Vandaag zijn we weer vroeg wakker, om 6 uur staan we op om ons gereed te maken voor een dag Kgalagadi Transfrontier Park. Vandaag willen we de route naar Mata Mata rijden. Dat is een kamp aan de grens met Namibie. We mogen om 7.00 uur het park in en rijden om 7.05 uur de poort uit. Het is 15 graden en we zien een mooie zonsopkomst. Helaas is het daarna zwaarbewolkt. Onze eerste indruk is dat het park veel groener is dan verwacht. Wij dachten dat het meer woestijn zou zijn, misschien komt het omdat onze route een rivierbedding volgt. De toppen van de duinen zijn rood, maar wel begroeid met grassen en lage struikjes. Het eerste stuk van de route zien we geen wild. Daarna zien we heel veel oryx en springbokken. Ook zijn er erg veel struisvogels. Zoals overal in Zuid Afrika zijn er erg veel vogels, de meeste soorten kennen we niet, maar er zijn mooie kleurige exemplaren bij. Ook zien we nog een aantal jakhalzen. De lucht ziet er al de hele tijd uit alsof het gaat regenen. En we zien dan ook een paar druppels op de voorruit vallen, maar regen mag je het niet echt noemen. Opeens zien we aan de linkerkant van de weg een soort vosjes met grote oren. Het blijken vier bat-eared foxes te zijn, leuke diertjes om te zien. Ook zien we overal grondeekhoorns en stokstaartjes. Vooral de eekhoorns zijn leuke beestjes met een dikke staart. Langs de rivierbedding zijn regelmatig waterputten voor de dieren gemaakt, meestal staan er oryx, springbok, gnoes en struisvogels. Daar zijn er zoveel van dat je er niet meer van op kijkt. Bij een picknickplaats staat een oud verlaten boerderijtje, het is gerestaureerd en nu is er een museumpje, over het armetierige leven van de boeren in dit gebied. Slechts op een beperkt aantal plaatsen mag je uit de auto en zijn er toiletten en picknick plaatsen. Van de toiletten maken we altijd dankbaar gebruik want we zitten uren in de auto. Even verderop horen we dat er leeuwen gezien zijn. En ja hoor, we zien een opstopping van auto’s en even later zien we twee mannetjes leeuwen onze kant op lopen, daardoor staan we eerste klas. De leeuwen lopen op nog geen meter afstand langs de auto. Een van de leeuwen heeft een ontstoken en zo te zien blind linker oog, maar kan daar klaarblijkelijk nog wel mee leven. We volgen, achteruit rijdend, de leeuwen een tijdje, maar dan hebben we genoeg gezien en gaan we door. Verderop zien we het kaal gegeten karkas van een giraffe, alleen een stuk huid en de ribbenkast liggen er nog. Later zien we een giraffe naast de weg van een acaciaboom eten. Onderweg zien we steeds heel veel oryx, springbok en gnoes, de rivierbedding is vruchtbaar grasland en de dieren eten er goed van. De rivierbedding en heuvels zijn erg groen, met verrassend veel tamelijk hoge bomen. Hoewel de rivier meestal droog staat schijnt er een ondergronds water te stromen. Om 12.30 uur zijn we in het Mata Mata kamp, dat ligt aan de grens met Namibië, er is zo te zien een ‘echte’ grenspost. Wij lunchen wat op het kampeerterrein. Dat blijkt vol met holen van grondeekhoorns te zitten, ook zien we een yellow mongoose lopen. We eten onze lunch in een wildhut op, omdat het heel hard waait, maar meer als de eekhoorns en in de verte oryx zien we niet.
Op de terugweg moeten we nog haast maken, we moeten voor 18.00 uur binnen zijn, en het is 122 km rijden naar ons kamp Twee Rivieren, De gravelwegen zijn goed, dus we kunnen voldoende doorrijden, de maximum snelheid in het park is 50 km/uur. Plotseling ziet Bart een slang midden op de weg, hij kan deze nog net ontwijken. We rijden terug om goed te kijken. De slang gaat langzaam naar de kant van de weg en verdwijnt in het struikgewas, het is een mooi getekende slang, maar erg dik, en enigszins afgeplat, het is een pofadder van een meter lang.
Verderop zien we een mannetjes leeuw met mooie donkerbruine manen naar een waterhole lopen. De donkere manen zijn een kenmerk van de leeuwen in de Kgalagadi. Bij de waterhole wachten we de leeuw op, die rustig komt drinken en zich niet aan onze auto stoort, we horen hem lebberen van het water, hij heeft grote dorst. Iets later zien we onder een boom nog twee jachtluipaarden of cheetahs liggen, onze dag kan niet meer stuk, het was een topdag om zoveel roofdieren te zien. Ook zien we nog een aantal secretarisvogels, prachtige blauwgrijze roofvogels die op hoge poten door het gras lopen, op zoek naar reptielen. Ze wandelen, meestal met z’n tweeën door het terrein. Kori bustard, een andere grote vogel, hebben we ook vaak gezien.
Terug in het kamp tanken we weer vol voor morgen, de auto heeft een 150 liter tank, goed voor ongeveer 1500 km. Bij het huisje drinken we een biertje en leggen een vuurtje aan met nieuw gekochte houtblokken. Het is om 19.00 uur al donker en dan is zo’n vuurtje heel gezellig. We eten buiten, maar halverwege moeten we naar binnen, vanwege de regen, het gaat steeds harder spetteren en het onweert behoorlijk. Dit is wel de laatste plek waar we regen verwacht hadden, maar de hele avond vallen er druppels en onweert het. Soms dichtbij, maar vooral aan de gehele horizon boven Botswana zien we heel vaak weerlichten.
Geschreven door Caroline.Bart