Eindeloze landschappen

Namibië, Keetmanshoop

Vandaag ontbijten we om 07:30 uur. Het ontbijt is buiten onder een afdak, in de binnentuin. Het is vannacht afgekoeld tot 19 graden en het is dus lekker buiten. We hebben in het Quiver Inn Guesthouse goed internet, dus hebben we de reisverslagen tot gisteren bijgewerkt en geüpload. Het ontbijt is lekker, maar echt Zuid Afrikaans, eieren met spek, een worstje, tomaat en toast. Voor we op weg gaan, doen we eerst boodschappen, omdat op onze volgende bestemming, de Kalahari (Kgalagadi) niet veel te koop zal zijn.
Onderweg maken we een korte omweg naar het quiver tree forest (kokerbomen bos), dat op de wereld erfgoed lijst staat. Vlak daarbij is de Giant’s playground, die we ook bezoeken. Ze liggen beiden op privé terrein en we moeten er voor betalen. Dat vinden we geen probleem, als het gebied dan maar goed beschermd wordt. Het is niet zo ver buiten Keetmanshoop. Het waait vandaag flink en we belanden eventjes in een soort stofmist, omdat de gravelweg pas is geegaliseerd, we zien geen 20 meter, gevaarlijk als je de tegenliggers niet ziet. Het kokerbomen bos telt inderdaad heel veel kokerbomen. Normaal zie je die vrij solitair staan, maar hier staan er honderden vlak bij elkaar. Ze groeien tussen grote afgeronde donkere steenblokken. De kokerbomen zijn er in alle soorten en maten, maar de meeste zijn tamelijk groot en zo’n 300 jaar oud, lezen we in het informatieblaadje. Tijdens onze wandeling zien we veel vogels en ook nog klipdassies, het is altijd leuk om ze te zien. Daarna gaan we naar de Giant’s playground, die een kilometer of 5 verderop ligt. De rotsblokken liggen hier op natuurlijke wijze bijzonder opgestapeld. Het lijkt inderdaad net of een reus hier met blokken heeft zitten spelen en stapels stenen heeft neergelegd. We zien hoge labiele torens en blokken die een poort vormen. We kijken er kort rond en gaan dan door, want we hebben weer een reis van ruim 4 uur voor de boeg.
De weg gaat al snel over in een gravel weg. De gravelwegen in Namibië zijn goed, maar het rijden gaat niet zo snel als op asfalt. Het landschap is wel mooi, maar ook eentonig, het is een vlak terrein met lage struikjes en aan de horizon bergen. Af en toe zien we een eenzame boerderij, de boerderijen liggen hier kilometers uit elkaar. We zien koeien, paarden, geiten en schapen. Na twee uur rijden komen we aan in Aroab, een dorpje 160 kilometer Oost van Keetmanshoop. Hoewel het plaatsje niet heel groot is zijn er toch redelijk wat voorzieningen, wat vooral opvalt is dat we zeven kerken tellen. Omdat we geen geschikte plek vinden om te lunchen stoppen we ongeveer 10 km buiten het dorp langs de weg. We nemen water en een dubbele boterham met kaas en tomaat. Daarna wordt het landschap aantrekkelijker en meer heuvelachtig, we zien rode duinen, maar ook zoutpannen. Er is ook meer begroeiing. Onderweg zien we nog een tiental gieren vliegen, de eerste die we zien.
De grens met Zuid Afrika is 40 km voorbij Aroab. Eerst passeren we de Namibische post, dan de Zuid Afrikaanse. De grenspost staat in de middle of nowhere. We gaan bij beide landen langs de immigratie en douane. We moeten ons brandhout inleveren, hoewel we dat in Zuid-Afrika hadden gekocht, het mag niet ingevoerd worden. Een paar kilometer achter de Zuid Afrikaanse grens ligt het gehucht Rietfontein. Een bordje geeft aan dat we op de Kalahari rode duinen route komen. Die duinen hadden we de laatste kilometers in Namibië al gezien, ze zijn vaak begroeid met lage grijsgroene struikjes, waartegen het oranje mooi afsteekt. De weg in Zuid Afrika is gelukkig weer geasfalteerd, dat rijdt toch wel sneller en beter.
Het landschap wordt groener en afwisselender en er komen meer heuvels en rotsen. Om half vier zijn we bij de ingang van het Kgalagadi Transfrontier Park, waar we ons inschrijven. We verblijven twee nachten in het hoofdkamp Twee Rivieren. Nadat we de etenswaren en koffers in het huisje hebben gezet gaan we nog een rondje safari doen. Eerst moeten we tanken en de bandenspanning verlagen, dat is beter voor het rijden op gravel en vooral mul zand. Om het park in te rijden moet je je permit ophalen bij de ingang en je bestemming opgeven. Deze permit moet telkens worden ingeleverd, het park sluit om 18.00 uur. Zo weten ze wie er in het park zijn en wie gestrand is of illegaal rondrijdt na 18.00 uur. Een paar kilometer binnen het park komen we bij een waterhole. We zien er veel oryx, ook met jongen, die al parmantige hoorntjes hebben van een centimeter of 20, struisvogels en een hartebeest. Later zien we ook nog springbokken. Heel ver weg zien we een secretarisvogel in het hoge gras lopen. We houden de tijd in de gaten om op tijd terug te zijn bij de gate. Halverwege onze rit zien we ze dan: stokstaartjes! Eigenlijk heel erg kleine beestjes, die bedrijvig heen en weer rennen in het gras en graven naar eetbare zaken. Eentje staat er op de uitkijk, op een hoger punt. Erg leuk om ze te zien. Op de terugweg zien we ook nog een paartje goshawks, prachtige grijsblauwe roofvogels met oranje poten. We zijn op tijd terug in het kamp en drinken eerst een biertje op ons terras. We hebben een leuk huisje met rieten dak en twee kamers met in totaal 4 bedden. We koken weer zelf en doen nog een was, onze schone kleding begint op te raken, hopelijk is alles weer droog tegen de tijd dat we vertrekken. Morgen staan we weer vroeg op, we willen om 07.00 uur, als het hek open gaat, meteen op safari, het is erg verslavend.

Geschreven door

Geen reacties bij dit reisverslag

 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.