantal dagen vooruit zonder water te hoeven tanken of afval te moeten dumpen. Aan het eind van de middag zitten we nog heerlijk buiten te lezen in de schaduw, in de zon is het te warm. Voor het eten maken we nog een korte wandeling in de omgeving. We zien veel sporen van quads en crossmotoren, klaarblijkelijk is dat toegestaan in een natuurgebied. Als de zon ondergaat koelt het snel af, maar binnen in de camper is het dan aangenaam. We koken wat pasta en genieten van de rust.
Geschreven door Caroline.Bart