Onze laatste hele dag in Zuid Afrika is aangebroken, we maken nog een wandeling over het Manyane complex en kijken naar de impala’s en parelhoenders die er rondlopen. Na het ontbijt checken we uit en maken we een laatste ochtendrondje door het park. Het is licht bewolkt vandaag en minder helder dan de afgelopen dagen. We hebben zo langzamerhand elk weggetje in het park gereden, en we willen nog een keer de Mangkwe route volgen, waar vorige keer de leeuwin liep. We gaan op weg en zien erg weinig dieren, het eerste dier wat we zien is een klein steenbokje, later zien we een aantal olifanten en twee neushoorns in de verte. Blij het gebied waar de leeuwin liep staan ook twee neushoorns, ze lopen wat verder van de weg af door de bosjes, er staat een kudde gnoes en wat zebra’s en wrattenzwijntjes, van de leeuwen geen enkel spoor. Later maken een stop bij een schuilhut, waar gisteren twee nijlpaarden in de poel zaten en vervet aapjes en wrattenzwijnen stonden. Nu is er van de nijlpaarden geen spoor, maar wel staat er een grote olifantstier van het water te drinken, hij zuigt water op met zijn slurf, en giet dat in zijn bek, waarbij een deel van het water er weer uitvalt. Je kunt zien dat hij geniet. Olifanten drinken minstens 70 liter water per dag. We gaan weer verder en nemen een route in het oostelijk deel van het park, die we nog niet helemaal hadden gereden. Ook daar zien we weinig wild, het is er dicht begroeid met struikjes. Maar wel een erg mooie omgeving, dat maakt ook veel goed. We maken een stop bij een schuilhut waar we nog niet eerder waren geweest, en er is een grote waterpoel, waar een aantal nijlpaarden op de kant staan, er is nog een verrassend klein nijlpaardje bij, een leuk gezicht. Verder is er niet veel te zien. We rijden weer terug naar Pilanescentrum en besluiten nog een keer langs de Mangkweroute te rijden, die is toch op weg naar de uitgang die we willen nemen. We rijden de route weer en zien onderweg nog steeds niet veel wild, het is een echte rustdag blijkbaar, we zien nog een aantal giraffen en zien ook een kudde olifanten lopen. Als we bijna het park uit zijn, zien we een opstopping van auto’s en we zijn benieuwd wat er te zien valt. Het blijkt een kudde olifanten te zijn, die deels op de weg loopt, waardoor het verkeer er niet langs kan. Uiteindelijk gaan ze wat aan de kant, hoewel ze vlak bij de weg blijven staan. Het is een kudde met nog een aantal erg jonge olifanten. We rijden verder en zien langs de weg nog een olifant lopen. Als we bij het laatste waterhole voor de ingang aankomen zien we een heleboel maraboes, een ooievaarssoort die aas eet, staan, en daar vlakbij staat een neushoorn. In onze achteruitkijkspiegel zien we de olifant achter ons naderen, hij loopt over de weg achter ons aan, maar gaat bij de waterpoel naar beneden om er te drinken. Het is een onverwacht mooi gezicht, een neushoorn, olifant, maraboes, zebra’s, gnoes, impala, waterbuck, ibissen en aalscholvers, allemaal bij elkaar bij het water. We zijn op ruim twee kilometer van de uitgang, een mooi afscheid van dit park. We rijden de poort uit en gaan via Rustenburg, een grote plaats, naar onze volgende bestemming: Maropeng. Onderweg passeren we een aantal platinamijnen, en in Rustenburg eten we wat. Na Rustenburg wordt het landschap erg mooi, hoge bergruggen met aan de top soms imposante rotspartijen. Na het plaatsje Magaliesburg, dat in een rivierdal ligt, wordt het landschap na een steile klim vlakker, we rijden dan op een hoogvlakte. In Maropeng slapen we in een luxe hotel, het ligt naast een museum over de Cradle of Humankind. Er zijn hier botresten gevonden van een mensachtige, die evolutionair gezien tussen aap en mens in staat. Morgen brengen we nog een bezoek aan het museum, voordat we naar Johannesburg doorrijden en de auto inleveren. ‘s Avonds eten we een driegangenmenu in het restaurant van het Maropeng hotel, het is allemaal zeer verzorgd en van hoog niveau. De chefkok maakt een praatje met ons, het is een jonge man met ambities. We hebben de laatste week veel zwarte Afrikanen ontmoet die zich aan de armoede hebben ontworsteld. Bij de laatste guesthouses was de gehele staf zwart Afrikaans en ook in het Maropeng hotel is er geen blanke te bekennen, een mooie ontwikkeling. We hebben gemerkt dat er ook meer zelfbewustzijn is gekomen, de verlegenheid, die we vroeger hebben ervaren als we met een zwarte Afrikaan spraken is ook verdwenen.
Geschreven door Caroline.Bart