Kgalagadi: van Twee Riveren naar Bitterpan

Zuid-Afrika, Twee Rivieren Rest Camp

Vandaag vertrekken we naar een ander kamp: Bitterpan, dat is een wilderness kamp met 4 huisjes in het zeer afgelegen middendeel van het park. We staan om 5.30 uur op, om alles in te pakken, lunch te maken en de afwas te doen. Om 07.15 uur rijden we het Twee Rivieren kamp uit richting richting Nossob, dat is een kamp op 164 km afstand. In Nossob moeten we ons melden en wordt de poort voor ons open gedaan richting Bitterpan, dat nog 54 km verderop ligt en alleen met een 4x4 te bereiken is via een smal zanderig spoor. We hopen onderweg naar Nossob nog veel moois te zien, maar moeten wel flink doorrijden omdat we het anders niet op tijd halen. Het heeft gisteravond nog lang geonweerd en het heeft toch wel hard geregend. Voor het eerst deze reis werpen we geen stofwolk op als we rijden. De natuur is opgefrist, het lijkt wel groener, maar misschien komt het omdat het stof van de planten is gespoeld. We zien al snel een luipaardschildpad oversteken, hij loopt langzaam op tamelijk hoge pootjes de weg over. Nu nog een echte luipaard zien, dat is toch wel onze grote wens. Ook zien we een aantal jakhalzen, eigenlijk zijn het maar kleine beestjes, maar wel erg leuk om te zien. Onderweg zien we oryxen, springbokken en hartebeesten, maar niet zo veel als op de andere route. Er zijn in het park twee grote rivieren, de Auob die loopt van Mata Mata naar Twee Rivieren en de Nossob, die loopt van het Noorden via Nossob naar Twee Rivieren. De Nossob vormt de grens met Botswana. Beide rivieren staan meestal droog, de Auob heeft één keer in de 10 jaar water, de Nossob één keer in de 50 jaar. Dan zien we een auto stilstaan langs de weg, een andere auto voor ons stopt ook, dat is altijd een teken dat er iets te zien valt. En dan zien we aan de rechterkant van de weg door het hoge gras een luipaard lopen, zij kijkt onrustig om zich heen, maar besluit toch de weg over te steken, pal voor de auto’s langs, die helaas een deel van ons zicht blokkeren. Met grote sprongen rent ze de tegenoverliggende helling op, maar het lukt ons een paar mooie foto’s te maken, wat een prachtig gezicht. De luipaard is relatief klein, dus waarschijnlijk is het een vrouwtje. Mannetjes wegen rond de 60 kg, vrouwtjes zo rond de 32 kg. Fantastisch dat we dit hebben gezien, het blijft altijd een toevalstreffer, als we 5 minuten later waren geweest, hadden we niets gezien. We rijden verder over de route, die grenst aan Botswana. De grenspalen staan langs de weg, soms links, dan rijden we in Botswana, soms rechts, dan rijden we in Zuid-Afrika. Het landschap is hier wijdser dan bij de andere route, Savannelandschap met af en toe een lage rotswand of rode zandduinen. Verderop steekt weer een schildpad de weg over. Onderweg zien we veel mooie roofvogels in de boomtoppen zitten, maar veel meer dan dat zien we niet. Nou ja, de gebruikelijke oryxen, springbokken gnoes, struisvogels en hartebeesten. We rijden met een gangetje van 40 tot 50 km, en stoppen af en toe voor een pauze bij een picknickplaats, daar zijn toiletten, want het is een lange rit naar Nossob.
Na de derde overstekende schildpad houdt het zien van beestjes op, we rijden op een verdiepte zandweg met aan weerszijden hoog gras en struikjes, ik kan daardoor nauwelijks wat zien, Bart kan soms nog net over het gras heen kijken. We zien ook veel struisvogels, soms met jongen, dat is een erg leuk gezicht. De ouders lopen aan weerskanten van het kleine grut dat keurig in een rijtje achter ze aan loopt. Dit keer zien we een ouderpaar met nog redelijk kleine kuikens, kennelijk broeden de struisvogels niet allemaal in dezelfde periode, want we hadden ook al veel grotere kuikens gezien.
Als we rond 13.00 uur in Nossob aankomen, hebben we geen bijzondere dieren meer gezien.
Na de lunch en na registratie vertrekken we rond 14.00 uur naar Bitterpan. De slagboom wordt voor ons open gedaan en we volgen een zandspoor. We rijden steeds over zandduinen, iedere keer als we omhoog rijden, worden we door elkaar geschud, de wielen van de auto’s voor ons hebben de weg hobbelig gemaakt, omdat ze omhoog extra kracht moeten zetten. We zien af en toe een oryx en veel kleine vogeltjes en dan steekt er weer een pofadder de weg over. We remmen en ik wil eigenlijk uitstappen om hem goed te kunnen fotograferen, maar durf niet echt. Een beet van een pofadder kan dodelijk zijn als die niet onmiddellijk wordt behandeld en we kunnen, omdat dit een eenbaansweg is, alleen maar vooruit rijden en het zou uren duren om in een kamp te komen met voldoende faciliteiten. Ik hang daarom maar uit het raam. De slang heeft mij ook in de gaten en richt zijn kop op, het is duidelijk een gifslang. Hij glijdt verder het gras in en en dan zie je pas hoe goed hij gecamoufleerd is, hij is nauwelijks meer te zien.
We hobbelen verder en zien verderop nog wat steenbokjes wegspringen door de struikjes. We zijn wel een beetje teleurgesteld, we hadden gehoopt in ieder geval hyena’s te zien. Op het zand van de weg zien we onderweg wel verse pootafdrukken staan: we bekijken ze beter en dit moet toch echt een pootafdruk van een hyena zijn: een grote hondenpoot met nagels, bij katachtigen zie je geen nagelafdruk. De hyena zelf is echter niet te vinden, heel jammer. Uiteindelijk bereiken we om 16.20 uur, na ruim twee uur rijden, het kamp, dat prachtig ligt tegenover een zoutpan. De huisjes staan op een rijtje van 4 met in het midden gezamenlijke keukenfaciliteiten. De huisjes staan op palen en zijn klein, zo’n 3 bij 3 meter, er staan aan weerskanten 2 bedden in, met in het midden een looppad naar de veranda. Elk huisje heeft een eigen ruime badkamer met toilet en grote douche aan de andere kant van een loopplank. De wanden van de huisjes zijn van canvas, het dak van golfplaat, toch is het erg verzorgd. De veranda kijkt uit over de pan en er is ook nog een zanderig tuintje ervoor met braaiplek. Om het kamp staat geen omheining, om het huisje staat een hekje van 1 meter hoog. Gisteren liepen er nog leeuwen langs het kamp, en soms liggen de leeuwen in de schaduw van de huisjes. Afgezien van twee mooie zwarte skinks (hagedis), een grote zwarte kever, en veel vogels, zien we helemaal niets. We koken in de keuken en praten met de andere 6 gasten, allemaal Zuid-Afrikanen. We zitten nog lang op de veranda en kijken uit over Bitterpan, die deels verlicht wordt. Helaas is er bitter weinig te zien. Wel is de sterrenhemel ongeevenaard mooi, we zien enorm veel sterren, er is hier geen enkele lichtvervuiling, het is prachtig.

Geschreven door

Al 1 reacties bij dit reisverslag

Een luipaard, eindelijk! En wat een prachtige foto!

Anne Marie 2018-05-31 08:27:46
 

Over deze reis
Aantal reisverslagen:
GPS afstand deze dag:
GPS afstand totaal:
Aantal foto's:
Laatste verslag:
Reisduur:
Reisperiode:

Of schrijf je reisverhalen via de app

Met de Pindat App kun je offline reisverhalen schrijven en foto's toevoegen. Zodra je weer internet hebt kun je jouw verslagen uploaden. Ook via de app plaats je gratis onbeperkt foto's.



Klik op 1 van onderstaande knoppen om de app te installeren.