Toen Napoleon op 7 maart in Grenoble aankwam, had zijn “gezelschap”
in 7 dagen zo'n 325 kilometer, merendeels te voet, afgelegd. Bij
extreme temperaturen, sneeuw, via onooglijke wegen, paadjes en bergpassen van over de 1200 meter hoogte.
Hij moest onderweg constateren dat de weg van Antibes naar Grenoble, waarvoor hij in het verleden opdracht had gegeven om aan te leggen, nog niet af was. Hij was al bij Castellane gedwongen zijn rijtuigen, wagens én zijn geliefde kanonnen achter te laten. De weg was daarna niet meer dan een “geitenpad”, waar de mannen slechts achter elkaar overheen konden lopen, met een eventueel
muildier of paard aan de hand.
En
Napoleon had haast, véél haast. Hij was vooral bevreesd dat de in Marseille gelegerde troepen hem bij Sisteron de pas af zouden snijden. Pas toen hij dáár zonder tegenstand voorbij was, kon hij hopen op een terugkeer in Parijs.
Dat de Keizer de eerste dagen geen tegenstand van betekenis ondervond, kwam onder andere doordat pas na 4 dagen zijn “invasie” in Parijs bekend werd.
Frankrijk beschikte in 1815 al over de
Chappe-telegraaf. Dit is een ingenieus berichtensysteem, uitgevonden door de Fransman Claude Chappe, waarmee door middel van in serie geplaatste seinpalen met grote snelheid optische berichten konden worden doorgegeven. In 1794 werd hiermee voor het eerst een bericht verzonden over een afstand van
220 kilometer in maar dertien minuten. Een boodschapper te paard haalde slechts tussen de 120 en 150 kilometer per dag. Helaas voor Koning Louis XVIII liep deze lijn in 1815 nog niet door tot Toulon, waardoor de melding van Napoleons terugkeer eerst door een boodschapper te paard van Marseille naar Lyon gebracht moest worden.
Napoleon bleef 2 dagen in Grenoble voor hij verder trok. De noodzaak om snelheid te maken was nu minder hoog, want zijn leger was per slot van rekening significant sterker geworden dan de 1000 man waarmee hij bij Antibes aan land stapte. Hij trok daarbij het arsenaal van Grenoble leeg, waardoor hij nu ook weer kanonnen had.
Toen de #Usurpator op 10 maart voor de poorten van Lyon verscheen, herhaalden zich ook hier de taferelen waarbij soldaten juichend overliepen naar de Keizer. De garnizoenscommandant vluchtte met zijn staf, voordat zij gevangen konden worden genomen.
Als ik mijn bagage aan Warhorse bevestig, weet ik dat het een lange dag in het zadel gaat worden. Ik wil eerst naar Lyon, omdat daar één van de weinige overgebleven werkende
“Tour de Chappes” staat. Daarna rijd ik binnendoor via de provinciale weg naar een overnachtingsplek zuid van Gevrey-Chambertin, waar de lievelingswijn van Napoleon vandaan komt.
Het is nog koud, maar ik heb me goed aangekleed. De tijden van mij drijfnat uit mijn motorpak “pellen” zijn denk ik voorbij. Aan deze kant van de Alpen zijn de temperaturen duidelijk anders.
De pret is er niet minder om. Door een mooie omgeving en via lange bochten suis ik op Warhorse verder naar beneden om uiteindelijk bij
Vienne de bergen uit te komen. Het eerste dat ik zie is de kalm stromende rivier de
Rhône.
Via wat stukjes autoweg rijd ik naar mijn eerste beoogde reisdoel: de seintoren bij Sainte-Foy-lès-Lyon, hoog op een heuvel boven Lyon. Dit exemplaar werd gebouwd in 1821 en maakte deel uit van de telegraaflijn die Lyon met Toulon verbond totdat het in 1852 buiten gebruik werd gesteld door de komst van de elektrische telegraaf. Het bouwwerk is prachtig gerestaureerd en ondanks dat je er verder niet in kunt, kun je met een beetje fantasie (en dat heb ik) precies zien hoe het gewerkt moet hebben.
Dwars door Lyon,
niet tegengehouden door milieuzones, rijd ik vervolgens in noordelijke richting. De stad langs de Rhône doet mij sterk denken aan Luik. Het stadsverkeer is niet al te druk en de TomTom leidt mij er, de vele stoplichten ten spijt, keurig doorheen.
Hoewel de zon schijnt, is het buiten de stad fris en er staat een straffe noordelijke wind. Ik heb de tijd, dus we pakken lekker de provinciale wegen. Het gebied waar ik doorheen rijd is landelijk en glooit rustig op en neer. Het asfalt is goed onderhouden en we kunnen goed snelheid maken. We houden waar mogelijk een kruissnelheid van tussen negentig en honderd kilometer per uur aan en ik merk dat Warhorse met dat toerental op zijn lekkerst rijdt. Af en toe lui schakelen, langzaam draaien aan de gashendel bij bochten en heuvels, we vermaken ons opperbest. Bij een kerkje in zo'n typisch Frans plaatsje onderweg houd ik een half uurtje halt voor een baguetje met jambon om daarna onze weg weer gelukzalig te vervolgen. Onwillekeurig zit ik weer eens
luid te zingen, begeleid door het gezoem van de banden en het monotone klapperen van de boxermotor. Een reclamebord van een bekend Frans botermerk is al voldoende om mij in een liederlijk “si j'etais president” van Gérard Lenorman te doen uitbarsten. “Denis, Denis”, “voici le clé” en zelfs de Marseillaise volgen elkaar in hoog tempo op. Af en toe afgewisseld met mijn bekende dwaas gegiechel, dat ik alleen op de motor laat horen.
Na vijf uur in het zadel rijd ik het plaatsje Nuits-Saint-Georges binnen. Voor een Cavalerieofficier geen toepasselijker overnachtingsplaats dan één die de naam van de beschermheilige van de Cavalerie draagt: Saint George (Sint Joris)!
Bij de plaatselijk supermarkt hebben ze hier, niet verwonderlijk voor deze streek, ook de betere wijnen liggen. Zélfs de Chambertin, lievelingswijn van Napoleon. Dit flesje komt waarschijnlijk van een partij uit de wat donkerder hoek van het Chateau, anders ligt het niet in de supermarkt. Helaas vind ik 54 euro net teveel van het goede, zelfs voor een Chambertin van de noordhelling. Morgen rijd ik in ieder geval even langs het Chateau van Gevrey-Chambertin, al was het maar om het gezien te hebben.
Vanavond toost ik op de grote Napoleon Bonaparte met een wijntje dat naast de beroemde Chambertin heeft gelegen, dat vindt hij vast niet erg.
#Napoleons vijanden noemden hem vaak de
Usurpator: een persoon die onrechtmatig een gebied verovert of ergens onrechtmatig bezit van neemt.
Geschreven door Warhorse