Het regende een beetje vannacht. Weeronline doet voor de komende dagen
onheilspellende voorspellingen. Ik hoop dat het voor vandaag nog een beetje meevalt. Als ik Warhorse onder zijn zeiltje vandaan haal, zie ik tot mijn grote genoegen dat hij droog is gebleven. Voor vertrek krijgt hij het laatste beetje van de meegebrachte motorolie geserveerd. Dat mag ook wel na
3500 kilometer over de kasseien van de DDR te zijn gegeseld.
Tussen de hoge toppen van de bomen zie ik dat de zon zich nog steeds laat zien. Het waait wel weer erg hard, je ziet de boomtoppen behoorlijk heen en weer bewegen en af en toe klinken knappende geluiden als de boomtakken elkaar raken. Nadat ik Warhorse heb bepakt en m'n caravannetje opgeleverd, druk ik kort op de startknop. Zoals iedere keer tijdens deze tocht, start Warhorse zonder aarzelen. Met een rustig gangetje rijden we via het bospad de camping af.
Ik verschil al snel weer van mening met TomTom over de te volgen route, dus de eerste kilometers negeer ik hardnekkig zijn aanwijzingen. Als het me te lang gaat duren voordat Tom tot inkeer komt, zet ik het apparaat uit. Met een snelheid van 90 kilometer per uur rijden we over het glooiende landschap naar de
Rügenbrücke, onze route van het eiland af. Met enigszins gemengde gevoelens, dat wel, want ik voel dat het einde van mijn tocht nadert. We gaan weer in Westelijke richting en vandaag rijd ik route nummer 13, de op één
na laatste etappe van mijn reis.
Al op de brug zie ik Rügen langzaam in mijn spiegels verdwijnen. Niet achterom kijken nu, voorwaarts de toekomst in! Ik heb nog minimaal twee mooie routes in gedachten, dus dat wordt genieten. Alsof de weergoden mij gehoord hebben, kletst de eerste motregen van die dag in mijn gezicht. Als je honderd rijdt, voelt dat alsof de buurman weer met zijn bladblazer loopt te spelen en een laag zand en steentjes in je gezicht straalt.
Na de stad
Stralund wil ik zo snel mogelijk weer op mijn scenic route, maar na de eerste 10 kilometer dwingt de inmiddels traditionele
"Totalsperre" mij een andere kant op dan gepland. Hierdoor raakt Tom weer van de kaart en tot mijn grote frustratie dien ik 75 kilometer over de snelweg richting
Rostock te rijden. Ik moet óf Tom beter leren manipuleren óf ik heb een ander apparaat nodig dat doet wat ik nodig heb. Maar ondertussen jagen we dus weer met100 kilometer per uur over de snelweg. De regen striemt in het gezicht en we worstelen tegen de westenwind in die aan alle kanten vat probeert te krijgen op onze bagage. Na Rostock stopt het met regenen en komen we weer op de mooie landelijke wegen terecht. Tot mijn verbazing is het hier vrij warm en nog kurkdroog. Mijn ingepakte gestalte met snugpack onder m'n motorjas, regenbroek en sjaal voor m'n gezicht moet de oplettende kijker toch enigszins overdreven overkomen.
Onderweg doe ik nog het
"DDR Oldtimer Traktoren, LKW & PKW Museum" aan. Een ander zou het een "junk yard" noemen, maar voor de eigenaar is het een museum. Voor drie Euri mag ik zo lang ik wil ronddwalen tussen de tientallen mechanische relikwieën uit het DDR tijdperk. Het is niet druk. Ik ben samen met een
kudde geiten de enige bezoeker.
Zo tussen alle schuurtjes en hokjes zie ik toch nog wel enige
vehikeltjes, waar de liefhebber zijn vingers bij af zou likken. Geen idee of de man ook verkoopt. Na een minuut of twintig houd ik het voor gezien en vertrek.
Ik geniet nog even van het laatste stuk van de route. De wind plukt nog steeds aan Warhorse met de bagage, maar dat kan me niet bommen: de zon schijnt en de route is mooi.
Bij het badplaatsje
Kühlungsborn staat nog een
Wachtturm. Sinds het drielandenpunt BRD, DDR en Tsjechië is dit pas de tweede die ik weer zie. Bij Prora zag ik er ook één.
Wat ik zie is volgens mij een van de eerste betonnen wachttorens, want de "pijp" waarop de kansel staat is hoog en smal. Vanaf windkracht 6 mocht de toren niet meer gebruikt worden, omdat hij dan gevaarlijk stond te wiebelen. Er stonden 27 torens van dit type langs de DDR Oostzeegrens.
De toren werd
bemand door 2 "Grenzer", die van hieruit een gebied van 12 zeemijlen (= dik 22 kilometer) konden overzien. De shift duurde 6 tot 12 uur en elke verdachte beweging moest worden geregistreerd. Het strand en de Oostzee werden doorzocht met een krachtige verrekijker. Via een constante telefoon- en radioverbinding met de grenscompagnie werden verdachte waarnemingen gemeld en werd de inzet van helikopters, zoekpatrouilles en grens- en marineschepen in gang gezet. Een zoeklicht op het dak diende om bij nacht de directe omgeving van de toren af te kunnen zoeken en werd van binnenuit bediend.
Ik geloof dat dit de enige van de 27 torens is die bewaard is gebleven.
Als ik door het centrum van Kühlungsborn rijd, zie ik dat ook hier een
menigte Zombies de straten overspoeld heeft. Voor de zekerheid verlaat ik het stadje zo snel mogelijk.
Redelijk op tijd kom ik aan op een camping in Rerik. Hier heb ik weer een
"Pod" kunnen bemachtigen als onderkomen voor de nacht. Nog een kleine 100 kilometer scheiden mij van het eindpunt van dit motoravontuur,
de grensovergang bij Priwall.
Geschreven door Warhorse