Ik sta extra vroeg op want ik wil rond 11.00 in Brienne-le-Château zijn. Voor die tijd wil ik nog even langs het Château de Chambertin rijden, de plek waar Napoleons favoriete wijn vandaan kwam. Met
325 kilometer in de planning wordt het een grote sprong vandaag.
Met het zonnetje laag aan de hemel vertrek ik vanaf het Ibis-budget hotel en volg TomToms aanwijzingen in de richting van het Bourgondische plaatsje
Gevrey-Chambertin. De weg snijdt dwars door een langgerekt gebied van wijngaarden en ondanks het vroege tijdstip zijn er overal mensen aan het werk. Zou de druivenpluk al begonnen zijn? Als ik het stadje inrijd zie ik een gebouw staan waarvan ik eerst denk dat het een kerk is, maar bij nader inzien denk ik dat ze hier
Bacchus vereren....
Volgens de overlevering werd de Chambertin al in de 12e eeuw aangeplant door een
"Monsieur Bertin". Zijn wijngaard werd Champ de Bertin genoemd ("Veld van Bertin"), later verbasterd tot Chambertin.
Deze Chambertin behoort nu tot de beste wijngaarden van deze streek. Volgens grote wijnkenners als Harold Hamersma, Hubrecht Duijker en wie weet Thérèse Boer zijn de wijnen uit deze wijngaard uiterst "mannelijk". Chambertins zijn in hun jonge jaren
vol, krachtig en streng, gestructureerd en vlezig, met smaaktonen van zwart bosfruit, drop en koffiebonen. Na rijping verzachten de wijnen en ontwikkelen zich tot rijke, geconcentreerde, gulle en warmbloedige wijnen. (Ik had het zelf kunnen bedenken.) Je moet ze trouwens wel minimaal 10 jaar bewaren, om hun zachtheid volledig te laten ontwikkelen. Ik ben daarentegen een aanhanger van het credo van “wijngeer” Ilja Gort:
“Wijn moet je niet bewaren, wijn moet je drinken!” Dus ik ben bang dat deze wijnen het in huize Krakau niet tot hun volle, zachte wasdom zouden brengen.
De Chambertin was de favoriete wijn van Napoleon en men zegt zelfs de enige die hij lustte. Een wijnliefhebber was hij zeker, want gedurende veldtochten liet hij soms wel
20.000 flessen wijn in zijn logistieke trein meenemen, waarbij ik er vanuit ga dat hij die niet allemaal voor zichzelf hield.
Ik denk dat de eigenaren van het wijngoed een stulpje aan de Franse Riviera hebben aangeschaft, want het Chateau staat er wat zieltogend bij.
Na een foto van Warhorse voor het Chateau ten bewijze dat ik er écht geweest ben, stuur ik mijn ijzeren wapenbroeder verder in noord-westelijke richting. Ik ga naar
Brienne-le-Châtteau, het plaatsje waar de kleine Napoleone Buonaparte, zoals zijn Corsicaanse naam officieel luidde, naar de militaire school ging. Het gebouw bestaat nog en er is een klein museum gevestigd, gewijd natuurlijk aan Napoleon.
Routeplanner TomTom laat zich van zijn beste kant zien en schotelt mij een mooie route voor. Als ik hier vertel dat het niet lang duurt voordat ik een onbeheerste giechel uitstoot en begin te zingen, dan weet de oplettende lezer wel hoe laat het is.
Het landschap waar ik doorheen rijd verschilt als dag en nacht met de ruige natuur die ik de afgelopen tijd heb gezien, maar ik weet er toch van te genieten. Het is er glooiend en groen, nu en dan landbouwgrond, dan weer dicht bebost. En altijd weer die
typische ingeslapen Franse dorpjes. Op het verlaten dorpsplein staat nu een automaat waar je met een paar euro's en een druk op de knop een warme baguette kunt kopen of zelfs een pizza. De boulanger, patisserie en het dorpscafé zijn permanent gesloten. Jammer vind ik het wel, de ziel is er een beetje uit.
Tweeënhalf uur later parkeer ik Warhorse in de
Rue de l’ Ecole Militaire nr. 34 te Brienne-le-Château.
Het gebouw waar Napoleon van zijn 9e tot zijn 15e werd opgeleid en in zekere zin ook opgevoed is niet groot. Het was een van de 12 voorbereidende scholen voor de Militaire Academie in Parijs. Benedictijner monniken gaven les aan ongeveer 60 leerlingen (“pensionnaires”) uit gegoede families en 60 jongens met een beurs uit de arme aristocratie. Napoleon behoorde tot de laatste.
Afgezien van de lessen over militaire vestingwerken werden er op de school eigenlijk alleen traditionele lessen gegeven, namelijk: Frans, Latijn, wiskunde, geschiedenis, aardrijkskunde, tekenen, muziek en schermen.
Volgens de schoolregels was de jonge Bonaparte vijf jaar lang van zijn familie gescheiden. Het schoolleven was doelbewust sober, de discipline was streng en het klimaat in de Champagnestreek (bijzonder streng in de winter) maakte de kleine, onverwarmde kamertjes waarin de pensionnaires leefden bijzonder onaangenaam.
Napoleon had het op school niet makkelijk. Hij werd door zijn schoolgenoten als minderwaardig beschouwd door zijn lage adellijke afkomst, dikke Corsicaanse dialect en zeer gebrekkige Frans. Hij zonderde zich af en placht in zijn studie te vluchten, iedereen wantrouwend die hem pestte. Napoleon slaagde voor zijn eindexamen op 30 oktober 1784 en werd uitverkoren om naar de Militaire Academie in Parijs te gaan.
Het is een aardig museum, maar ook niet meer dan dat. Het bestaat uit drie zalen; de oude eetzaal van het personeel heeft als thema het leven en de organisatie van de school en Napoleons tijd daar. Er is een inschrijvingsformulier te zien dat is ingevuld door zijn vader, Charles. De twee andere zalen brengen summier de Franse campagne van 1814 in kaart, met enkele kaarten, diorama's en gravures die de verschillende fasen van de veldslagen laten zien. Een kleine collectie wapens, munitie, uniformen en wat uitrusting van deze slagvelden pogen de tentoonstelling te completeren. Boven de ingang van de school staat een standbeeld van de jonge Napoleon ten tijde van zijn verblijf in Brienne.
Dit alles gezien hebbende, rijd ik al
mompelend, zingend en giechelend door naar mijn laatste hotel in Frankrijk, in
Pontavert, op nog geen 70 kilometer van de Belgische grens.
Geschreven door Warhorse