Het is kwart over tien, Warhorse is opgezadeld. Even daarvoor ben ik door bijna alle signora's van hotel Santa Maria uitgezwaaid en nu ben ik gereed voor vertrek.
Om even een snelle sprong te maken, pak ik dit keer toch maar de “Autostrada”, de Italiaanse tolweg. Het gaat prima, Warhorse’ banden zingen over het goed onderhouden asfalt als we met een gangetje van 100 kilometer per uur voorwaarts gaan. Warhorse heeft er echt zin in na deze gedwongen periode van stilstand… en ik ook. Man, wat heb ik dit gemist. Het gevoel weer in beweging te zijn, meester over mijn eigen situatie en het gezoem van de banden onder mij.
Van de omgeving valt niet veel te genieten, want de Autostrada boort zich, in tegenstelling tot de eerder door mij gebruikte wegen, linea recta door iedere berg heen die zich in zijn weg bevindt. Ik denk dat de route die ik neem zich tot Frankrijk voor 85% in diverse tunnels bevindt. De enkele stukken in de open lucht kenmerken zich door harde wind, zo hard dat ik af en toe blij ben dat ik weer zo'n stinkende tunnel in duik.
Maar laten we eerlijk zijn, het levert wél een boel tijd op. Rond half drie, nadat ik mij in mijn hotel heb genesteld en mijn veilige aankomst bij Echtgenote heb gemeld, stap ik in korte broek en Birkenstocks richting het oude centrum van Antibes. Warhorse heeft een plekje in de garage van het hotel. Voor het eerst deze reis.
Lopende langs de “jachthaven” vergaap ik mij aan de bootjes van de “rijken der aarde”, alhier verzameld. Niet alleen in de haven, maar ook de “rede” voor Antibes ligt vol met supersonisch “vaartuig”. Wat een geld.
In het oude centrum van Antibes kan ik nog een beetje de sfeer van 1815 naar boven halen. Stadswallen, poorten, smalle straatjes…. prachtig. Alleen zijn de straatjes nu gevuld met cafeetjes, kunstwinkeltjes, restaurantjes en wat dies meer zij. Als ik op een terrasje een roseetje bestel, wordt mij door de bedienende jongeman te verstaan gegeven, dat ik voor meer dan een tientje moet bestellen en de rosé is maar 4,50. Eenieder die mij kent, weet dat ik niet terugschrik voor een drietal van dit soort versnaperingen, waarmee ik de grens van 10,00 ruimschoots zal overschrijden. Daarbij,
€4,50 voor een rosé, kom daar in Nederland maar eens om. Maar het is de schijnbare dwang achter dit beleid die mij dermate tegen de borst stuit, dat ik overeind spring en met grote passen het bijna lege terras afbeen,
de “Garçon” in verbijstering achterlatend.
Ondertussen op
woensdag 1 maart 1815, bij Antibes, Frankrijk:
Woensdag 1 maart 1815 tegen het middaguur; aan de oostkant van het vestingstadje Antibes zet Napoleon een verkenningsparty van 23 soldaten en een kapitein aan land. Hun opdracht is om het garnizoen van Antibes over te halen de zijde van Napoleon te kiezen. Een extra contingent soldaten, wapens en munitie kan hij goed gebruiken.
Vanuit het
Fort Le Carré valt ondertussen geen schot. Enkele dagen daarvoor is het fort verlaten en zijn de geschutsposities ontmanteld.
Voer voor complotdenkers; is hier voorbedachte rade in het spel?
Napoleon vaart ondertussen om de Cap d'Antibes heen en gaat om 13.00 met zijn vloot voor anker in de baai van
Golfe-Juan. Ondertussen blijkt het garnizoen en de bevolking van Antibes trouw te blijven aan de koning en wordt de verkenningsparty gevangen genomen.
Op het desolate stuk strand tussen Antibes in het oosten en Cannes in het westen ging Napoleon met zijn overige troepen aan land. Zijn
ronkende metafoor over de adelaar die van klokkentoren naar klokkentoren zou vliegen tot aan de torenspitsen van de Notre Dame ging hier al direct mank, want in 1815 stond hier geen enkele toren. Slechts hier en daar een schamele vissershut.
Na de landing neemt de strijdmacht een kort moment van rust in een kleine olijfgaard, waarna de mars richting Cannes een aanvang neemt. Toevallige voorbijgangers worden aangehouden en min of meer gedwongen eventuele rijdieren en of rijtuigen “tijdelijk” af te staan.
De brute Generaal Cambronne rijdt met zijn voorhoede op enkele uren voor de hoofdmacht uit. Zijn taak was om de route te verkennen en ervoor te zorgen dat voldoende voedsel werd gefourageerd. (Cambronne verdubbelde of verdrievoudigde systematisch de rantsoenen die hij bestelde om te suggereren dat het contingent achter hen veel groter was dan de ongeveer duizend mannen in werkelijkheid. Ook verspreidde hij het gerucht dat Maarschalk Murat vanuit Italië ook opmarcheerde, wat in het geheel niet waar was).
Achter het hoofdbataljon volgt een hoofdmacht onder bevel van Generaal Antoine Drouot. De communicatie tussen beide groepen werd onderhouden door koeriers te paard.
De
“Route Napoleon” staat op het punt van beginnen.
Geschreven door Warhorse