Het is een prachtige ochtend, zonnig en warm. We gaan wandelen in het Tuzigoot National Monument, het park met een gerestaureerde pueblo, waar we afgelopen nacht uitzicht op hadden. Er is zoals gebruikelijk een klein museum waar iets over de locatie en de gebruiken van de indianen wordt verteld en getoond. Het is een korte wandeling naar de pueblo die op een heuvel ligt. De pueblo is deels gerestaureerd en was destijds waarschijnlijk 2 of 3 verdiepingen hoog. Op het pad zien we veel hagedissen, het zijn minstens 3 soorten die we zien. Na de pueblo nemen we nog een wandelpad de andere kant op, dit is een pad wat een beter uitzicht geeft op de lager gelegen moerassen. Deze vallei heet de Verde Valley, een groene vallei met vruchtbare gronden en zelfs een moerasgedeelte. Langs dit pad zien we ook weer veel razendsnelle hagedissen en heel veel planten in bloei, waarbij de felroze bloeiende cactussen het meeste opvallen. Op de terugweg richting hoofdweg slaan we nog af naar de rivier. Er is een parkeerplaats van waar je naar de rivier kunt lopen. Het is een mooie omgeving, met een snelstromende, ondiepe maar brede rivier. Vlak voor we weer op de hoofdweg zijn is er nog een afslag naar de Sycamore Canyon. Deze weg loopt langs het riviertje en geeft toegang tot de kopermijn die hier ooit was. De afvalhopen zijn diepzwart en niet te missen in het landschap. Als we terug rijden richting hoofdweg zien we een arend op een plekje naast de rivier landen en meteen weer opstijgen met een slang in zijn klauwen. De arend vliegt een boom in langs de rivier en pikt wat aan de slang, die hevig kronkelt. Hoewel we er redelijk ver vandaan zijn, aan de overkant van de rivier, hebben we er een mooi zicht op via onze cameralens en verrrekijker. We rijden verder, de Verde Valley is dicht bevolkt, er staan veel mooie huizen. Ook de weg richting Jerome, een oud mijnstadje, is best druk. Op weg naar Jerome verlaten we de vallei en stijgt de weg snel. Het plaatsje Jerome is tegen steile bergwanden opgebouwd. Veel huizen staan deels op palen omdat er te weinig vlakke stukken tegen de bergwand zijn. Wij bezoeken het Jerome State Historical Park. Daar was de oude kopermijn en het huis van de eigenaar van de mijn. Het museum bezoeken we niet, maar de installatie bij de oude mijnschacht is vrij toegankelijk. De mijnschacht is bijna 600 meter diep en de hijsinstallatie is nog van hout. Ook staan er wat mijnwagentjes en ander gereedschap.
Naar onze volgende stop is het bijna een uur rijden. Bij Tuzigoot hadden we al over het Montezuma Castle gehoord en we willen het graag zien zien. Montezuma Castle is een complex van grotwoningen, die in een mooie uitholling van de bergwand zijn gebouwd. Aan de voet van de berg met de grotwoningen loopt een riviertje. De grotwoningen zijn 5 verdiepingen hoog in de rotswand gemaakt. Via houten ladders konden de woningen worden bereikt. Ook bij lager gelegen gedeelten van de berg zijn woningen gevonden. Naast bewoning werden sommige kamers gebruikt voor opslag van het voedsel dat men hier verbouwde, maïs, bonen en pompoenen. De rivier is nu niet heel breed, maar komt soms, zoals in afgelopen februari vertelde men ons, tot de voet van de berg. Het is dus logisch dat de bewoners een plaats hogerop de berg zochten.
We vervolgen onze weg weer en rijden door het Tonto National Forest, een bos met dichtbeboste hellingen met Ponderosa dennen. Het wordt al snel rustiger op de weg. Er komen ook meer rotsen en het wordt steiler. Het eerste plaatsje waar we doorheen komen is Strawberry, Aardbei, genoemd naar de wilde aardbeien die hier voorkomen. Onderweg maken we nog een stop bij het Tonto Natural Bridge state park. De weg er heen stijgt erg steil omhoog en we dalen weer af in het dal voor het park. Het is maar een klein park, maar er zijn een paar leuke korte wandelingen te maken. We lopen eerst naar de waterval, een steile afdaling via trappen naar het riviertje toe. Bijna beneden is er een waterval die langs de poreuze wand met grotten naar beneden komt. De waterval is nu niet erg groot, het water sijpelt min of meer langs de rotswand, die dik begroeid is met mos en varens. Achter de waterval is een poreus gesteente met veel grotten en andere gaten. Na de steile klim weer omhoog vervolgen we het pad naar de natural bridge. Dat blijkt een gigantische brug te zijn van travertin, een poreus materiaal dat in de mooiste vormen geërodeerd is. Er zijn diverse mooie uitzichtpunten en er is weer een kleine waterval die zich vanaf de boog zich naar beneden stort.
Als we het park verlaten wordt het tijd om een plaats voor de nacht te zoeken. We zien een bordje naar een campground, Houston Mesa, en proberen of er nog plaats is, dat is er gelukkig. We staan weer in de vrije natuur, in een state park. Voorzieningen als electriciteit en water zijn er niet, maar dat is niet erg. Er wordt gewaarschuwd voor beren, maar we verwachten niet dat we ze zien. Ook zien we geen recente sporen van andere grote dieren, maar je weet het maar nooit. Wel horen en zien we net als bij andere plaatsen veel vogels.
Geschreven door Caroline.Bart