Vandaag zijn we weer niet heel vroeg uit bed. Dat komt misschien ook omdat het laat licht is, pas tegen 7.00 uur. We ontbijten met yoghurt, muesli, sap, thee en koffie. We hoeven vandaag niets in te pakken, dus zijn we, na de afwas, toch om 8.00 uur op weg. Grenzend aan het restcamp is de veerpont naar Namibië, het is een klein vaartuig waar net twee auto’s op kunnen. Langs een kabel vaart het de Oranjerivier over, maar het veer is momenteel buiten gebruik. Als we het Richtersveld National Park binnenrijden zien we sporen van mijnbouw. Op diverse plaatsen in het park is mijnbouw, maar we zien er niet veel van, de mijnbouw bevindt zich meer aan de randen van het park. In het park zijn bergen tot 1300 meter hoogte, de rotsen bestaan uit diverse steensoorten, we zien zandsteen, marmer, zwarte lavalagen, ronde gebarsten granieten stenen in bruinrood en grijs. De verschillende kleuren zijn overweldigend, rood, groen, zwart, wit en oranje. We zien afgeronde stenen, gebarsten stenen, verbrokkelde stenen, zandsteen, kortom: heel veel stenen. Er zitten redelijk veel strepen wit en roze marmer in de rotsen. De wegen lopen over de bergen heen, we rijden vandaag over diverse passen. De eerste pas is de Halfmens pas, genoemd naar een soort cactus die wel wat weg heeft van een menselijke figuur. De pas is goed te rijden. Onderweg komen we langs de Hand of God, een natuurlijke uitholling in de vorm van een hand. De volgende pas, de Akkedis ofwel hagedis pas, is steil en hobbelig, in de weg zitten veel keien en er zijn heel steile hellingen. Een 4x4 auto is hier echt noodzakelijk, we worden in de auto heen en weer geslingerd door het ruwe pad, maar de omgeving is prachtig. Het ene uitzicht is nog mooier dan het andere. Na de Akkedis pas rijden we naar een kampeerplaats aan de Oranje rivier. Het eerste deel voert voert ons over een vlakte die is omgeven door bergen. Op de vlakte zien we twee struisvogels lopen. We passeren een aantal lege kralen voor vee en later zien we een paar veehoeders met een kudde geiten en schapen. Het terrein gaat weer over in een rotsachtig gedeelte, Het laatste stuk naar de Oranje rivier loopt via een riviertje tussen het riet door. Er zitten verschrikkelijke kuilen in het pad en hier en daar rijden we door het water, maar de tocht is schitterend. Het De Hoop camping site ligt schitterend aan een stroomversnelling in de Oranje rivier, aan een zanderig gedeelte in een bocht. De kampeerplaats is volledig in de vrije natuur, maar heeft wel mooie toiletten. Al met al heeft het ons, door het ruwe terrein en de vele foto momenten onderweg, bijna 3 uur gekost om er te komen. Na een korte wandeling en wat te drinken rijden we verder richting Kokerboomkloof, waar in de buurt mooie uitzichtpunten zijn. We zien hier geen dieren, hier en daar wat vogels, dit park moet het hebben van de prachtige landschappen. Het landschap is overweldigend mooi, de stilte is imposant, alleen een plek met schaduw om te lunchen kunnen we niet vinden. We eten dus maar ergens op een vlakte buiten de auto. De temperatuur valt wel mee, het is ongeveer 23 graden, zelfs in de zon is het best uit te houden, hoewel deze heel fel schijnt.
Na een tijd rijden komen we uit op een gigantische vlakte, de springbokvlakte, deze is omgeven door bergen. De vlakte is zanderig en hier en daar begroeid met schaarse lage struikjes. Springbokken en ander wild zien we echter niet. Af en toe zien we wat vogels, maar deze zijn er alleen waar er wat hogere struiken en boompjes staan. We slaan af naar een uitzichtpunt bij de Tatasberg. De granieten rotsen zijn er glad en koepelvormig, met afschilferende bovenlagen. Het eindpunt kijkt uit over een andere vlakte en het uitzicht is erg indrukwekkend. Als we goed om ons heen kijken zien we in de luwte tussen de rotsspleten kleine vetplanten staan. In dit park komen ontzettend veel verschillende soorten voor, maar de meesten zijn piepklein. Sommige vetplanten hebben miniscule bloempjes. We rijden verder richting Kokerboomkloof en passeren nog wat prachtige rotsen. In de kloof staan inderdaad veel kokerbomen, maar een aantal van de kokerbomen is dood en ze zien er verdroogd uit, het is een hard bestaan voor de planten en dieren in dit droge park. Het is halverwege de middag en we moeten weer terug naar ons huisje in Sendelingsdrif. Het is best nog een stuk terug en we proberen dan ook een beetje door te rijden. Dat lukt op de meeste stukken echter niet. De paden zijn slecht en hobbelig en zijn zelfs voor terreinwagens nog een uitdaging. We worden zo heen en weer geschud dat mijn fitbit dit als stappen telt, aan het einde van de dag zou ik 16.000 stappen hebben gezet en 237 trappen hebben beklommen! Dat geeft wel aan dat we hobbelige paden hebben gereden met veel hoogteverschillen. Ook rijden we nog een stuk door een zanderige rivierbedding vol stenen en hotsen en botsen daar helemaal alle kanten op. Gelukkig blijven we niet steken in het mulle zand. De laatste 15 kilometer rijden we via de Helskloof pas, met aloë's die alleen hier voor komen. Deze naam is niet voor niets gegeven, het is de hele weg slingeren, stampen en hobbelen. De omgeving blijft mooi en indrukwekkend, maar de wegen zijn echt verschrikkelijk. Het Richtersveld staat bekend als een erg mooi en ruig, maar weinig bezocht gebied, omdat het in een uithoek van het land ligt en slecht bereikbaar is. Maar we denken ook dat niet iedereen bereid is over dit soort wegen te rijden, zelfs niet met een 4x4. We zijn net met zonsondergang om 18.00 uur weer terug op de hoofdweg, wel gravel, maar in goede staat. Gelukkig lukt het ons voor donker in een half uurtje bij ons huisje te komen. De biertjes en het eten smaken heerlijk.
Geschreven door Caroline.Bart